JavaScript is required for this website to work.
Europa

Ondergang van het referendum in Europa?

Koenraad Elst30/11/2017Leestijd 5 minuten
In een stembureau in het noorden van Barcelona, 1 oktober, referendumdag.

In een stembureau in het noorden van Barcelona, 1 oktober, referendumdag.

foto © Doorbraak

Is het referendum een uiting van populisme? De Universiteit Antwerpen organiseerde een debat, Koenraad Elst zat in het publiek en doet verslag.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op donderdag 16 november organiseerde de Universiteit Antwerpen een Current Affairs Debate met als titel: The Rise and Fall of Referendums in Europe (and Beyond): The Law and Politics of Secession and Self-determination (De opkomst en ondergang van referenda in Europa [en daarbuiten]: de wet en het beleid omtrent afscheiding en zelfbeschikking). Aanleiding was de Catalaanse afscheidingscrisis en, meer algemeen, de recente afscheidingsreferenda op de Krim (2014, ja), in Schotland (2014, nee), in het Verenigd Koninkrijk (uit de EU, de zogenaamde Brexit, ja), in Iraaks Koerdistan (ja) en, inderdaad, in Catalonië (ja). Tel er, in dezelfde sfeer, tevens de referenda voor meer zelfbestuur in de Noord-Italiaanse gewesten Lombardije (2017, ja) en Veneto (2017, ja) bij.

Concreet zou het gaan over ‘hoe natiestaten en het internationale systeem omgaan met oproepen tot zelfbeschikking en afscheiding in de 21ste eeuw’ en over ‘wat het internationaal recht hierover te zeggen heeft’. Inleider en moderator werd prof. Koen De Feyter, die aan de UA internationaal recht doceert.

Partijdig

Op de officiele uitnodiging werd echter al meteen partij getrokken. De genoemde referenda heetten daar ‘de opeenvolging van gebeurtenissen die een bredere tendens belichamen van een populistisch schema dat zowel een symptoom is van [de nood aan], als een formidabele uitnodiging tot het beheer van de diversiteit en de inwendige economische ongelijkheid’. Doorslaggevend is hier immers de term ‘populisme’, die ver van neutraal is. Het is een ‘gewapende’ naam voor democratie, gebruikt wanneer men die wil zwart maken maar aarzelt om zich frontaal als anti-democraat te afficheren.

Er is in de titel bovendien sprake van de ‘neergang van referenda’. Daar is nochtans geen enkel teken van. Zo was er bij het Catalaanse een meerderheidsopkomst, anders dan bij de meeste EU-verkiezingen, en een grote meerderheid pro onafhankelijkheid. Het Spaanse repressie-apparaat heeft het willen dwarsbomen en diens belgicistische bondgenoten bij De Standaard en Knack hebben het met alle middelen willen ontkennen, maar de cijfers liegen niet. Die ‘neergang’ is een poging tot negatieve sfeerschepping vanwege het verzuurde belgicistische en eurocratische bestel dat niet met zoiets onbestuurbaars als de uiting van de volkswil wenst lastig gevallen te worden.

Er is alleen een ‘neergang’ in deze zin dat de partijgangers van de status quo niet langer pretenderen, ‘wel pro democratie te zijn, maar…’ Vandaag maken zij het beginsel van de rechtstreekse volkssoevereiniteit openlijk zwart met het aloude argument tegen elke democratie: ‘…de massa is te dom om ernstige beslissingsmacht aan toe te vertrouwen.’ Sommigen proberen wel nog de leugen dat de Catalaanse meerderheid niet voor onafhankelijkheid gewonnen is, maar dat alleen bij wijze van voorspel. Eens je hen de cijfers onder de neus duwt, gaan zij tegenwoordig moeiteloos over naar het verketteren van de volkssoevereiniteit zelf. Op eerdere bijeenkomsten over politiek denken heb ik al vaker kunnen vaststellen dat de heersende mening in die kringen zeer de neus ophaalt voor de referendumdemocratie, wellicht omdat zij zich deel voelen van de heersende klasse die meer heeft aan despotisme.

Daarom was ik blij verrast met het panelgesprek zelf. Daar nam iedereen de instelling van het referendum als een legitieme vanzelfsprekendheid aan. Dat prof. Vincent Scheltiens (Politieke Geschiedenis, UA) over het Catalaanse geval informatief doch neutraal bleef, bewijst misschien alleen dat hij een lauwe Vlaming is. Maar van de etnische-Turkse doctoranda Gamze Erdem Turkelli (UA Rechten) en de etnisch-Albanese prof. Qerim Qerimi (UA/Harvard Rechten, maar met basis in Pristina, Kosovo) had ik meer onverholen partijdigheid verwacht. Maar nee, hadden we hun etniciteit niet gekend, we hadden hun privé-overtuiging uit hun uitleg niet kunnen afleiden. Qerimi had eerder al wat pleidooien pro Kosovo gepubliceerd, maar hier schetste hij gewoon de rechtskundige feiten. Ook de moderator liet zich niet op een als wetenschappelijk verpakte meningsuiting betrappen.

Referendum onontbeerlijk

Te onthouden valt dat in het internationaal recht een gewonnen referendum als noodzakelijk maar niet voldoende geldt voor een onafhankelijkheidsverklaring. In de praktijk zijn er maar weinig landen in staat om zich aan die regel te houden, zie de pogingen tot militaire sabotage van het referendum en de repressie tegen de zogenaamde schuldigen eraan in Catalonië. Het Verenigd Koninkrijk is een zeldzaam voorbeeld van de democratische aanvaarding van de stembusresultaten, en is daar in het Schotse referendum trouwens voor beloond met een uitslag pro Unie. Oekraïne en Irak nemen het minder sportief op, maar er is nog een voorbeeld van hoe het hoort, iets minder bekend en verder van huis: Zuid-Soedan, dat na een lange bloedige oorlog de onderhandelde vrijheid kreeg om zich, na referendum, af te scheiden uit Soedan.

Er was trouwens een aantal Afrikanen opgedaagd om juist het geval Zuid-Soedan aan de orde te stellen. In 2011 vond daar een referendum plaats, dat in uitvoering van een vredesakkoord met de Soedanese regering uit 2005. Er kwam ruimschoots meer dan de vereiste 60% opdagen, met ruim 98% van de stemmen pro onafhankelijkheid. Enkele maanden later werd Zuid-Soedan de jongste soevereine staat, zonder bezwaar vanwege de vroegere moederstaat Soedan.

Kosovo heeft het zonder referendum moeten stellen omdat de EU en de VS sowieso besloten hadden om Servië te vernederen en de overwegend islamitische Albanezen een staat cadeau te doen. Het bezwaar dat Kosovo geen referendum gekregen heeft, is echter louter formalistisch: als er een had plaatsgevonden, zou er zeker een grote meerderheid voor de onafhankelijkheid gestemd hebben.

Zijn onafhankelijkheidsverklaring wordt in termen van mensenrechten gerechtvaardigd, zoals Qerimi hier uiteenzette, en is beslissend geholpen door de mega-smoes van een Servische genocide. Alleen kerstekinderen genre Marc Eyskens geloven daar nog in, de naaste betrokkenen hebben de smoes allang over de haag gegooid, maar ze heeft haar werk doeltreffend gedaan. Na de casus belli door het gefingeerde Spaanse tot zinken brengen van de Maine door de Spanjaarden (1898), door het Vietnamese incident in de Golf van Tonkin (1964), en voor de Iraakse massavernietigingswapens (2003), was de niet-bestaande Servische genocide op Albanezen een smoes op maat om de juiste sfeer te scheppen voor een tussenkomst van de NAVO-luchtmacht. Het enige zwakke punt aan de rechtskundige uitleg op de UA was dat hij zich tot het rechtskundige aspect van deze conflicten beperkte, terwijl dat altijd toch gedeeltelijk een speelbal van de machtsrelaties is.

Dekolonisering

Een belangrijk verwijzingspunt voor de voorstanders van onafhankelijkheid is de dekolonisering. Als we vandaag de vrijheidsstrijd van Ierland bekijken, vallen meteen gelijkenissen op met de onafhankelijkheidscampagnes in India, Algerije of Kenia. De Vlaamse slaapwandelaarsbeweging heeft maar zelden dat verband gelegd, en heeft daardoor bijvoorbeeld niet ingespeeld op de 50ste onafhankelijkheidsverjaardag van Kongo, wat nochtans een voortreffelijk voorbeeld was bij de leuze: Los van België!

Een zeldzame vogel die dat verband wel legde, was Mark Grammens. Hij wees er bijvoorbeeld op dat men voor Vlaams zelfbestuur niet hoefde te wachten op een wegsmelten van de verdeeldheid: alle bevrijdingsbewegingen zijn door verdeeldheid geteisterd, en toch zijn vele ervan geslaagd in hun opzet. Meer nog, hun onderlinge wedijver heeft vaak voor extra dynamiek richting onafhankelijkheid gezorgd.

Veel van de vandaag gehoorde anti-Catalaanse argumenten blijken in de dekolonisering weerlegd te zijn. De Catalanen moeten zich aan de Spaanse grondwet houden (zoals Wouter Beke en andere tsjeven beweren)? Nee, Indochina heeft zeker de Franse wettelijkheid geschonden toen het zich uit de koloniale greep losmaakte. De beslissing om zich nu eens niets meer van de koloniale wettelijkheid aan te trekken, is juist een kantelmoment in vrijheidsbewegingen, van het bedelen om kruimels naar het opeisen van de eigen soevereiniteit. Tenslotte trekt de kolonisator zich evenmin iets van de wetten van de opstandelingen aan.

Dat dekoloniseringsparadigma heet nu ten einde te zijn. De ruwe maar duidelijke regels van toen schijnen opgeborgen te zijn. Zich losmaken uit een moederland gold toen als gerechtvaardigd, nu als op zijn best betwistbaar. Dat is tenminste de eensgezinde mening van de moederlanden, terwijl de verweesde staatloze volkeren die een eigen staat willen, bijna geen vrienden hebben. Kunnen de Catalanen op de Vlamingen rekenen?

Koenraad Elst (1959) is orientalist. Hij werkte als politiek journalist bij diverse Vlaamse en Indiase media, van Trends en Punt tot The Pioneer en Pragyata Magazine, als assistant buitenlandbeleid in de Belgische senaat, en als gastprofessor in twee Indiase universiteiten. Zijn eigenlijke roeping vindt men echter in de tientallen onderzoekspapers en een dertigtal boeken, vooral over de belangrijkste hangijzers in de antieke en hedendaagse feiten- en ideeëngeschiedenis van India, en verder over faits divers als de islam.

Commentaren en reacties