JavaScript is required for this website to work.
post

Onkunde en onafhankelijkheid

Maddens & Sinardet over #vk2014 - deel 3

Karl Drabbe23/3/2014Leestijd 5 minuten

Pro Flandria vroeg prof. Bart Maddens en prof. Dave Sinardet tekst en uitleg bij de nakende verkiezingen. De glazen bol hadden ze thuisgelaten, maar ze waagden zich wel aan enkele allitererende analyses. In deel 3 gaat het over het probleem van de N-VA, over een systeemcrisis en onuitvoerbare onafhankelijkheid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het probleem van de N-VA – zo schreef Doorbraak eerder al – is de bipolariteit van het verkiezingsprogramma. Én confederalisme én een sociaaleconomische herstelregering? Of is het toch of/of en hoe zit het dan met de finaliteit van de partij, een ‘onafhankelijk Vlaanderen in Europa’? Politologen Maddens en Sinardet zitten op dezelfde golflengte: de partij heeft een probleem.

Al in de analyses over de aanloop naar de verkiezingen liet de toch Vlaamsgezinde prof Politieke Wetenschappen Bart Maddens al verstaan dat de N-VA een ‘verward verhaal’ vertelt. Kun je op twee verschillende programmatorische benen staan? Lijkt met de N-VA ‘le nouveau CVP arrivé’, zoals Sinardet zegt?

Confederalisme

Dave Sinardet plaatst zich eerst op het wetenschappelijke standpunt. Waarvoor staat de confederale staat van de N-VA? Het is hem niet meer duidelijk. De statuten stellen dat de partij voor onafhankelijkheid is. Maar ze stapt met confederalisme naar de verkiezingen. Alleen, volgens Sinardet ziet hij in de congresresoluties ‘geen echt confederalisme, dat is een verdrag tussen onafhankelijke staten.’ Hij is wel zo correct te stellen ‘dat het dicht in de buurt komt: de Belgische ‘confederatie’ heeft geen rechtstreeks verkozen federaal parlement, geen federale regering die onafhankelijk van de deelgebieden werkt, nauwelijks bevoegdheden, zelfs geen eigen ambassades maar enkel een internationaal doorgeefluik, met name voor Europa’. Maar in haar recente politieke verklaringen vertelt de partij nog een ander verhaal. En Sinardet hecht qua impact op het publiek meer belang aan politieke verklaringen dan aan congresresoluties, ‘die toch niemand leest’. Volgens Hendrik Vuye is het een ‘belgicisme’ en betekent het in de Belgische context eerder ‘een verregaand gefederaliseerd systeem’, een Belgische invulling waar ook Ben Weyts onlangs naar verwees. Maar ‘dat is géén confederalisme en verschilt ook van de resoluties’, stelt de prof.

Vraag is ook hoe realistisch het is om met confederalisme naar de kiezer te stappen, in een anti-PS-discours, dat toch ruim aanslaat in Vlaanderen. Het is een immense dubbelzinnigheid: de N-VA wil de PS uit de federale regering, maar wil je een staatshervorming, dan heb je de PS nodig, want je hebt een tweederdemeerderheid nodig én een meerderheid in élke taalgroep. ‘Stel dat een rechtse regering mogelijk is zonder de PS, dan schuif je de staatshervorming op de lange baan. De N-VA is onduidelijk in die keuze. Hoe laagt legt ze de lat?’ Maddens herinnert aan de uitspraak van Siegfried Bracke op een eerder debat – n.a.v. de voorstelling van het boek België: de onmogelijke opdracht -: ‘Als men bye bye Belgium wil, dan doet de N-VA niet mee’.

Onafhankelijkheid

Ga je voor Pro Flandria praten, dan moet je ook even de Realpolitik vergeten. Onafhankelijkheid is er een onvermijdelijk discussiepunt. Maar politieke wetenschappers zijn geen madames blanches, ze houden zich liever aan de feiten.

Op de vraag of onafhankelijkheid mogelijk is, antwoordt alvast Sinardet met twee voetjes op de grond: alles hangt af van de verkiezingsuitslag en de daaropvolgende partijstrategieën, en dan vooral van spelverdeler N-VA. Desalniettemin gelooft hij er niet in. Een onafhankelijke Vlaamse staat is ‘onrealistisch’ en staat voor een ‘onoplosbaar probleem’. Naast een hoge financiële prijs – overname van de staatsschuld – zal in de onderhandeling blijken dat men Brussel zal moeten loslaten. Een onafhankelijk Vlaanderen met Brussel is een droom, compleet onrealistisch’, daarmee verwijzend naar het recente boek van Remi Vermeiren België: de onmogelijke opdracht. Franstalige partijen zullen immers nooit instemmen met een oplossing waarbij Brussel bij Vlaanderen zou horen of co-bestuurd zou worden. En bij de meeste Vlaamse partijen is er absoluut geen animo om Brussel los te laten. Dat zijn de keuzes waar Vlaanderen zou voor staan in de onderhandelingen.’

Maddens sluit zich aan bij het feit dat alles afhangt van spelverdeler N-VA. ‘Ik ben zeer nieuwsgierig naar het verkiezingsprogramma van de partij. De N-VA lijkt nu op een drietrapsraket met statuten, een congres dat een ideologische tekst afleverde en straks een concreet verkiezingsprogramma.’ Maddens stelt de vraag ‘zal men de radicale congresvoorstellen terugvinden in het verkiezingsprogramma?’ Het wordt dus dringend tijd dat we daar zicht op krijgen, en een idee van de concrete politieke breekpunten voor de partij.

Artikel 35

Maddens vermoedt dat de N-VA gaat proberen iets met het fameuze Grondwetsartikel 35 te doen. Men is er met de hulp van de media in geslaagd om dat artikel tot een mythologisch niveau op te tillen. Dat media en politici misschien zelf niet goed begrijpen waarover het gaat, laat hij in het midden.

Dat artikel 35 leidt tot confederalisme is ‘een wijdverspreide mythe en zelfs onzin. Het gaat om technische bevoegdheidsverdeling, om de vraag aan welke entiteit bevoegdheden worden toegewezen, en meer bepaald aan het federale niveau, waar dat nu omgekeerd is.’ ‘Als de N-VA de wijziging van artikel 35 in het regeerakkoord zou kunnen opnemen, zal ze dat willen verkopen als een eerste zet tot confederalisme. Andere partijen zullen daarin willen meegaan, maar technisch zal het onmogelijk zijn om het uit te voeren. Bovendien: wat zal er in de verklaring tot herziening van de Grondwet staan?’, aldus Maddens.

Ook Sinardet beklemtoont het mythische karakter van artikel 35. Het is technisch moeilijk utivoerbaar, zou jaren duren, het komt neer op een ‘diepvries’ omdat er een lijst moet aangelegd worden van alle toegewezen bevoegdheden. Maddens vult aan dat je dan moet bepalen naar wie die bevoegdheden gaan, en dat de discussie dan gaat beginnen welke bevoegdheden gaan naar welke gewesten … en gemeenschappen. Brussel – volgens Sinardet het onoplosbare probleem – komt hier weer om de hoek kijken. Maddens besluit dat iedereen het er snel over eens zal zijn dat Defensie dan federaal mag blijven, maar wat doe je met de rest? En moet je met zo’n lijstje naar de verkiezingen trekken? Een politiek probleem dus, veel meer dan een technisch probleem, volgens Sinardet.

Systeemcrisis

Zoals de CD&V eerder al voorstelde, zou het realistischer zijn op het binnenkort even mythische Grondwetsartikel 195 in te zetten. De PS neigt immers ook om daarmee te werken, bij MR en cdH ligt dat moeilijker. Het impliceert immers een grondwetswijziging, en dan moet én het volgende parlement een constituante zijn én de huidige regering ontslag nemen. In het huidige klimaat lijkt dat niet realistisch. Met de hete N-VA-adem in de nek willen de regeringspartijen nu zeker geen tijd meer verspillen aan een nieuw rondje staatshervormen. Artikel 195 kan dan een sleutel zijn waarmee alle andere grondwetsartikels – wanneer nodig – kunnen worden geopend.

‘Wil je in dit land ten gronde iets veranderen, dan is er een belangrijke cesuur nodig. Zoals met de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht in 1919 – net na de Groote Oorlog – of het socialeoverlegmodel en verplichte sociale zekerheid na de Tweede Wereldoorlog.’ Je hebt dus een ‘paradigmawissel nodig, een systemische verandering, en dat kan maar na een diepgaande maatschappelijke crisis.’ Dat is dus niet het geval (geweest) bij onderhandelingen over regeringsvorming of staatshervorming. Zo’n diepe systeemcrisis moet dan nog gepaard gaan met de bereidwilligheid aan Vlaamse kant om die uit te lokken, om het radicale programma van de N-VA uit te voeren vanuit het Vlaams Parlement. Zoals het opstellen van een soevereiniteitsverklaring, een nulmoment, op z’n Catalaans.’ Maddens stelt zich terecht de vraag of die meerderheid mathematisch bestaat én of de bereidheid er zal zijn. Sinardet denkt alvast van niet: ‘Ik zie N-VA niet met het VB de onafhankelijkheid uitroepen in het Vlaams Parlement’, ook niet mochten ze samen een meerderheid hebben.

 @Karl_Drabbe

Lees ook deel 1 ‘Peilingen en prognoses’ en deel 2 ‘Campagnes en kiezingen‘.

Foto’s: (c) Reporters

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties