‘Ons breed opiniespectrum is onze grootste troef’
Doorbraak bezoekt grand dame The Spectator
The Spectator
foto © Doorbraak
Harry De Paepe ging op de thee bij het langst lopende magazine in de Engelstalige wereld: ‘The Spectator’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementLONDEN — Old Queen Street is een onopvallende zijstraat tussen Westminster Abbey en St James’s Park in. De victoriaanse gevels staan er rij aan rij als stijlvolle oude dames. Huis 22 met mooie rondingen huisvest het oudste weekblad in de Engelstalige wereld: The Spectator.
Enorme groei
Ik word vriendelijk ontvangen in de kleine entree. Lara Prendergast gidst me naar een voorlopig onbestemd kantoortje. ‘Sorry voor de rommel’, excuseert ze zich, ‘maar dit was tot voor kort de werkplaats van een van onze redacteurs die nu onze Amerikaanse tak uitbouwt.’ Het magazine kende het voorbije decennium een enorme groei. ‘We richten ons op de anglosphere. Er is naast de oude Britse editie, een aparte online editie voor Australië en voor de VS. We gaan daar binnenkort ook een gedrukt magazine lanceren.’ De jongedame die voor me zit, Lara Prendergast, is de assistant editor voor The Spectator. ‘Ik werk hier nu al zes jaar. Als je iets van me leest dan gaat het vaak over cultuur en de impact ervan op de politiek. We bieden wekelijks zo’n drie of vier echt politieke artikels aan onze lezers aan. Meer dan de helft van onze bladzijden worden gevuld door culturele en andere onderwerpen.’
Niet fuddy-duddy
Het blad verscheen voor het eerst in 1711, Joseph Addison en Richard Steele namen het initiatief. ‘Ze bespraken de politiek van toen. Daarbij gaven ze de gesprekken weer die op dat moment in de Londense
koffiehuizen over de tongen rolden. The Coffee House is nu een onderdeel van onze website en ook de titel van een van onze podcasts. Daar proberen we zo kort mogelijk op de bal spelend uit de doeken te doen wat er aan de hand is in de politiek.’ Het tijdschrift kende zijn definitieve start in 1828. ‘Er stond onder de titel: “To convey intelligence”.’ Ik vertel haar dat VRT-journalist Ivan Ollevier in zijn boek Het gekroonde eiland The Spectator omschrijft als ‘reactionair’. Met haar zachte stem antwoordt ze bedachtzaam: ‘Ja, dat zeggen mensen die het blad onvoldoende lezen. Ze denken dat we een fuddy-duddy* gentlemen’s club zijn, maar dat is helemaal fout. Ons lezerspubliek is echt heel divers. Wanneer we een debatavond organiseren dan stellen we telkens weer vast dat we zowel punks, arbeiders en gewone middelklasse als aristocraten aantrekken. Ik denk dat we vooral een heel typisch Brits magazine zijn.’
Papier en online zijn complementair
Ze zijn altijd enorm goed op de hoogte bij The Spectator. ‘Dat komt door onze goede contacten. Op dit moment lopen zowel James Forsyth als onze hoofdredacteur Fraser Nelson rond in de salons van het Lagerhuis. Op die manier kan onze Coffee House snel goed geïnformeerde teksten afleveren.’ Voor The Spectator zijn de printversie en de online versie complementair. ‘Het zijn zeker geen tegenpolen. Ons gedrukt magazine biedt de extra verdieping aan de website. We merken ook dat onze abonnees, die uit allerlei formules kunnen kiezen, toch veelal opteren voor een formule met de papieren versie. Met onze podcasts bereiken we ook een heel breed publiek. We bieden dagelijks een nieuwe uitzending aan. Het is gewoon een interessant opzet. Op een ontspannen manier wordt beschaafd gedebatteerd. Je merkt het aan de mensen dat ze zich op hun gemak voelen bij het maken van de podcast. Het heeft niet de grote druk en gejaagdheid niet van een tv-opname of een radiosessie.’
Een breed spectrum
The Spectator huist onder meer de vossen jagende conservatief Charles Moore, tevens de officiële biograaf van Margaret Thatcher, de eerste openlijk homoseksuele journalist Matthew Parris en de eeuwig controversiële rebel Rod Liddle. Het blad biedt een forum aan een breed politiek spectrum van opinies. ‘Dat is duidelijk onze belangrijkste troef. Bij ons mag je nog debatteren, terwijl dat op veel plaatsen meer en meer onmogelijk wordt. We kwamen in 2016 uit voor de brexit, maar dat neemt niet weg dat we dat dossier kritisch volgen en dat we zeker ook stemmen toelaten die afkerig staan van de brexit.’
Een grand dame
Het woord brexit is eruit. ‘Ik neem daar zelf geen openlijke positie in. Mijn stem in het referendum houd ik ook voor mezelf’, vertelt Prendergast. Of ze gelooft in de deal van Theresa May of in no-deal, vraag ik haar. ‘De meeste mensen willen een deal, daar ben ik van overtuigd. Het is nu aan de EU om na te denken over het schrappen van de backstop.’ De avond waarbij Theresa May haar deal vooralsnog werd gered was het alle hens aan dek bij The Spectator. ‘Onze cover was al klaar omdat we dachten dat het parlement het Brady-amendement ging wegstemmen. We hebben ’s avonds laat onze cartoonist Morten Morland opgebeld en hem om een nieuwe cover gevraagd. Ondanks de strakke deadline kwam hij met iets prachtigs.’
Wanneer ik het gebouw verlaat, valt de avond al in. Het ovale vensterglas boven de zware deur geeft een warme schijn aan de gevel in Old Queen Street. Een toepasselijke naam voor deze grand dame onder de Britse weekbladen.
*Fuddy-duddy: excentriek traditionalistisch conservatisme
Tags |
---|
Personen |
---|
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
Hebben de Britten de rechtse golf ontweken of is premier Keir Starmer de Britse variant van Joe Biden en lopen zij één verkiezing achter op de VS?
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.