JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Open brief aan Elio Di Rupo

Jules Gheude25/9/2022Leestijd 5 minuten
Minister Jean-Luc Crucke (links) en minister-president Elio Di Rupo

Minister Jean-Luc Crucke (links) en minister-president Elio Di Rupo

foto © Belga

Een open brief aan minister-president Elio Di Rupo over Vlaanderen en Wallonië naar aanleiding van de Waale feestdag.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Meneer de minister-president,

In het interview dat u op 17 september ter gelegenheid van de Fêtes de Wallonie aan de krant Le Soir gaf, zei u dat u het debat over de Waalse identiteit nieuw leven wilde inblazen. Ik citeer: ‘In mijn toespraak van aanstaande zaterdag zal ik het hebben over het gevoel bij de regio te horen. Het is duidelijk dat dit gevoel zeer sterk is aan Nederlandstalige zijde. (…) We zien in Brussel ook een zekere trots om te behoren tot de kosmopolitische, internationale hoofdstad van Europa, die zich sinds de oprichting van het Brussels Gewest in 1989 doet gelden’.

‘Aan de Waalse kant is er nog een lange weg te gaan. We proberen de mensen te overtuigen, door het werk dat we doen, de projecten die we ontwikkelen, met name door het herstelplan. Dit gevoel moet zich uitstrekken van Moeskroen tot Verviers, van Terhulpen – want Terhulpen ligt in Wallonië, wat de Brusselaars vergeten – tot Aarlen.’

Al jarenlang

Deze identiteitskwestie wordt al jaren aan de orde gesteld. Het ligt aan de oorsprong van de hartstochtelijke ruzie die de communitariërs – zij die de Franse Gemeenschap van België verdedigen – tegenover de regionalisten – die deze Gemeenschap willen ontmantelen in naam van een Waalse identiteit en cultuur – hebben geplaatst. Een vals debat, bij nader inzien. Het feit dat we de behoefte voelen om een Waalse identiteit te smeden is het bewijs dat die niet bestaat. Zijn wij qua taal en cultuur niet Fransen die door de gevaren van de geschiedenis buiten de Zeshoek zijn gaan wonen?

Zoals elke Franse regio heeft Wallonië zijn specifieke kenmerken: dialecten, folklore, culinaire specialiteiten, … Maar zoals elke Franse regio kan het er ook prat op gaan dat het deel uitmaakt van een algemeen kader dat André Renard in 1958 omschreef als een grote fakkel, een groot cultureel licht, en eraan toevoegde: ‘Ons hart blijft gehecht aan Frankrijk. Wij hebben vertrouwen in dit Frankrijk dat voor ons eeuwig is’.

Félix Rousseau

Een identiteit kan niet worden verordonneerd, maar moet worden bekrachtigd. De Naamse historicus Félix Rousseau heeft het goed uitgelegd: Waarom spreken de Walen al eeuwenlang Frans? Waarom hebben ze de Franse cultuur overgenomen, terwijl – vanuit politiek oogpunt – heel Wallonië gedurende meer dan duizend jaar (behalve Doornik en Doornik) slechts twintig jaar Frans was, van 1794 tot 1814?

Al in de dertiende eeuw werd het Frans overal als literaire taal overgenomen. Dat is het belangrijkste feit in de intellectuele geschiedenis van Wallonië. Zonder enige dwang, uit vrije wil, zijn de Walen in de baan van Parijs terechtgekomen en hebben zij zeven eeuwen lang, met een nooit aflatende trouw, deelgenomen aan de Franse cultuur.

Namen

Namen, de hoofdstad van het Waalse Gewest, was de geboorteplaats van twee culturele ‘gloriën’: Félicien Rops en Henri Michaux. De eerste sloot zich aan bij de vervloekte dichters in Parijs (zijn zwavelhoudende werk bracht de gegoede burgerij van Namen in verlegenheid!). Henri Michaux deed afstand van België en nam de Franse nationaliteit aan.
De in Luik geboren Georges Simenon ging op 17-jarige leeftijd naar Parijs, en het was ook in de Franse hoofdstad dat de componisten André-Modeste Grétry en César Franck bekendheid verwierven. De voorbeelden zijn legio.

Als er, zoals u opmerkt, in Vlaanderen een sterk gevoel van collectieve verbondenheid bestaat, dan is dat het gevolg van de lange en hardnekkige strijd die Vlaanderen via de Vlaamse Volksbeweging heeft moeten voeren om uiteindelijk taalkundig en cultureel erkend te worden binnen een Koninkrijk België, waarvan het bestuur in handen was van een hoofdzakelijk Franstalige bourgeoisie.

Apathie van de burgers

Meneer de minister-president,

Als de lantaarns van de Fêtes de Wallonie gedoofd zijn, moet gezegd worden dat de Waalse bevolking niet ’trilt’. De bevestiging van de identiteit wordt samengevat in de apathie van de burgers, en vooral van de jongeren. Er is geen schrikeffect of mobiliserend effect.

Moeten we verrast zijn? Al jaren volgen herstelplannen elkaar op zonder noemenswaardige resultaten. In een interview aan La Libre Belgique in juni 2016 benadrukte Philippe Suinen, voormalig hoofd van Awex (Waals exportagentschap), die ook uw stafchef was toen u vicepremier was, dat het grootste probleem in Wallonië de staking is. Volgens een wekelijkse Courrier du Crisp (nr. 2383-2384) hadden de Walen in 2017 maar liefst 110 stakingsdagen tegenover 39 voor de Vlamingen.

Maar het is niet alleen dit etiket van hebzucht dat ons handicapt. Er is ook wat wijlen econoom Jules Gazon omschreef als ‘politiek-bestuurlijke hypertrofie’: het gevolg van ongebreideld cliëntelisme. Een voorbeeld: Vlaanderen is goed voor meer dan 80% van de Belgische export, en het heeft veel minder agenten in dienst dan Wallonië! Om nog maar te zwijgen van de herhaalde affaires die een betreurenswaardig beeld geven van het bestuur. Het meest recente geval is dat van de griffier van het Waalse parlement.

Denigrerend

Je zegt dat je je ergert aan het feit dat vooral Vlaanderen zich ten opzichte van Wallonië denigrerend gedraagt. Maar delen de Waalse leiders niet zelf de stokken uit om hen te slaan? Wijlen econoom Robert Deschamps waarschuwde altijd: Wallonië leeft boven zijn stand en onder zijn mogelijkheden.

Vlaanderen dankt zijn welvaart aan een rechts beleid dat gericht is op ondernemerschap, waardoor het een dicht en dynamisch netwerk van kmo’s heeft kunnen ontwikkelen. Bovendien heeft Vlaanderen in 1980 de keuze gemaakt om zijn instellingen samen te voegen door het Gewest in de Gemeenschap op te nemen: één regering, één parlement, allemaal gevestigd in Brussel. Zuinigheid van middelen! Aan Franstalige zijde was de PRL voorstander van een dergelijke formule, maar de PS was tegen.

Aan professor Robert Liénard, die zojuist het geval van Wallonië aan het eind van de jaren zestig had genoemd, had president De Gaulle geantwoord: ‘Probeer jonge leiders te vinden die het volk de waarheid vertellen en mobiliseer wat er van hen overblijft’. De waarheid vandaag is dat Wallonië op de rand van het faillissement staat en dat de kloof tussen Wallonië en Vlaanderen kolossaal is. Vlaanderen is een echte natie geworden en wil niet langer financieel solidair zijn met een Waals Gewest dat in zijn ogen een ongepast beleid voert. Een dergelijke ontwikkeling maakt het uiteraard onmogelijk om het federale systeem voort te zetten.

Eenzijdig afzetten

De ontmanteling van België zal onverminderd doorgaan tot de dag waarop de Vlaamse nationalisten zich, met een absolute meerderheid in hun eigen parlement, eenzijdig afzetten. Sinds de 13e eeuw bestaat er op intellectueel vlak geen grens tussen Wallonië en Frankrijk. Omdat het Frans al eeuwenlang hun cultuurtaal is, hebben de Walen geprofiteerd van het enorme fortuin, het onvergelijkbare prestige en de enorme invloed in de wereld. Op eigen houtje zou Wallonië onmiddellijk in een sociaal bloedbad terechtkomen.

Het resultaat zou een opstandig klimaat zijn. Een WalloBrux, die Paul Magnette, voorzitter van de PS, perfect levensvatbaar acht, is een prachtige utopie. Uit een studie van Rudi Janssens, onderzoeker aan de VUB, uit 2013 blijkt dat 73,9% van de Brusselaars autonomie wil in geval van het verdwijnen van België. Slechts 4,6% koos voor een associatie met Wallonië en 4% met Vlaanderen. Je hoeft geen groot klerk te zijn om te begrijpen dat de Brusselaars geen zin hebben om zich in de Waalse begrotingsafgrond te storten. Een afgrond die je zelf als afschuwelijk hebt omschreven.

Xavier Mabille

Meneer de minister-president,

U bent zeker Xavier Mabille niet vergeten, de voormalige voorzitter van het CRISP, wiens wijsheid van oordeel unaniem werd erkend. In het voorwoord dat hij schreef voor mijn boek L’incurable mal belge sous le scalpel de François Perin schrijft hij: ‘Mocht de hypothese van de splitsing van de Staat uitkomen (een hypothese waarvan ik al lang zeg dat ze in geen geval mag worden uitgesloten), dan lijkt het mij duidelijk dat het probleem slechts een Europese en internationale dimensie kan krijgen die het nu ontbeert. (…) Om het zo duidelijk mogelijk te stellen: Vlaanderen (…) zou kunnen beslissen over zijn eigen zelfbeschikking. Zij zou echter niet tegelijkertijd over het lot van Wallonië of Brussel beslissen.’

Daarom is het belangrijk om nu al na te denken over de vraag hoe de Waalse bevolking een duurzame en geloofwaardige post-Belgische toekomst kan worden gegarandeerd. Wat wijlen Jean Gol een ‘waardige, redelijke en ordelijke overlevingsreactie’ noemde. Op dit punt was hij het volledig eens met generaal De Gaulle, die zijn gesprek met Robert Liénard afsloot met de volgende woorden: ‘Ik ben ervan overtuigd dat alleen een land als Frankrijk een toekomst kan garanderen voor uw drie tot vier miljoen Walen’.

Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).

Commentaren en reacties