Volksgezondheidsminister Frank Vandenbroucke (Vooruit) weigert zijn communicatie van tijdens de covidcrisis openbaar te maken. Transparantie kan immers de aanpak van de covidpandemie in de toekomst schaden, is zijn argument. De Brusselse journalist Claude Archer en ook Het Laatste Nieuws-journalist Jeroen Bossaert willen al een tijdje dat Frank Vandenbroucke zijn covidmails openbaar maakt. Meer specifiek: alle e-mails tussen oktober 2020 en april 2022 die de minister uitwisselde met Erika Vlieghe (voorzitter GEMS) en Pedro Facon (de Coronacommissaris). Beide journalisten beroepen zich…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Volksgezondheidsminister Frank Vandenbroucke (Vooruit) weigert zijn communicatie van tijdens de covidcrisis openbaar te maken. Transparantie kan immers de aanpak van de covidpandemie in de toekomst schaden, is zijn argument.
De Brusselse journalist Claude Archer en ook Het Laatste Nieuws-journalist Jeroen Bossaert willen al een tijdje dat Frank Vandenbroucke zijn covidmails openbaar maakt. Meer specifiek: alle e-mails tussen oktober 2020 en april 2022 die de minister uitwisselde met Erika Vlieghe (voorzitter GEMS) en Pedro Facon (de Coronacommissaris). Beide journalisten beroepen zich daarbij op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).
Archer – tevens activist voor het burgercollectief transparencia.be – heeft al meermaals geprobeerd om via een WOB-verzoek antwoord te krijgen van Vandenbroucke. Deze week kreeg Archer een antwoord op zijn laatste WOB-verzoek. De argumentatie van Vandenbroucke is opmerkelijk. U kan het volledige antwoord hier lezen (in het Frans).
Nog altijd pandemie
Vandenbroucke schrijft dat hij de gesprekken met Facon en Vlieghe niet openbaar kan maken omdat dat de toekomstige aanpak van de pandemie kan schaden.
‘De geheimhouding van vele gesprekken en discussies tijdens de covidperiode is vandaag nog altijd relevant’, schrijft Vandenbroucke. ‘Het is niet omdat er geen epidemische noodsituatie meer is, dat de covidpandemie niet opnieuw kan opspelen. Een hele reeks informatie uit die gesprekken kan opnieuw relevant worden, eens te meer in de context van een pandemie.’
‘Het politieke debat hierover is nog niet definitief afgesloten’, gaat Vandenbroucke verder. ‘Het politieke debat hangt nog af van de evolutie van de pandemie en van de noodzaak om voorbereid te zijn op volgende crises. Trouwens, er wordt momenteel een protocol uitgewerkt dat voorziet in een nieuw wetenschappelijk comité als opvolger van de GEMS. Ook verschillende samenwerkingsakkoorden die tijdens de pandemie zijn afgesloten, moeten worden verlengd of aangepast om bepaalde gegevens te kunnen blijven uitwisselen en bij te houden.’ (sic)
Vaccincontracten lopen nog
Nu klaarheid scheppen zou volgens Vandenbroucke dus de werking van de Vivaldi regering in gevaar brengen. Ook internationaal.
Vandenbroucke wijst er in zijn brief namelijk ook op dat zijn e-mails vertrouwelijke informatie bevatten over medische geheimen. Bijvoorbeeld over de covidvaccins. Hij wijst erop dat de contracten met de vaccinproducenten nog altijd lopen, en informatie erover dus zeker niet kan worden vrijgegeven. Letterlijk:
‘Ik sta niet in voor het oordeel van andere internationale en Europese instanties over de wenselijkheid om dergelijke e-mails en documenten openbaar te maken. In gevoelige dossiers als deze, die nog steeds lopen (zoals contracten afgesloten met farmaceutische bedrijven over de levering van vaccins), kan er geen sprake van zijn om standpunten van verschillende regeringen, staatshoofden en de Europese Commissie, openbaar te maken.’
Hackers
De socialistische minister heeft ook andere bezwaren tegen de door Claude Archer gevraagde openheid. Alle e-mails vrijgeven is volgens Vandenbroucke een titanenwerk dat zijn administratie voor vele maanden onnodig belast. Zelf spreekt Vandenbroucke van ‘tien- tot honderdduizenden bestanden’, waarvan de verwerking zou neerkomen op een ‘soort DDOS-aanval op mijn administratie’.
Geen fijnzinnige woordkeuze. Een DDoS-aanval (Distributed Denial of Service, red.) is immers een opzettelijk kwaadwillige methode van hackers om gecoördineerd computerservers van bedrijven, overheden of privépersonen plat te leggen.