De jaarlijkse doorlichting van de Belgische algemene ziekenhuizen door Belfius levert het weinig fraaie beeld op van een sector die met de rode cijfers flirt. Nog maar eens. En dat voedt dan weer de vraag of op het vlak van ziekenhuisfinanciering het geweer niet drastisch van schouder moet gewisseld worden? Nog maar eens. Sectoranalyse Het is haast een traditie geworden dat Belfius elk jaar een sectoranalyse van de algemene ziekenhuizen wereldkundig maakt, de zogenaamde MaHa-analyse (voor de liefhebbers: dat staat…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De jaarlijkse doorlichting van de Belgische algemene ziekenhuizen door Belfius levert het weinig fraaie beeld op van een sector die met de rode cijfers flirt. Nog maar eens. En dat voedt dan weer de vraag of op het vlak van ziekenhuisfinanciering het geweer niet drastisch van schouder moet gewisseld worden? Nog maar eens.
Sectoranalyse
Het is haast een traditie geworden dat Belfius elk jaar een sectoranalyse van de algemene ziekenhuizen wereldkundig maakt, de zogenaamde MaHa-analyse (voor de liefhebbers: dat staat voor Model for Automatic Hospital Analyses). Experts duiken in de boeken van de 86 algemene ziekenhuizen die dit land rijk is. En zij slaan dan rigoureus aan het cijferen waarna alles in een rapport over de financiële gezondheid van deze instellingen gegoten wordt. ‘Dit onderzoek dat we nu al voor de 28ste keer uitvoeren is historisch gegroeid’, legt Véronique Goossens, Chief Economist van Belfius, uit. ‘Aangezien we verschillende ziekenhuizen in onze kredietportefeuille hadden en hebben, was dit aanvankelijk een instrument om hun kredietwaardigheid te bepalen. Door de jaren evolueerde de studie en is ze veel rijker geworden.’
En de herhaaldelijk gehoorde conclusie luidt dat het geschetste beeld van de sector niet rooskleurig oogt. Zo bedraagt het gemiddeld gewoon bedrijfsresultaat amper 0,7 procent van de omzet, het cijfer spreekt boekdelen. ‘Het toont aan hoe fragiel heel wat ziekenhuizen zijn. Dat ze nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden en sommige zelfs in het rood zitten is een realiteit die we al een hele tijd voor de covid-jaren ontwaarden‘, aldus Véronique Goossens. ‘Zonder deze steun van de federale overheid zou de hele sector vandaag zelfs een tekort hebben vertoond.’
Covid-effecten
Covid, het woord is gevallen. De weerslag op de sector was natuurlijk ingrijpend, overigens net als de verleende steun. Een heleboel activiteiten vielen plots weg: minder hospitalisaties, minder chirurgie, minder medische beeldvorming enzovoort. ‘De sector viel droog en de inkomsten kregen een forse deuk’, benadrukt Véronique Goossens. ‘Je merkt dat de bezettingsgraad plots fors afnam, de verblijfsduur ging dan weer de hoogte in, wat logisch is. Meer bedden werden nu eenmaal door zwaardere covid-patiënten ingenomen.’ En dus kwam de federale overheid met steun voor de dag.
‘De effecten van deze steun zijn alvast meetbaar. Mochten ze er niet geweest zijn, dan zouden slechts vier (sic) ziekenhuizen boven water zijn gebleven. De overige 82 zouden onvermijdelijk in het rood gegaan zijn. Dankzij de federale voorschotten, waarvan er in 2020 832 miljoen euro in het resultaat werden verwerkt, kwamen we aan 24 deficitairen en 62 met positieve cijfers uit. We hebben het dan over 2020. Voor 2021, zo blijkt uit deze recentste analyse verandert er slechts weinig aan dit cijfer: 26 gaan in het rood, de overige 60 leggen positieve cijfers voor.’
Het zou echter een vergissing zijn deze resultaten te eenzijdig aan de covid-periode te linken. ‘Ook voor ziekenhuizen komt de inflatie hard aan, wat duidelijk zal worden in het volgende MaHa-onderzoek’, zegt Véronique Goossens. ‘Een andere moeilijkheid, een oud zeer, is het personeelstekort. De resultaten van onze enquête leren ons dat we over een serieuze personeelscrisis spreken. In die mate dat bepaalde afdelingen wegens personeelsgebrek simpelweg gesloten moeten worden. Bijna tien procent van het zorgpersoneel is ziek, meer dan het gemiddelde van de arbeidsmarkt dat zes procent bedraagt. Er was een budget voorzien om 3.100 vte’s aan te werven. Handen aan het bed voor alle duidelijkheid, geen IT’ers of administratief personeel. Welnu, dat fonds raakt simpelweg niet op.’
Communautaire dimensie
De MaHa-analyse beoordeelt de hele Belgische sector zonder onderscheid te maken tussen de drie gewesten. De Tijd deed dat wel, door dezelfde methodologie toe te passen op de 47 ziekenhuizen gelegen in het Vlaams Gewest. Hieruit blijkt dat deze Vlaamse ziekenhuizen de volledige weliswaar bescheiden Belgische winst op hun conto kunnen schrijven. Zusterkrant L’Echo bevestigt dit door dezelfde oefening voor Brussel en Wallonië uit te voeren. Er werd becijferd dat men in deze twee gewesten aan een winst van… 0,01 procent uitkomt. De Belfius-studie toonde aan dat 26 ziekenhuizen hun jaar met verlies afsloten, in het Vlaams Gewest zouden dit er slechts vijf zijn.
‘Er zijn wel wat verklaringen die deze verschillen objectiveerbaar maken’, stelt Margot Cloet, Afgevaardigd Bestuurder van Zorgnet-Icuro. ‘Deels heeft het te maken met de geografie en de realiteit dat er in Wallonië meer kleine ziekenhuizen zijn. Er zijn ook meer openbare ziekenhuizen. In Brussel zien we dan weer de situatie dat veel eerstelijnszorg via ziekenhuizen en minder via een huisarts verloopt.’
‘Waalse en Brusselse ziekenhuizen zijn historisch gezien minder goed gekapitaliseerd en namen meer hun toevlucht tot externe financiering, waaronder schulden’, zegt Véronique Goossens. ‘Die schuldgraad weegt op het financieel resultaat en dus op het gewone bedrijfsresultaat. Hun exploitatieresultaat is immer ongeveer hetzelfde. Namelijk 0.8 procent van de omzet.’
Transparante financiering
Dat externe factoren — covid, inflatie, personeelstekort — bijzonder hard aankomen op deze kwetsbare sector stemt tot nadenken. ‘Ik ken geen enkele ziekenhuisdirecteur die geen kopzorgen heeft; in het verleden heb ik wel eens de metafoor van de Titanic gebruikt om onze ziekenhuissector te omschrijven’, beklemtoont Margot Cloet. ‘Die kwetsbaarheid van ziekenhuissector was al een hele poos voor covid duidelijk, wat ernstige vragen oproept rond de manier waarop hun financiering verloopt.’
De sector van algemene ziekenhuizen is goed, en dit brengt ons terug naar het MaHa-rapport, voor een jaarlijkse omzet van 17,8 miljard euro. De twee grootste componenten hiervan zijn de directe financiering van overheidswege (budget financiële middelen of BFM genaamd) en de afdrachten van de erelonen van de artsen. Beide zijn goed voor telkens ruim een derde van het geheel, waarbij de afdrachten iets zwaarder doorwegen, maar dit kan van jaar tot jaar wat wisselen. De rest vullen ze aan met andere posten, waarvan de ziekenhuisapotheek de belangrijkste is, gemiddeld goed voor een vijfde van de omzet.
Het perfide van dit model, zo waarschuwen experts al jaren, is het belang van die afdrachten van artsen. Want meer prestaties — al dan niet overbodig — betekent meer erelonen, meer afdrachten en dus meer inkomsten voor het ziekenhuis. Dat je hierdoor de kosten maar moeilijk onder controle kunt houden en het eigenlijk de staatsfinanciën zijn die het gelag betalen, is de keerzijde van de medaille. En dan te bedenken dat ondanks dit alles tientallen ziekenhuizen met het faillissement worstelen.
Nogmaals oproep
‘We moeten absoluut naar een transparanter systeem’, stelt Margot Cloet. ‘Er is een hervorming in de steigers gezet, alleen zijn we er nog lang niet. En dus werken we nog altijd met het systeem waarbij een ontoereikend BFM moet worden goedgemaakt door de afdrachten op erelonen van de artsen. Enkel door de hele aanpak anders te bedenken, kunnen we af van deze prestatiegeneeskunde. Er is nood aan meer transparantie en een betere financiering: kwestie dat je duidelijk ziet hoeveel voor precies wat betaald wordt. Het landschap moet dringend hertekend worden.’ De oproep is gelanceerd. En niet voor de eerste keer.