JavaScript is required for this website to work.
post

Overlijden van Bernard Pivot: Frankrijk verliest literair icoon

NieuwsMichael Vandamme11/5/2024Leestijd 3 minuten

foto © Belga

Bernard Pivot is niet meer. De man die literatuur ademde en miljoenen kijkers wist te boeien met een tv-programma over boeken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het overlijden van Bernard Pivot liet vrijwel niemand onberoerd bij onze zuiderburen. Bernard wie? Gedurende decennia was hij hét icoon van literair Frankrijk. Een terugblik op de man die ‘zijn volk leerde lezen’.

Zoals kon verwacht worden, regende het superlatieven bij het het heengaan van de Franse literaire persoonlijkheid Bernard Pivot op 6 mei 2024. Pivot werd 89. ‘De man die zijn volk leerde lezen’, klonk het, ook al moet gezegd dat hij die eretitel al heel wat jaren meedroeg. En natuurlijk was hij ook een ‘literair icoon’, een status die hij eerder op conto van zijn eruditie dan eigen literaire productie moest schrijven.

Van wijnkelder naar Le Figaro

Bernard Pivot dus, wereldberoemd in Frankrijk, maar ook in dit land met wat fans die er graag mee koketteerden. Geboren in een kruideniersgezin uit Lyon, bracht hij de oorlogsjaren in de streek van Beaujolais door, een plek waar de moederlijke roots lagen. Veel lectuur had de jonge Bernard niet in die tijd, maar wat er was verslond hij. Naar verluidt las hij zelfs het Larousse woordenboek van a tot z uit. Afzakken naar de wijnkelders om te degusteren was een frequente familiale onderneming. Het prikkelde twee belangstellingen. Te beginnen met de wijn, wat na literatuur zijn tweede passie was. Voetbal volgde later op drie. Maar in deze kelder ontdekte hij naar eigen zeggen ‘het plezier van de conversatie’. ‘Mijn carrière is deze kelder veel schatplichtig’, voegde hij er in alle ernst aan toe.

Na de kwalijke oorlogsjaren (zijn vader bracht ze door in Duits gevangenschap), opende het pad naar de (literaire) journalistiek. Na zijn studies in dit vakgebied (overigens met mooie resultaten), ging het na een tussenstop richting Le Figaro Littéraire. Dat een prille twintiger op een dergelijke redactioneel functie terecht kwam was ongezien. ‘De meeste collega’s hadden mijn vader kunnen zijn’, merkte hij op. Zoals vaker het geval, zijn twee dingen nodig: kwaliteit en iemand die hoger in de echelons staat die erin gelooft en je kansen geeft. Het was bij Pivot niet anders. En het vertrouwen werd niet beschaamd, zoals tijdens de decennia die zouden volgen gebleken is.

Apostrophes

We slaan enkele etappes over en komen bij het programma dat Pivot liet uitgroeien tot het icoon dat hij was: Apostrophes. Elke week op vrijdagavond op Antenne 2, om klokslag 21u30 en met een duurtijd van precies 75 minuten. Het begon in januari ’75 – een jaar eerder zou Pivot als hoofdredacteur de Le Figaro Littéraire verlaten – en duurde tot 1990. Vijftien jaar lang, honderden afleveringen waarbij niet allen de crème van de literatuur haar opwachting maakte, maar ook talent gelanceerd werd. Bernard-Henry Levi, beter bekend als BHV, om slechts én voorbeeld te noemen.

Een passage in Apostrophes was als het ware een kwaliteitslabel, overigens bekeken door meer dan één miljoen kijkers. Bernard Pivot verwierp de idee dat hij in die rol ‘machtig’ zou zijn. ‘Invloedrijk’, repliceerde hij. Feit is dat wie zijn gast was, doorgaans op meer uitstalruimte in de boekwinkels kon rekenen.

Hilariteit

Het succes van het programma kon niet losgekoppeld worden van het personage. Er was zijn flair en taalgebruik, maar ook de eigen belezenheid. Bril in de hand, boek op de schoot, voorzien van ettelijke bladwijzers, het was een herkenbaar beeld. Eigen lectuur lag aan de basis van de vragen die hij zijn gasten voorlegde, talrijk en divers. Hij ontving Salman Rushdie, terwijl de Fatwa nog vers boven zijn hoofd hing. Net als George Simenon. Maar ook Solzjenitsyn, jawel, de man van de Goelach-Archipel.

Apostrophes was ook meer dan en klassiek vraag & antwoord-programma. Soms ontstond er hilariteit, bijvoorbeeld toen de Amerikaanse schrijver Charles Bukowski te gast was. Stomdronken, ergerlijk verstorend, wat een van de andere gasten uit zijn krammen deed schieten: (‘Ta gueule, Bukowski’. Finaal werd hij gezien zijn kennelijke staat van ontbinding nog voor het eind van het programma ook afgevoerd. Ook een zekere Hugo Claus maakte er zijn opwachting naar aanleiding van het verschijnen van de Franse vertaling van Het verdriet van België. Toen een andere gast liet weten dat de Franse vertaling van het boek ‘bijzonder goed’ was, reageerde Claus met de opmerking: ‘Oh, ik wist niet dat u Nederlands begrijpt’.

Porno-actrice

Na Apostrophes volgde tien jaar Bouillon de Culture, breder dus dan de zuiver literaire invalshoek. Op zich erg genietbaar, zeker voor de generatie van ondergetekende wiens geboortejaar nagenoeg samenvalt met het begin van Apostrophes. Aanvankelijk scoort het programma goed en overschrijft de kaap van één miljoen kijkers, maar enkele jaren slabakt de belangstelling, tot het uiteindelijk werd afgevoerd.

Over de doden niets dan goed, ook al was de aanpak van Pivot niet altijd even onbesproken. Zo was er het voorval met Gabriel Matzneff die het programma gebruikte voor zijn apologie van pedofiele praktijken. Pivot verklaarde dat in die tijden ‘literatuur primeerde op de moraliteit’, maar excuseerde zich daar achteraf voor. Hij zou er vandaag niet mee wegkomen. Andere anekdote: Pivot weigerde pertinent schrijver Paul-Loup Sulitzer te ontvangen in zijn uitzending. Het was immers geweten dat die zijn eigen boeken niet schreef. Wel ontving hij Brigitte Lahaie, een voormalige porno-actrice, die net haar memoires gepubliceerd had. Het makte Sulitzer nijdig: ‘hij verkiest blijkbaar porno boven literatuur’, zei hij. ‘Zij maakt haar films tenminste met haar eigen kont’, antwoordde Pivot.

 

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.