Out of game?
Over Pokémon, de cultuur van de vluchtigheid, en de manier hoe wij met zorgbehoevenden omgaan
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn De Standaard van het voorbije weekend luidt een verpleegster de alarmbel: wie in een modaal rusthuis zit, mag elke vorm van levenskwaliteit vergeten. Het zijn ondergesubsidieerde sterffabrieken die het euthanasiethema op een cynische wijze terug actueel maken: ben je niet beter af met het ultieme pilletje dan met een lang gerekte doodstrijd?
De tijd van het nu
Sinds ouderenzorg in 2004 een Vlaamse bevoegdheid werd, is de situatie duidelijk verslechterd: wat we zelf doen, doen we beter? Niet dus inzake solidariteit en sociale zorg. Onder impuls van de N-VA heeft Vlaanderen gekozen voor een rechtsliberaal recept dat de rol van de overheid afbouwt en iedereen het maar zelf moet zien te redden. Deze tea-party-inspiratie van Vlaanderen’s grootste partij weeg enorm op het perspectief van een Vlaamse staatsvorming die sociaal en ecologisch nieuwe bakens zou kunnen uitzetten: de N-VA is met die staatsvorming dan ook niet meer bezig.
Echter, de achtergrond van het zgn. vergrijzingsprobleem is niet alleen economisch maar ook cultureel en mentaliteitsgebonden. Het nieuwe egoïsme heeft onder meer te maken met een ander tijdsperspectief, een enorme focus op het digitaal geserveerde hier en nu dat geen beschouwelijke afstand meer toelaat.
En neen, ik zal niet nog eens gaan jammeren over het op de tocht staande geschiedenisonderwijs in het middelbare scholen. Maar het feit blijft natuurlijk wel dat een hoop tieners en jongeren niet weet wie Adolf Hitler was, en dat het hen ook geen bal kan schelen. De tijd is het nu, waarin alles moet gebeuren. Het verleden is voorbij en de toekomst is science-fiction.
De totale vermarkting en de hypecultuur zorgen ervoor dat alles onmiddellijk moet geconsumeerd worden en even daarna vervluchtigt. In dit postmodern universum is er nooit tijd, alleen tijd tekort. Hypes en rages als Pokemon duiken op en verdwijnen. Niet de inhoud van het spel zelf vormt het probleem (spelen doen we allemaal, wist de historicus Johan Huizinga), wel de manier hoe de hypes onze biologische klok aanporren om met korte omlopen en steile curves het leven van een ééndagsvlieg te beleven. Altijd worden ze economisch gestuurd, vanuit winstbejag, maar op een of andere manier gaan ze ‘viraal’ en worden kortstondig als cultuur geconsumeerd door de hippe, actieve intellectuele middenklasse van dit universum: wie niet meespeelt, leeft gewoon niet, en is klaar voor wat eufemistisch een ‘rusthuis’ wordt genoemd. De wegwerpmaatschappij gaat dan niet alleen over goederen en waren, maar ook mensen, zieken, minderwaardigen, inactieven.
En zo zijn we weer bij de vergrijzing en de vraag wat een collectief geheugen nog betekent, waar een oudere generatie dan voor zou staan. Niets dus. Iemand van vijftig is al out-of-game, iemand die ‘met de tijd niet mee is’, het spel niet meer begrijpt, en vanaf dan als een parasiet materieel onderhoud vereist. Een pure sociale kost.
Kort en rap, ook in cultuur
Het zijn de artiesten zelf die de pokemonisering van wat we voorheen ‘cultuur’ noemden, in gang zetten, bevreesd als ze zijn om onmodieus te worden en in het rusthuis/sterfhuis terecht te komen. De gerenommeerde klassieke pianist Stephen Hough heeft onlangs gepleit voor kortere concerten: niet twee keer een uur met een pauze, zoals gebruikelijk, maar één uur en dan weg, op naar de volgende sensatie.
En raar maar waar, kampioenen in de goede smaak zoals Klara-presentator Fred Brouwers, treden hem in Het Nieuwsblad bij: het moet korter en rapper. “Soms zit ik op een concert en dan denk ik: dit duurt véél te lang”. Kon Fred dan vroeger een avondvullende performance wél smaken? Of kon hij toen al, als boegbeeld van cultureel Vlaanderen, na een uur een geeuw nauwelijks onderdrukken? Of… is ook Fred Brouwers door de Pokemonhype bevangen? Hoe dan ook, hapjes en snelle snacks zullen het cultuurbuffet bevolken, met de vijf-minuten-clip als absoluut model, en het concentratievermogen van een vierjarige kleuter als referentie.
Op de cultuursector hoeven we dus niet te rekenen, als het gaat om geheugenverlies en cultus van de oppervlakkigheid. Het feit dat zo’n jonge verpleegster dan een brief schrijft naar de krant, om de wantoestanden in de ouderenzorg aan te klagen, vind ik dan weer hoopgevend, en het bewijs dat zo iemand een decadente culturo als Fred Brouwers vele malen overklast. Een hectische maatschappij die louter drijft op het vluchtige, en elke vorm van meditatie of bezonkenheid als tijdverlies wegzet, wordt ook een liefdeloze samenleving die aan haar eigen stress kapot gaat.
Misschien moet het vrijwilligerswerk wel opgewaardeerd worden, en zou een algemene stage in de zorgsector voor jongeren bevrijdend kunnen werken. Alleen al het besef dat het leven meer is dan Pokemonjacht en korte kicks: een therapie die langs twee kanten werkt, dat moet zelfs de grootste cijferneukers kunnen bekoren.
Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Leuke speeltjes, die stemtesten, maar ook niets meer. Dankzij een hersenkronkel van prof. Walgrave weert de VRT-test nieuwkomers.
Het draagvlak voor Vlaamse onafhankelijk blijkt groter dan verwacht. Dominic Potters, politiek secretaris van de VVB, is tevreden.