Corruptie: ernstige bedreiging voor democratie
Hoe kunnen politieke ambtsdragers deze verzoeking het hoofd bieden?
Verleidelijke geldzucht onder politici bedreigt de democratie.
foto © WikiMedia Commons
Corruptie onder politici is van alle tijden en richtingen, en bedreigt de democratie. De klassieke tijd had een oplossing.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet vergt duidelijk karakter om niet in corruptie en belangenconflicten te vervallen wanneer men zich op het hoogste politieke niveau bevindt. Het is natuurlijk gemakkelijk, wanneer je bepaalde posities bekleedt, om te interveniëren ten gunste van deze of gene industriële groep waarvan het hoofd politiek of ideologisch dicht bij je staat.
The President
Niet toegeven aan de verleiding vereist een volkomen belangeloos temperament. Dat komt goed naar voren komt in de schitterende film The President van Henri Verneuil. Het gaat dan met name om de scène waarin de voorzitter van de Raad (Jean Gabin) tegenover een van de gekozen vertegenwoordigers van zijn kiesdistrict staat die hem om een ‘dienst’ komt vragen:
President Beaufort: ‘U vraagt mij in te grijpen bij de aanbestedingen om een zakelijke deal te vergemakkelijken waarbij u, het algemeen raadslid, betrokken bent. Dus ik zeg nee, dat is alles!’
Xavier Taupin: ‘Maar ik heb hulp nodig. Je kunt alles.’
President Beaufort: ‘Dat is precies waarom ik me niet alles kan veroorloven.’
Open brief van François Perin
Ik vond deze karaktersterkte ook bij wijlen François Perin. Toen hij als ambtenaar zijn eerste briefje van duizend frank ontving, maakte hij er een papieren hoedje van. Hij zei tegen zichzelf: ‘Jij, mijn vriend, zult nooit een slaaf van het geld worden.’ Hij hield zijn woord. In zijn Brief aan de leden van het Rassemblement Wallon, die hij schreef aan de vooravond van het congres van 20 en 21 maart 1971, vinden we volgende passage.
‘Maar de liberalen die zo wantrouwend staan tegenover prinsen en staten en de vrijheid tegen hen gebruiken, zijn te veel vergeten dat zonder de twee andere voorwaarden van hun trilogie, zonder gelijkheid en broederschap, de vrijheid zou leiden tot de jungle en tot het verpletteren van zwakkeren. Door hun terechte wantrouwen jegens de staat, wantrouwden zij het geld pas toen het hen veroverde en hun oorspronkelijke passie voor menselijke bevrijding verstikte. Zij versloegen de oude autoritaire hiërarchieën van Europa: dit is waar, maar zij werden gecorrumpeerd door geld. Zij voorzagen niet dat zij zouden vastlopen in een maatschappij die overgeleverd is aan het mechanisme van pure winst. Ze waren te snel tevreden met een vrijheid die in principe voor iedereen was, maar in feite werd uitgeoefend door een klein aantal bevoorrechten die het zich konden veroorloven.’
Stuiptrekkingen van geldzucht
François Perin richtte zich op de PLP, ‘die de partij van het geld is geweest, tot het punt van corruptie, tot het punt van schandalen’.
Maar ook andere partijen, met name de PS, die voortdurend de ‘sociale rechtvaardigheid’ belijdt, hebben de stuiptrekkingen van de geldzucht ervaren. Nieuw in de afgelopen decennia is dat corrupte politici niet langer door de mazen van het net glippen en systematisch door de rechter worden gepakt. Maar ondanks strenge straffen aarzelen sommigen nog steeds niet om te doen alsof ze volledig onbestraft bleven.
De solonische hervormingen
Corruptie is een ernstige bedreiging voor de democratie. Ze ondermijnt het vertrouwen van de burgers in de politiek en moedigt de opkomst van extremen aan. Het is daarom de moeite waard om terug te kijken naar het voorbeeld van de stad Athene in de klassieke tijd.
De instelling van een openbaar burgerministerie op basis van het beginsel van vrijwillige openbare aanklacht maakte deel uit van een reeks politieke en sociale hervormingen van Solon. Die was bedoeld om de democratie te versterken door het volk meer macht te geven. Op het gebied van justitie leidden de solonische hervormingen tot het ontstaan van een echte volksrechtspraak, die zich in twee vormen manifesteerde.
Enerzijds was er de verschuiving van het zwaartepunt van de rechtsprekende functie van de magistraten naar het volk. Dit geschiedde met de oprichting van de Heliaeus, een volksrechtbank die bestond uit 6.000 burgers die elk jaar door het lot werden aangewezen. Anderzijds was er de invoering van het beginsel van vrijwillige rechtsvordering. Iedere burger had het recht en zelfs de plicht om een aanklacht in te dienen wanneer hij of zij vond dat een medeburger of de staat was geschaad. Het was niet nodig dat de aanklager het slachtoffer was.
Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).
De voorzitters van PS, MR en Ecolo zouden een compromis bereikt hebben over de reorganisatie van de Franstalige instellingen. Al is die niet volledig.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.