Over nationale soevereiniteit en meer of minder EU
Beslist de natie nog?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBjörn Rzoska van Groen, de Catalaanse diplomaat Amadeu Altafaj, Sander Loones van de N-VA en Pieter Cleppe van de Britse denktank Open Europe wisselden van gedachten over de titel en de vraag van het debat. Moderator Jean Pierre Rondas poneerde meteen dat de titel van het debat beter: ‘Beslist de natie nog?’ zou zijn. Betekent de natie nog de oude natiestaat of gaat het om de naties zoals Catalonië, Vlaanderen, Schotland. Soevereiniteit draait over het beslissen van de eigen grenzen, de eigen wetten en de eigen financiële middelen. Het verlangen van een deel van de Europeanen om terug te keren naar die nationale soevereiniteit wordt als een probleem beschouwd voor de EU. Die presenteert zich het federale EU-project als het enige ‘open project’.
Brexit: overleven de Britten het?
Brexit passeert uiteraard de revue. De denktank van Pieter Cleppe had in de loop van de referendumcampagne een neutrale houding. Hij gelooft dat het Verenigd Koninkrijk, indien het een goed handelsakkoord weet te bedingen, er wel bij kan varen. België is overigens een van de landen die volop geniet van de voordelen van de EU. Sander Loones treedt hem daarin bij. Vlaanderen heeft een groot belang in de EU. Hij is ervan overtuigd dat de Britten het op lange termijn goed zullen doen. Een goed handelsakkoord tussen het VK en de EU is van groot belang ook voor Vlaanderen. 83% van de Belgische export naar het VK is Vlaams ofwel 27 miljard euro van de 29 miljard. Na Ierland, zou Vlaanderen het meest lijden onder een slecht handelsakkoord.
De brexit was ook een reactie op het vrij verkeer van personen in de EU. Sander Loones wijst meteen naar de beslissing van Tony Blair om bij de uitbreiding van de EU naar Oost-Europa geen gebruik te maken van de overgangsperiode van zeven jaar, waardoor er zes miljoen Oost-Europeanen migreerden naar het VK. Björn Rzoska wijst erop dat het probleem van de sociale dumping moet worden aangepakt. Maar hij blijft een voorvechter van de EU en wijst daarbij naar de wortels van het project, het installeren van vrede in Europa. Voor hem is de EU in de eerste plaats een politiek project en geen economisch. Dat wil niet zeggen dat hij de ogen sluit voor de uitwassen van de EU. Er moeten duidelijke spelregels zijn. Hij hekelt de ondeskundige manier waarmee het met de migratiecrisis omgaat, en vindt het Turkijeakkoord slecht.
Volk word staat
De Catalaanse vertegenwoordiger bij de EU, Amadeu Altafaj, keert terug naar de basisstelling van het debat. Beslist de natie echt, vraagt hij zich af? Hij wijst naar Schotland waar 2/3 van de inwoners vóór de EU stemde. En toch klinkt het: Brexit means Brexit. Een natie die staat wordt, heeft een grotere kans om te slagen en het kleine Luxemburg is daar een mooi voorbeeld van. De Catalanen hebben de voorbije jaren geen enkele invloed gehad op de Europese instellingen –noch op de Spaanse trouwens– de Luxemburgers wel. Wanneer de natie een staat wordt, dan kan zij samen met andere landen beslissingen nemen, want de EU blijft te veel een privéclub van staten; het Europa van de burgers, van de regio’s zijn nochtans mooie concepten. Hij pleit ervoor om naar de ideeën van het Verdrag van Maastricht terug te gaan, met het principe van subsidiariteit en een comité van regio’s. Wat dat laatste betreft, is het jammer genoeg bij een ‘eerste stap’ gebleven. De Europese Unie is niet Brussel, het is ook niet de hoofdsteden van de staten, het is een veeleer complexe constructie. Als alle niveaus hun verantwoordelijkheden kunnen nemen, pas dan kan de EU sterker worden. Altafaj benadrukte nog: de nog altijd prille democratie in Spanje is niet in staat plurinationaliteit van het land te erkennen. Spanje leeft in de illusie dat het een natiestaat is. Premier Rajoy is als de keizer zonder kleren die gelooft in de oude concepten van de natiestaat van de 19de eeuw.
Sander Loones gelooft niet meer in het Europa van de Regio’s, waarbij het Europees Parlement als een eerste kamer fungeerde en het Comité van de Regio’s als een soort van senaat. Veel landen in de EU zijn kleiner in aantal inwoners dan Vlaanderen. We zijn als exporteurs heel fragiel, en Loones verwijst naar de economische crisis. Binnen in de instellingen hoor je voortdurend pleidooien voor meer ‘Europa’. De N-VA’er wil niet een grotere EU als een rigide blok, maar een EU als een flexibel netwerk. Hij vergelijkt ze met een sterke, stoere olifant, maar als die zijn poot breekt is het gedaan. Muizen zijn flexibeler.
Terug bevoegdheden naar de natiestaten?
Pieter Cleppe ziet dit verlangen in heel wat lidstaten opduiken. Hij gelooft in een herstel van alle veto’s in de EU-besluitvorming, zodat het moeilijker wordt om regelgeving op te leggen, en enkel echt nodige maatregelen zullen genomen worden. Zo keert men terug naar de wederzijdse erkenning van de lidstaten, want vrijhandel gaat over vertrouwen. Hoewel Cleppe niet gelooft dat we zullen terugkeren naar de nationale munten, ziet hij de euro als een mislukt project. De EU bemoeit zich beter niet meer met de nationale begrotingen, waardoor slecht presterende leden uit de eurozone kunnen gezet worden.
Björn Rzoska vindt zoiets niet wenselijk. De verstrenging van de boekhoudkundige regels komen niet uit de lucht gevallen. Je moet de weeffouten uit de euro halen, wat niet gemakkelijk is. De idee van een Europa van twee snelheden is hij niet ongenegen. We moeten durven nadenken over een kern-Europa.
Voor Amadeu Altafaj druist dat in tegen de oorspronkelijke gedachte van de EU. Hij is bang dat een grotere integratie van een kleine groep ook de segregatie van een andere groep betekent. Het Europees project startte ooit als een groep voor meer integratie.
‘Het is toch raar dat nationalisten wel meer in de EU willen integreren, maar niet in de eigen staat zoals Spanje of België.’, legt Jean-Pierre Rondas hem voor.
‘We willen onze soevereiniteit verdelen over onze partners’, antwoordt Altafaj. ‘We willen ons niet isoleren uit de EU of uit Spanje’.
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
Jelle Dehaen vertelt aan Doorbraak TV op een boeiende manier over zijn boek ‘De terreur van het optimisme’.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.