Partnergeweld: niet zomaar mannen
Bedenkingen bij het drama in Wevelgem
Protest tegen partnergeweld in Mexico.
foto © Reporters / Abaca
‘Feminicide’ is een containerbegrip dat voorbijgaat aan context. Bij allochtone daders valt de invloed van een machocultuur niet te ontkennen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe relatiemoord in Wevelgem, waarbij Jill Himpe (36) met messteken door haar ex-partner om het leven werd gebracht, is in geuren en kleuren in de papieren media opgevoerd. Vrouwenorganisaties slaan alarm: al 19 vrouwen zijn dit jaar in België door hun (ex-)partner om het leven gebracht, zo heeft actiegroep Stop Feminicide geteld. Vermoedelijk een onderschat cijfer, want nogal wat moorden komen in een ander vakje terecht, zelfs bij de ongevallen. Het is ook maar het topje van de ijsberg, waaronder zich een massa huishoudelijk leed bevindt van vrouwen die geterroriseerd, mishandeld en gestalkt worden, dit laatste na de scheiding met eventueel een contactverbod.
Het stramien is tamelijk gelijklopend: mannen die voelen dat ze de greep verliezen op de situatie en naar steeds extremere middelen grijpen. De gewelddaad is de trieste climax van een langdurige escalatie, een opbouw van agressie waarbij de vrouw dikwijls al eens naar de politie is geweest, die haar dan wandelen stuurt met de klassieke mededeling: ‘sorry, madammeke, we kunnen niks doen’. Hier moeten dringend draaiboeken geschreven worden en duidelijke instructies gegeven, zowel aan hulpverleners als aan ordediensten. Er moet pro-actief opgetreden worden en signalen ernstig genomen. Vergeten we ook niet dat vooral de kinderen de dupe zijn van gezinsagressie, en dat zoiets zware trauma’s kan veroorzaken, of zelfs kopieergedrag eens ze volwassen zijn. Tenslotte is de drempel voor sommige vrouwen hoog om klacht in te dienen, wetende dat zoiets het probleem alleen maar vergroot.
Een verboden onderwerp
Maar het begrip feminicide is problematisch, vanwege zijn associatie met een woord als genocide, zijnde een georganiseerde volkerenmoord. Bestaat er echt zoiets als een bewust project om vrouwen om te brengen en van deze planeet te bannen? Ik dacht het niet, en als dat zo zou zijn, not in my name, ik zie ze veel te graag. Is dé man an sich het probleem, of gaat het om mannen met een bepaald risicoprofiel, door geaardheid, opvoeding, achtergrond? Of stelt het probleem zich vooral in samenlevingen waar de machocultuur prominent aanwezig is?
Dat laatste lijkt me toch een redelijke hypothese. Het woord feminicide is een bijna paranoïde veralgemening die van een reëel probleem een amalgaam maakt. Zo wordt ook ineens de moord op Julie Van Espen terug in herinnering gebracht, terwijl het hier helemaal niet om een uit de hand gelopen partnerconflict ging, maar om een seksuele delinquent die slecht of niet was opgevolgd en zelfs toen niet op vrije voeten had mogen lopen. Ik snap niet hoe een zogenaamde wetenschapper als Karen Celis (VUB) over ‘feminicide’ kan spreken (De Afspraak, 7/11) als gold het een planetaire kwaal, zonder dat sociologisch te benoemen, over welke soort mannen het gaat en waarom ze het doen. Of wil ze dat potje liever gedekt houden?
Achtergrond
Over de moordenaar van Jill Himpe, Ridoan O., is de informatie summier. Ik vraag me af waarom een dader van feiten, waarover geen twijfel bestaat, in de media nog met een afkorting moet worden aangegeven. Over zijn afkomst doet men er ook het zwijgen toe, gelet op de voornaam kan men al iets vermoeden. Alleen de nieuwswebstek Sceptr vermeldt dat de man van Marokkaanse origine is. Bovendien voorzien van een serieus strafblad, met onder meer veroordelingen voor drugsfeiten en afpersing met geweld. En uiteraard altijd snel weer op vrije voeten, dat is een constante in ons systeem.
Ik ben de laatste om te beweren dat partnergeweld exclusief een allochtoon verschijnsel is, er zitten ook Belgische en Vlaamse mannen tussen. Toch is de schroom rond dit onderwerp in de media en de academische wereld opmerkelijk. Ik zou graag eens wat statistieken zien, hoeveel procent (ex-)partnermoorden door mannen ‘met een migratie-achtergrond’ worden gepleegd. Speciaal dan de Arabisch/Berberse komaf. Die cijfers vind ik nergens terug, in geen enkele academische studie ook, dus mag men veronderstellen dat er een taboe op rust en dat er werk aan de winkel is. Gelet op de samenstelling van de Belgische gevangenispopulatie (44% buitenlanders waarvan Marokkanen veruit de grootste groep vormen – hierin allochtonen met Belgisch paspoort niet meegerekend), mag men veronderstellen dat dit zich vertaalt in misdaadcijfers, ook de zwaarste categorie, moord en doodslag.
Cultuurkloof
Het drama in Wevelgem roept nog andere overwegingen op, nog minder politiek-correct en dus ideaal om hier te ventileren. Als we mogen veronderstellen dat de genaamde Ridoan O. een moslimachtergrond heeft – hetzij zelf gelovig, hetzij vanuit opvoeding en traditie – dan is die moord ook het dramatisch sluitstuk van een cultuurclash. Westerse vrouwen willen als vrije individuen door het leven gaan, een normale omgang hebben met vrienden, een loopbaan uitbouwen, en vinden gedomineerd worden door de partner niet ok. Ook al is de liefde nog zo groot.
De escalatie die aan zo’n delict voorafgaat, staat dan ook in functie van die opgebouwde spanning tussen westers en niet-westers waardenpatroon. In de islam is de man de absolute patriarch in het huishouden en is de vrouw hem onderdanigheid verschuldigd. Het is nooit de allochtone man die zich aanpast aan onze waarden, het is vrijwel altijd de vrouw die verondersteld wordt zich te schikken naar het patriarchaal wereldbeeld. Tenzij ze zich compleet onderwerpt en enkel nog in nikab de straat opgaat, is zo’n slagersmes-scenario vroeg of laat helaas niet denkbeeldig.
Onvermijdelijk eindigt onze analyse in het herformuleren van de multiculturaliteit als probleem, in het bijzonder de plaats van de islam in een samenleving die zo prominent de gendergelijkheid propageert. Ik vraag me af of ‘gemengde’ relaties wel moeten aangemoedigd worden, gezien de voorspelbare problemen rond een normenkloof. En andermaal: hier is dringend onderzoek nodig naar het belang van culturele achtergrond in wat men feminicide noemt.
Submission
Een van de meest radicale islamkritische feministen is Ayaan Hirsi Ali, geboren in 1969 in Somalië en naar Nederland gevlucht. In 2002 trad ze officieel uit de islam en kwalificeerde Mohammed als een tirannieke pervert en pedofiel, vanwege het feit dat hij gemeenschap had gehad met de 9-jarige dochter van een vriend. Dat kwam haar op doodsbedreigingen te staan. Het verbeterde er niet op toen ze met Theo van Gogh in 2004 de ondertussen legendarische film Submission realiseerde. In november van datzelfde jaar werd van Gogh vermoord door extremistische moslims en dook Hirsi Ali onder, om uiteindelijk naar de VS uit te wijken en daar ook het staatsburgerschap te verkrijgen.
Het activisme van Ayaan Hirsi Ali is intellectueel goed onderbouwd en focust op het inherente gevaar van de islam, als misogyne ideologie die via de migratie in Europa ook een toenemend gevaar voor autochtone vrouwen inhoudt. De cultuurclash dus waarvan sprake, ook zichtbaar in het toenemend aantal seksuele straatdelicten waarbij asielzoekers betrokken zijn.
Import machocultuur
Door de sensibilisering rond partnergeweld doet zich nog een ander merkwaardig feit voor. Ayaan Hirsi Ali wijst erop dat onze vluchthuizen een onevenredig hoog percentage allochtone vrouwen bevatten (53 % volgens het Vlaams Steunpunt Algemeen Welzijnswerk), en dat er zich onder de daklozen steeds meer migrantenvrouwen – dikwijls met kind(eren) – bevinden. Dat geeft aan hoe het partnergeweld binnen allochtone gezinnen – waar de islam toch een dominante plaats inneemt – wijd verbreid is, en dat vrouwen op een zeker moment, als de nood echt onhoudbaar is, er blijkbaar voor kiezen om weg te lopen en onder te duiken. Achteraf bekeken had Jill Himpe dat beter ook gedaan, maar ze vertrouwde op familiale netwerken en verbleef bij haar moeder. De dader was zo attent om het levenloze lichaam in de woonst van de moeder te deponeren. Reken niet op berouw of schuldinzicht.
Dat criminaliteit verweven zit met een migratie-achtergrond, is algemeen erkend (zie onder meer het onderzoek van Marion Van San), ook al worden er weinig conclusies getrokken. Hopelijk wordt nu ook snel het taboe gesloopt omtrent de culturele achtergronden van partnergeweld. Anders moeten alle mannen in dit land een mea culpa slaan omdat Ridoan O. zijn ex wou afslachten. Erger nog, bestaat het risico dat onze westerse morele criteria aangepast worden aan een geïmporteerde machocultuur die de vrouw terug aan de haard kluistert, wat het probleem zeker zou oplossen onder het motto ‘men moet het geweld niet uitlokken’. Dit onder impuls van links-progressieve weldenkers. Hoe ironisch kan het leven zijn.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Het tumult na de lokale verkiezingen legt een aanslepend democratisch deficit in Vlaanderen bloot. Het cordon blijft het grote pijnpunt.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.