‘What if‘ is een literair-historisch genre waarmee je de geschiedenis naar je hand kunt draaien. Zo verschenen er al boeken over de Duitse bezetting van Groot-Brittannië, de inname van Moskou in november 1941, de onverwachte dood van Lenin in 1916 in Zürich… Je kan met ‘wat indien’-boeken zowat alle richtingen uit. Het leidt veelal tot spannende boeken. Origineel kan je het genre echter niet meer noemen.

An Englishman in New York

Voor mij ligt nu de roman De derde kogel van de succesrijke schrijver R.J. Ellory ter recensie. Opmerkelijk is dat Ellory een Britse schrijver is, maar dat al zijn romans en thrillers zich in de Verenigde Staten afspelen. Bij Elisabeth George bijvoorbeeld, is net het omgekeerde het geval. Zij is Amerikaanse. Haar degelijke detectives situeren zich echter in Groot-Brittannië.

Nu, De derde kogel. We weten allemaal dat op 22 november 1963 de toenmalige Amerikaanse president John F. Kennedy in het Texaanse Dallas vermoord werd. Een paar dagen later werd de moordenaar Lee Harvey Oswald op zijn beurt door de lokale gangster Jack Ruby doodgeschoten. Deze moord is nog altijd in nevelen omhuld. Menig auteur heeft er zijn of haar visie op gegeven. Thans waagt Ellory zich ook aan JFK en geeft ons een originele en niet eens zo vergezochte kijk op het gebeuren.

Rokkenjager in het Witte Huis

De aanslag in Dallas mislukte door een fout van zijn bijna-moordenaar waarbij zijn geweer haperde. Kennedy en zijn vrouw Jackie maakten een probleemloze en succesvolle rondrit door de stad, en JFK stelt zich daarop in op een tweede ambtstermijn. Maar of het zover komt? Het beeld dat Ellory van Kennedy schetst, komt overeen met de waarheid: een arrogante rokkenjager met een hart van steen en gedachten die zo kil als een regenbui zijn. Zijn beleid en dat van de Kennedy-dynastie werd bepaald door corruptie, meineed, chantage, verkeerde voorstellingen van zaken, machtsmisbruik, immoreel gedrag en weggemoffelde schandalen. Daarenboven was JFK een erg zieke man die dagelijks meer dan twaalf verschillende medicijnen diende te slikken of ingespoten kreeg.

Zijn broer Bobby, die van zijn vader geen president mocht worden, twijfelt in het boek openlijk of zijn broer nog wel een keer verkozen gaat worden. Uiteraard blijven deze schandalen niet allemaal voor de buitenwereld verborgen en komen ze in geuren en kleuren in de Republikeinsgezinde pers terecht.

Duistere schandalen

Daarnaast is er ook een tweede verhaallijn waarin Mitch Newman, een gewezen freelance journalist die aan lager wal (drinken en roken) geraakt is, de hoofdfiguur is. Op zijn twintigste liet hij als student zijn verloofde Jean Boyd in de steek, en trok als fotograaf naar de Koreaanse oorlog. Jean smeekt hem om niet te gaan maar hij heeft geen oren naar haar smeekbeden. Mitch keert na een half jaar met een trauma terug naar huis en is alles kwijt, inclusief Jean.

Twaalf jaar later krijgt hij te horen dat Jean dood is. Zelfmoord. Hij gelooft er niets van en onderneemt een zoektocht. Langzaamaan komt hij te weten dat Jean op het spoor was van een groot geheim binnen de Kennedy-familie. En dan is er in augustus 1964 de Conventie van de Democraten in Atlantic City, waar JFK tot kandidaat voor een tweede nominatie als president voorgesteld zal worden. Ja, maar ‘what if‘… De rest moet u zelf maar lezen.

We verklappen enkel nog dat het dozijn liefdesbrieven dat Mitch na zijn terugkeer uit Korea aan zijn gewezen verloofde schreef, zowat het warm-menselijke tintje van deze vlot lezende thriller vormen. Daarnaast is de door Mitch geadopteerde kat van Jean het meest sympathieke personage van het boek.

De derde kogel zorgt gedurende enkele winteravonden voor uren aangename ontspanning. En je krijgt een aardige inkijk op het leven van JFK als president en op het Amerika van de jaren zestig.

Bob Kennedy

Kennedy ontsnapt aan aanslag maar…

Een film over een icoon