Polen laaft zich aan sterke identiteit
‘Waarom kunnen wij dat niet?’ Het succes van de Duitse buren spoorde de Polen aan om een tandje bij te steken. De Poolse adelaar spreidt zijn vleugels uit. Polen vertolkt de Europese versie van ‘Yes, we can’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBij zijn bezoek aan de Poolse republiek in november 2012 stak Joachim Gauck, de Duitse bondspresident, zijn bewondering voor de Polen niet onder stoelen of banken. Voor hun vlijt – ‘de Polen kloppen meer arbeidsuren dan de Duitsers’ – en voor hun vrijheidsdrang. Als dominee was Gauck in de DDR betrokken bij de burgerrechtenbeweging en keek hij vol sympathie naar de strijd van de Poolse vakbeweging Solidarność voor meer rechten en vrijheden. Na het afschudden van het communistische juk onderging Polen een moeizaam transformatieproces waarbij talloze regeringen elkaar in snel tempo opvolgden, de lonen scherp daalden en de inflatie steeg. Door een radicale munthervorming in 1995 waren 10 000 oude muntheenheden nog 1 zloty waard. In die jaren ijverde Polen ernaar lid van de NAVO en de Europese Unie (EU) te worden. Daarover bestond alvast nationale eensgezindheid. Duizenden Poolse soldaten namen sinds 11 september 2001 deel aan buitenlandse missies. Polen maakte gretig gebruik van de Europese hulpfondsen.
Maatstaf
De liberaal Donald Tusk leidde vijf jaar geleden de politieke en economische stabilisering van Polen in. Buitenlandse investeringen namen toe, 1500 nieuwe sportplaatsen werden aangelegd om van Polen een ‘sportnatie’ te maken en het aantal studenten klom tot 1,9 miljoen. Om minder afhankelijk van de oosterburen te zijn zet Polen in zijn niet onomstreden energiebeleid meer in op schaliegas en de bouw van een eerste atoomkrachtcentrale. Sinds 1995 zijn de staatsinkomsten verdrievoudigd, terwijl de overheid de schuldenrem naar Duits model aantrok. Niet alles is goud wat blinkt, ook al lijkt Gauck dat te suggereren door zijn uitspraak dat de Polen 1937 uur per jaar werken en de Duitsers ‘maar’ 1413. Polen telt 10 % werklozen (tegenover 5 % in Duitsland) en de tewerkstellingsgraad bedraagt er 60 % tegenover 72,7 % bij de westelijke buur. Die cijfers tonen aan dat het arbeidsvolume over meer mensen is verspreid in Duitsland. Toch gelooft Leszek Balcerowicz, gewezen hoofd van de Poolse Nationale Bank, dat Polen Duitsland over twintig jaar economisch inhaalt. Hoe stout die droom ook mag zijn, hij duidt erop dat Duitsland voor Polen de maatstaf is.
Niet alleen qua economische kracht, maar ook qua aanpak van de Eurocrisis. De Poolse buitenlandminister Radoslaw Sikorski deed in augustus de opgemerkte uitspraak: ‘Ik ben minder bang voor Duitse macht dan voor Duitse inactiviteit.’ Polen aanvaardt de leidende rol van Duitsland in de EU en dat is des te markanter gezien het pijnlijke verleden dat beide landen delen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging de Poolse natie gebukt onder de bloedige nazibezetting. In 1945 werden miljoenen Duitsers verdreven uit de provincies Silezië, Pommeren en Oost-Pruisen die vanaf dan deel zouden uitmaken van de Poolse staat. De kwestie van de Duitse ‘Heimatvertriebene’ heeft de Duits-Poolse relaties decennialang verzuurd. De laatste jaren werken beide landen aan verzoening. Berlijn en Warschau hebben ook tientallen concrete projecten op het programma staan, zoals bevordering van de kennis van de taal van de buur en samenwerking op het vlak van veiligheid, transport en energie.
Weimar
Polen kijkt weer met vertrouwen naar Duitsland, en ook meer naar Europa, naar de EU. De toestand aan zijn oostgrens is niet zo verlokkelijk. De ‘Russische beer’ gromt nog vervaarlijk en uit Wit-Rusland en Oekraïne komt een koude wind voor de democratie overgewaaid. Het bezoek dat de Franse president Hollande in november aan Warschau bracht, kan misschien de ‘Driehoek van Weimar’ weer nieuw leven inblazen. Tegen het einde van de Koude Oorlog hadden Duitsland, Polen en Frankrijk op 28 augustus 1991, de verjaardag van de dichter Johann Wolfgang von Goethe, in diens Weimar een ’trialoog’ opgestart. ‘Das Weimarer Dreieck’ had het toetredingsproces van Polen en de andere Centraal-Europese landen tot de EU helpen versnellen. In de huidige omstandigheden zou de EU in haar zoektocht naar oplossingen voor de grote economische en politieke problemen baat kunnen hebben bij de versterking van de trialoog tussen drie krachtige staten over de inter-Europese kloven Noord-Zuid en Oost-West heen. Polen zelf ontplooit zich verder als dynamische natie. Zijn sterke identiteit is daar niet vreemd aan.
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.