JavaScript is required for this website to work.
post

Post-truth: het woord is nieuw, het ding veel minder

ColumnJohan Sanctorum27/12/2016Leestijd 3 minuten

Het is niet nodig, Trump tot uitvinder te promoveren van dat waar politiek en media al zolang in schitteren: de waarheid “inkleuren”.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
“Post-truth” is het internationale woord van het jaar voor Oxford Dictionaries. Het zou verwijzen naar een manier van politiek bedrijven “waarin objectieve feiten minder van invloed zijn op de vorming van de publieke opinie dan een beroep op emotie en persoonlijke overtuigingen.” De waarheid is van geen belang meer, het gaat puur om het emotionele effect van een uitspraak, noem het demagogie in zijn puurste vorm. Vooral de manier hoe de brexit-campagne werd gevoerd en uiteraard het fenomeen Trump, zouden maatstafgevend zijn voor dit nieuwe fenomeen.
 
Iets nieuws onder de zon? Natuurlijk niet. Donald Trump is helemaal niet anders dan andere politici, hij houdt hen veeleer een spiegel voor, en dat is gênant. Vooral Hillary Clinton, van de eerste leugen niet gebarsten, moet dat onaangenaam aangevoeld hebben, temeer daar haar man evenzeer een geboren leugenaar was, en niet alleen over zijn seks met Monica Lewinsky.
 
Sinds de Florentijnse renaissancefilosoof Niccolò Machiavelli (1469–1527) weten we dat macht en leugen onverbreekbaar met elkaar samenhangen. Voor een dictator mag de waarheid al eens uit de loop van een geweer komen (Mao tse Tung), voor de (pseudo-)democratische politicus is volksmisleiding, door beroepsleugenaars zoals Noël Slangen ook wel communicatiestrategie genoemd, hét geprefereerde instrument om zijn doel te bereiken. Poetin en Erdogan weten er alles van, maar ook mindere goden zoals Verhofstadt, De Wever of Vande Lanotte: allen liegen ze om ter strafst of bedotten ze de burger, al dan niet met volgepompte ballonnen, ingebeelde vijanden of neptweets. Kijk maar eens naar de “burgerbewegingen” die de Vlaamse socialisten nu opzetten omdat ze hun eigen partijnaam niet meer durven te gebruiken: dat is toch je reinste volksverlakkerij.
 
Een internationaal hoogtepunt van post-truth-denken was de smoes van Georges W. Bush en Tony Blair om in 2003 Irak binnen te vallen omdat dictator Saddam Hoessein in het bezit zou zijn van massavernietigingswapens. De leugen kwam uit maar de oorlog ging door, kostte het leven aan zowat 250.000 mensen en wordt nu algemeen beschouwd als de wortel van het huidige terrorisme en de opkomst van IS. De meeste leugens komen evenwel niet uit, of met grote vertraging, soms een halve eeuw, en dan is het enkel nog voer voor historici, zoals de moord op Patrice Lumumba met de medewerking van de Belgische regering en het Hof.
 
Calorisch vermogen
 
Vormen de media een tegengewicht voor heel deze fantasmagorie? Journalisten-met-perskaart zouden een volle dagtaak kunnen hebben aan het deconstrueren van politieke leugens, maar dat doen ze niet. Integendeel, zoals de filosoof Jean Baudrillard (1929-2007) treffend beschreef, creëren ze een heel eigen surrealiteit (simulacre) die algemeen geldig wordt, en die in het verlengde ligt van de mainstream-ideologie.
 
Politici liegen nog uit zelfbehoud, journalisten maken er een levenskunst van. Ik maak de post-truth van De Standaard, De Morgen en Knack al mee van zolang ik de Vlaamse media tot me neem, zowat een halve eeuw dus. De essaybundel “Media en Journalistiek in Vlaanderen”, (Van Halewyck, 2009) die ik samen met mijn confrater Frank Thevissen publiceerde, gaat over niets anders dan de Vlaamse Lügenpresse, haar zelfcensuur, haar manier om de waarheid naar haar hand te zetten, haar neiging om de politiek correcte lijn aan te houden in dienst van het status-quo waarvan ze leeft en gedijt, haar uitsluitingsstrategie tegenover individuen die niet in dat plaatje meegaan. Dat is de reden waarom u in DS elke week de opinie van Dyab Abou Jahjah leest, en niet die van Thevissen of Sanctorum, maar bijvoorbeeld ook niet die van Mark Grammens, Koenraad Elst of Sarah Van Liefferinge.
 
Over de post-truth-methodiek van de publieke omroep alleen al kan ik een heel boek schrijven, maar ik doe het tegenwoordig artikelgewijs op mijn blog en in dit magazine. De laatste keer dat ik me kwaad maakte was toen twee als Mohammed en Karima verklede VRT-journalisten in het Vlaams-Brabantse gat Tremelo neer streken en daar allerlei vormen van racisme en xenofobie registreerden (Doorbraak: “Mohammed en Karima in Tremelo”). Dat was niet alleen slechte journalistiek met een conclusie die al op voorhand vast stond, het was ook intentionele demagogie, met het oogmerk om de doorsnee Vlaming nog eens aan te zetten tot zelfculpabilisering.
 
Mediakritiek zou an sich eigenlijk overbodig moeten zijn, want de media zijn de zelfverklaarde waakhonden van de democratie. In werkelijkheid moeten we ze heel de tijd in ‘t oog houden, die journalisten, en hebben wij er een volle dagtaak aan. De waarheid is wat de lichtgelovige voor waarheid wil kopen, zo lijkt het devies wel.
Als kers op de taart komen dan altijd weer de vermaledijde ‘sociale media’ naar voor, als beerputten waarin het ongedierte van het post-truth-tijdperk welig gedijt. De zogenaamde digitale riool vol roddels, cafépraat, seksisme en racisme. Maar dat op zich is evenzeer een leugentje-om-bestwil: de mainstream media bestempelen het internet (Facebook, Twitter, de blogosfeer) als onbetrouwbaar en ranzig, omdat ze zelf geen objectiviteit bezitten, en daar eigenlijk zelfs geen probleem mee hebben. Op die manier lijkt de term post-truth vooral een hoax, gefabriceerd om de reguliere journalistiek uit de wind te zetten.
 
De realiteit is dat vandaag vrijwel alleen het internet nog een dam opwerpt tegen de georganiseerde misleiding, ook al pogen politieke partijen het te infiltreren en proberen de media mee op de internetkar te wippen, voor zover ze het niet verbanvloeken. Post-truth, het woord alleen al, alsof er ooit een tijdperk van de truth is geweest. De waarheid van een krant blijkt uit haar calorisch vermogen, op het moment dat je er de stoof mee aansteekt,- schreef ik al in 2009. 
 
 
Johan Sanctorum is filosoof, publicist en Doorbraak-columnist.
Tags

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties