JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Proactief omgaan met het extremisme van links én van rechts

John Dejaeger20/5/2019Leestijd 6 minuten
De democratie in Europa moet een antwoord bieden op zowel extreemrechts als
extreemlinks.

De democratie in Europa moet een antwoord bieden op zowel extreemrechts als extreemlinks.

foto © Reporters

Onze vrije democratie duurzaam verankeren, kan maar als we beginnen met de vele problemen en uitdagingen te benoemen in plaats van ze te negeren, stelt ondernemer John Dejaeger.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het gezegde ‘les extrèmes se touchent ‘ geldt zeker ook voor regimes van extreemlinks en van extreemrechts die, eens ze aan de macht komen via radicalisering, uitsluiting van vrije meningsuiting en repressie mekaar als het ware ontmoeten in agressie, vervolgingen en onderdrukking. Al bij al maakt het dus niet uit of die politiek zich uiterst links of uiterst rechts noemt. Miljoenen mensen kunnen het slachtoffer zijn van linkse of rechtse ideologische haat en woede.

Is er een verschil tussen de massamoorden georganiseerd door rechtse regimes zoals deze van Hitler in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog en deze van Franco tijdens en na de burgeroorlog in Spanje of de massamoorden georganiseerd door linkse regimes zoals de Rode Khmers van Pol Pot in Cambodja, Stalin in de Sovjet-Unie of Mao Zedong tijdens de culturele revolutie in China? De Holocaust gebeurde in Europa en leeft daardoor sterker in onze herinnering. In al deze gevallen ging het echter om misdrijven waarbij honderdduizenden en zelfs miljoenen onschuldige burgers hun leven lieten door de exploten van extreemrechts of extreemlinks.

Media gedogen extreemlinks

En toch wordt extreemlinks blijkbaar eerder gedoogd en aanvaard dan extreemrechts. Ook in eigen land waar de meeste media dit als gemeen gedachtegoed ondersteunen.

Links wordt doorgaans geassocieerd met het opkomen voor minderbedeelden, verwelkomen van vluchtelingen en migranten, herverdelen van rijkdom en welvaart door een sterk regulerende overheid. Streven naar een maakbare, multiculturele samenleving, bijsturen van klimaatveranderingen, opleggen van andere levenswijzen. Rechts wordt eerder geassocieerd met kapitalisme en vrije markteconomie, streven naar welstand en rijkdom, nadruk op de eigen verantwoordelijkheid en de eigen identiteit, een sterke politiemacht, soevereiniteit, scepticisme over de maakbaarheid van mens en wereld, selectieve economische migratie.

Wie deze lijstjes afvinkt zal zich wellicht in het openbaar eerder links noemen dan rechts. Links heeft de perceptie van morele superioriteit. Links denkende mensen voelen zich wellicht meer doordrongen van morele normen en waarden. En zodoende, bijna automatisch, krijgt ook extreemlinks meer krediet dan extreemrechts. Waar er geen ontkennen aan is wordt vergoelijkend geargumenteerd dat extreemlinks toch van het juiste morele kompas is uit gegaan en achteraf min of meer per ongeluk van de ‘ware leer’ is afgeweken. Extreemrechts gaat in deze perceptievorming ook niet vrij uit. De minste aangelegenheid is goed om overtrokken en bekrompen uit de hoek te komen ; dikwijls met een vulgair en ranzig taalgebruik of met fysieke agressie. Maar ook extreemlinks toont regelmatig het ware gelaat en schuwt het geweld niet. Getuige daarvan bijvoorbeeld de massale rellen en vernielingen tijdens de G20 top van 2017 in Hamburg.

Het gezegde ‘Wie als twintiger niet wat links denkt heeft geen hart; wie als veertiger niet wat rechts denkt heeft geen verstand’ wijst er echter op dat het wezen en de natuur van de meeste mensen verbonden is met vooruit geraken en willen winnen en dat het streven naar individueel bezit en rijkdom daar deel van uitmaken. De meeste mensen denken in de eerste plaats aan zichzelf en aan diegenen die hun dierbaar zijn. De mogelijkheid tot opbouw van eigen bezit en de bescherming van eigen goederen waren in de loop van de geschiedenis steeds cruciaal voor de economische en sociale vooruitgang van een land of een volk. Mits de nodige correcties konden ook anderen delen in de welvaart gegenereerd door de ondernemingszin van pientere individuen. Systemen, zoals de communistische in Oost Europa en Azië,die geprobeerd hebben deze fundamentele levensinstelling grondig te veranderen moesten noodgedwongen op hun stappen terug keren. Helaas gebeurde dit in de meeste gevallen slechts nadat de ontwikkeling van generaties nutteloos werd gefnuikt.

Niets is dus wat het lijkt. Een linkse politiek oogt in theorie misschien socialer maar is dat niet noodzakelijk in de realiteit. Het communisme heeft dit ten overvloede bewezen. Het deugde niet; vooral niet in de praktijk. Het heeft overal armoede en onderdrukking gebracht. Maar ook een ongebreideld kapitalisme leidt tot uitbuiting en vereist correctie en bijsturing.

Frustratie en negativisme

In onze contreien laveren de meeste politieke regimes tussen matig links en matig rechts. Pragmatisme en opportunisme overheersen en leveren meestal een overheid met een afwisselend centrumlinkse of centrumrechtse koers. Daar dreigt nu verandering in te komen. Aan de basis liggen meerdere breuklijnen en een groeiende afkeer voor het gevoerde beleid van de afgelopen jaren. West-Europa genoot de laatste 70 jaar van vrede en democratie en kon heel wat welstand opbouwen. Oost Europa kon zich daarbij aansluiten vanaf de jaren 90 maar heeft nog een hele weg af te leggen. De snelle en uniforme uitbreiding van de Europese Unie tot 28 landen werd niet verteerd. De wereldwijde globalisering van de laatste jaren heeft niet voor iedereen economische voordelen gegenereerd. Disruptieve digitalisering en creatieve destructie zijn modewoorden die velen eerder afschrikken dan begeesteren. De toename van het aantal vluchtelingen, de legale en illegale migratie, de opkomst van de islam, het fundamentalisme en het moslimterrorisme komen over als een bedreiging voor de westerse,moderne en democratische samenleving. De apocalyptische scenario’s rond de klimaatverandering en de veronderstelde verantwoordelijkheid van enkel mens en industrie veroorzaken een ‘fin de siècle’-gevoel van ‘een wereld die om zeep gaat’. Frustratie en negativisme zijn een voedingsbodem voor extremisme.

Frustratie en negativisme ontstaan niet vanzelf. Wanneer de politieke beleidslijnen te sterk overhellen in één richting ontstaat er toenemende onvrede vanuit de andere richting.Voor heel wat burgers heeft Europa de laatste jaren de facto een vrij links parcours gevolgd. Dat politiek correcte en morele discours uitte zich in het dicteren van de maakbaarheid van de samenleving in thema’s als migratie, multicultureel samenleven,globalisering en klimaat en heeft in vele landen de grenzen van de tolerantie opgezocht. Duitsland torst nog steeds de morele last van de Tweede Wereldoorlog en vergaloppeerde zich in de ‘Wiedergutmachungs’-migratie van Merkel.De bedoeling zich op deze wijze vrij te spreken van historische ballast draaide anders uit. Frankrijk heeft zijn economie niet op orde en probeerde dan maar de vlucht vooruit naar meer Europa, onder andere als beste leerling van de klimaatklas. Tot de gele hesjes die dure en arrogante politiek een halt toeriepen. Het Verenigd Koninkrijk koos met de brexit voor de eigen soevereiniteit. En de Europese leiders uiten hun misprijzen over zoveel onbegrip van een bevolking die het grotere plaatje niet begrijpt en ten prooi valt aan extremisme en populisme. Veel kritische zelfreflectie is vooralsnog niet aan de orde.

Diezelfde bevolking kijkt wel raar op wanneer socialisten, de historische voorvechters van het algemeen stemrecht en van de verdediging van de rechten van de arbeiders, zich denigrerend uitlaten over een bevolking die argwanend staat ten opzichte van een ongecontroleerde migratie. Of wanneer christendemocraten, de historische verdedigers van de westerse, christelijk geïnspireerde waarden en cultuur, mee plooien in de tijdsgeest die onder het mom van godsdienstvrijheid en tolerantie toelaat dat andere godsdiensten en culturen hun politiek en hun visie opleggen. Of wanneer liberalen, de historische herauten van de vrijemarkteconomie, mee surfen op de golven van een planeconomie met massaal gesubsidieerde en door de klimaathysterie aangedreven energieplannen.

Is het dan verwonderlijk dat het misnoegen, het extremisme en de polarisering toenemen?

Transfers

Een specifiek maar belangrijk thema uit eigen land spreekt eveneens boekdelen. Sinds meer dan een halve eeuw is Wallonië afhankelijk van de jaarlijkse miljarden transfers vanuit Vlaanderen. En dit niet alleen via de zogenaamde financieringswet maar ook en vooral via de sociale zekerheid. Getuige daarvan zijn onder meer de nog steeds zeer hoge werkloosheid in Wallonië van bijna 10% en het feit dat ongeveer 20% van de jongeren er opgroeien in gezinnen waar niemand werkt. De geldstromen die daar mee gepaard gaan zijn één van de hoofdredenen voor de torenhoge belastingen in dit land. Zonder eigen verantwoordelijkheid blijven betere resultaten in het Franstalige landsgedeelte uit en zijn beide deelstaten uiteindelijk gedoemd samen te verarmen. Is confederalisme of het zelf verantwoordelijk zijn voor de eigen uitgaven én inkomsten dan niet de oplossing om verschillende gemeenschappen met hun eigen dynamiek en met hun eigen politieke keuzes harmonieus te laten samenleven? Blijkbaar niet vanuit het politiek correcte denken dat deze realiteit zo veel mogelijk verzwijgt en elke solidariteit als moreel superieur voorstelt, ook al zet zij te weinig in op de activering en de ontwikkeling van de eigen talenten en bewerkt zij zo de facto weinig of geen vooruitgang.

En zo merken we een onwaarschijnlijke alliantie tussen een behoudsgezind, nostalgisch establishment en links en extreemlinks met als doel het bestendigen van deze transfers, het enige cement van de nog steeds vrij unitaire staat. Ook al is deze keuze kortzichtig en op termijn nefast voor de welvaart van de Vlamingen maar ook van de Franstaligen. Vlaanderen verliest door de hoge lasten gaandeweg economische slagkracht en zal bijgevolg minder in staat zijn om Brussel en Wallonië te blijven ondersteunen. De merkwaardige keuze voor dit Belgische status quo loopt gelijk met de keuze voor links. Iedereen die het handhaven van de aan Vlaanderen opgelegde,hoge solidariteit verdedigt is bijgevolg ‘salonfähig ‘ ; zelfs extreem links. Ook zogenaamde kwaliteitsmedia worden mee ingeschakeld om de wankele, Belgische constructie te stutten met ‘constructieve’ berichtgeving die de realiteit verdoezelt en vervangt door tendentieuze commentaren en opinies van povere kwaliteit.De meeste journalisten werken natuurlijk ook om den brode en binnen een opgelegd redactioneel denkkader. Te veel opportunisme, intellectuele luiheid of vooringenomenheid staan echter haaks op kritische journalistiek en diepgaand onderzoek en schaden uiteindelijk de kwaliteit en de geloofwaardigheid van het medium.

Duurzame democratie

Het gedogen van extreem links en het negeren van extreem rechts leidt tot scheeftrekking en op termijn haast onvermijdelijk tot de verdere groei van uiterst rechts. Om onze democratie duurzaam te verankeren is het nodig de signaalfuncties van alle strekkingen tijdig op te vangen en ten dele om te zetten in proactief en fatsoenlijk beleid. Enkel op die manier kunnen extreme stromingen worden afgeremd. De geschiedenis heeft ten overvloede aangetoond dat een ongebreideld extremisme of fundamentalisme van rechts en van links de kiemen van een gruwelijk ontaarden in zich draagt. Diezelfde geschiedenis heeft eveneens aangetoond dat de abdicatie van de politieke overheden en van de media om wantoestanden tijdig te benoemen én op te lossen de groei van het extremisme alleen maar in de hand werkt en dus een grotere bedreiging is voor de democratie dan het door hen zelf elke dag opnieuw ontdekte populisme.

John Dejaeger is gewezen president en gedelegeerd bestuurder van BASF Antwerpen, gewezen CEO van Lamifil en bestuurder van vennootschappen.

Commentaren en reacties