JavaScript is required for this website to work.
Zonder categorie

Problemen dienen om begraven te worden

Harry De Paepe9/9/2020Leestijd 3 minuten
Van Gogh, ‘Oude man met hoge hoed’

Van Gogh, ‘Oude man met hoge hoed’

foto © AFP

Politici lijken soms sterk op de grootvader van Harry De Paepe. Die had ook een bijzondere manier om problemen op te lossen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Politici doen me regelmatig denken aan mijn grootvader zaliger. En neen, ik wil die arme ziel daar geenszins mee beledigen.

Een andere tijd 

Mijn grootvader kwam op de wereld in 1910 en beleefde twee wereldoorlogen. Volgens de familielegende verstopte hij zich in de schouw toen de Duitsers hem als arbeider wilde opeisen in de jaren 40. Het fijne van het verhaal ken ik niet. Hij moet ooit een verdomd goeie schrijnwerker geweest zijn. In mijn herinnering zie ik hem vooral als een oude, knorrige man in een oud, knorrig huis. Je kon enkel bij hem binnen als je een grote sleutel in een luid klikkend slot stopte.

Een smalle gang leidde je dan naar de achterste plaats, onderweg passeerde je daarbij de voorste plaats. Die werd alleen gebruikt op zondag en op feestdagen. Maar hij vierde weinig feest, dus veel zaten we daar niet. De gang herbergde ook een bakelieten telefoon die alles en iedereen dooreenschudde wanneer iemand belde. Hij leefde in een andere tijd dan de wereld rondom hem.

Moeilijk woord

De achterste plaats was de eetkamer, met ernaast de keuken die meteen ook de badkamer vormde. Het toilet vond je buiten. U raadt het al, een huisje met een plank met een gat in. Ik zie nog altijd de vliegenvangers boven de keukentafel voor me. De vliegen die erop plakten vochten tegen hun trage dood. Centraal stond er een zwarte kolenkachel. Mijn grootvader zat steevast links van die kachel, omringd door de rook van zijn sigaretten die hij zelf rolde en dan op een pipetje stopte. De zware dampen halveerden het aantal vliegen in huis. De andere helft plakte op die gele slingers.

Hij las zijn krant met een oude, dikke bril. Toen mijn grootmoeder nog leefde – zij was van 1905 – las zij hem voor uit de krant. Ze bezat een bijzondere techniek bij het voorlezen. Moeilijke woorden in de artikels sprak ze niet uit. Ze omschreef ze gewoon als: ‘moeilijk woord’ en las dan verder. Toen ze er niet meer was, las hij zelf de krant. Met die dikke bril op. Hij gebruikte dezelfde bril om naar de televisie te kijken. Die stond aan de andere kant van de kamer, voorbij het keukentafeltje waarboven het slingerkerkhof voor vliegen hing en waarop de thermos met koffie stond. Mijn grootvader bezat geen kleurentelevisie, maar dat moest ook niet. De televisie was vooral luid, heel luid, en dat volstond voor de man.

Kijk- en luistergeld 

Op een dag huppelde ik achter mijn ouders aan de achterste plaats binnen. Er hing de gebruikelijke smog. Mijn grootvader zat door het raam naar buiten te kijken naar de koer, met daarachter de groentetuin. Hij slurpte van zijn bol koffie. Koffie dronk hij niet uit een mok of een kop, maar uit een kom. ‘Een bol kaffee’. De plaats waar de tv stond was leeg. Zijn toestel bleek verdwenen. Het was nog de tijd van het ‘Kijk- en Luistergeld’, een belasting op het radio- en televisiebezit van de burger.

Mijn grootvader was nogal krenterig – misschien omdat hij twee oorlogen had meegemaakt – en de oude man besliste dat hij die belasting niet meer wilde betalen. Hij deed zijn televisie weg. Maar hij had geen auto. Hoe had hij dat dan geflikt? Eerst vermoedden mijn ouders dat hij de televisie boven op zolder had verstopt. Die suggestie vond hij grappig. ‘Nee’, zei hij. ‘Den teevee zit in mijnen hof.’ Mijn grootvader zaliger had er niks beters op gevonden dan zijn televisie te begraven in de tuin. Hopla, de tv is weg!

Problemen in de grond

De man is straks vijfentwintig jaar dood. Zijn huis is al lang van iemand anders. Soms rijd ik er nog eens voorbij en dan kijk ik er altijd even naar. Op een dag zullen die andere eigenaars vaststellen dat er uit de grond een tv groeit. En ik vrees sterk dat het niet het enige is. Misschien ontdekten ze het toestel ondertussen al.

Vele politici handelen zoals mijn grootvader handelde. Vervelende problemen begraven ze liever in de grond en dan doen ze alsof die problemen opgelost zijn. Maar op een dag braakt de bodem die problemen gewoon weer uit. Dat veroorzaakt dan weer een hoop gevloek.

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties