JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Alain Grootaers in gesprek met ouder koppel: ‘Hier is het ook goed’

foto © Pixabay

Een podcast waarin Alain Grootaers in een Antwerps café twee bejaarden ontmoet

‘Ach, het is hier toch ook goed’. De vrouw zegt het een beetje aarzelend terwijl ze in haar glas Duvel kijkt alsof ze er bevestiging in zoekt voor haar woorden. Haar man zit zwijgend naast haar en monkellacht op een manier waarop mannen, die meer dan 50 jaar getrouwd zijn een patent lijken te hebben.

Een voorzichtige vorm van ironie gecombineerd met een matte moedeloosheid, die men vaak ziet bij oudere stellen waarbij de man zwijgt en de vrouw praat. Zacht zuchtende levende voorbeelden uit Willem Elsschot zijn gedicht ‘Het Huwelijk’. U kent dat stukje vast ook van buiten: ‘Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat’.

Smoezelige volkscafé

Het bejaarde stel is aan mijn tafeltje komen zitten omdat het café op dit uur altijd aardig volloopt en er verder nergens meer een plaatsje te bekennen was. Ik zat alleen aan de tafel, te mediteren in mijn blauwe Chimay en had voorgesteld om aan mijn tafel bij te schuiven, toen ik merkte dat het koppel een beetje radeloos rond keek, op zoek naar een vrije stoel.

Dit oude, wat smoezelige volkscafé in hartje Antwerpen is mijn vaste stop telkens ik nog eens in België ben, voor familiebezoek of werk. Het is het tegengestelde van hip en daardoor contradictorisch genoeg opnieuw hip bij een beperkt publiek. De vaste bezoekers trekken zich daar niks van aan wat de aantrekkingskracht op zijn beurt versterkt. Ja, de wereld is erg meta tegenwoordig.

Waasland

Dat ze op bezoek zijn in Antwerpen voor twee dagen, vertelt de vrouw. Ze zijn niet van hier, maar van het Waasland. Van over het water, voegt ze er voor alle zekerheid aan toe, voor het geval ik het Waasland niet meteen zou weten te lokaliseren. Het was zeker al veertig jaar geleden dat ze nog in Antwerpen waren geweest. Als het niet meer was. Met de kinderen, toen.

Ze hadden de zoo bezocht en waren onder de Schelde naar Sint-Anneke gewandeld, door de voetgangerstunnel en daarna nog een heel eind naar de bocht in de Schelde. De voetgangerstunnel met die roltrappen! Dat vonden ze bijzonder: roltrappen die je tot onder de Schelde brachten. De Innovation op de Meir had ook roltrappen, maar die van de voetgangerstunnel vonden ze toen toch heel bijzonder! Ze waren naar linkeroever gegaan omdat dat Antwerpen was, maar toch ook weer ‘over ’t water’, terug richting huis. Te voet nog wel, ja ja.

En nu waren ze dus terug, want ze hadden een weekendje Antwerpen cadeau gekregen van hun kinderen. De man had nog altijd niets gezegd en keek door het raam naar buiten waar de regen zachtjes op de kasseien van de oude stad viel. Zijn bolleke De Coninck was leeg en hij gebaarde de waardin om ze nog eens vol te doen door met zijn vinger boven zijn bolleke glas een rondje in de lucht te draaien. Dat was zijn vrouw niet ontgaan want ik ontwaarde een licht draaiende beweging met haar ogen in een opwaartse richting.

Smeerlappen

Of ik in Antwerpen woonde vroeg ze, om de stilte op te vullen die er viel.

In Málaga, antwoordde ik naar waarheid. In het zuiden van Spanje.

Daar waren ze nog nooit geweest zei ze. En het zal er ook nooit van komen, want met de huidige prijzen voor gas en elektriciteit schiet er aan het einde van de maand niet veel meer over van ons pensioen.

‘Smeerlappen’, zei de man ineens. Dit had duidelijk een gevoelige snaar geraakt. ‘Een heel leven gewerkt als een paard en dan nog moeten schrapen om de elektriciteit en het gas te kunnen betalen. We lijken wel arme luizen nu. Gelukkig hebben we ons eigen huisje. Als we nu nog huishuur hadden moeten betalen waren we helemaal aan de arme geraakt.  In het zuiden van Spanje zal je wel niet veel moeten stoken in de winter. En je zit er waarschijnlijk ook niet met zo’n bende dieven van politiekers als hier!’

Nog voor ik kon opperen dat ook in Spanje de politici niet helemaal onbesproken zijn, kwam de vrouw tussen.

‘Ach, het is hier toch ook goed’, zei ze terwijl ze zachtjes en liefdevol de hand van haar man vastpakte. Ik knikte maar en nam een teug van mijn Chimay, terwijl ik aan het zonovergoten strand in Málaga dacht waar ze op dit moment ongetwijfeld sardientjes aan het roosteren waren. Buiten tikte de regen nog altijd tegen het raam. ‘Hier is het ook goed’, mompelde de vrouw opnieuw.

Alain Grootaers (1964) was achtereenvolgens profvoetballer (1 jaar), journalist (altijd al), hoofdredacteur, uitgever, radio- en tv maker, auteur, olijfboer, reisorganisator en documentairemaker. Sommigen zouden zeggen: twaalf stielen en dertien ongelukken maar zelf houdt hij het op: uomo universalis. Hij woont op een boerderij in Andalucía.

Commentaren en reacties