Huwelijksproblemen in Afrika
foto © Pixabay
Waarin Alain ‘opa’ genoemd wordt en huwelijksraad moet geven aan Adam.
Ze noemen me hier baba. Op een vriendelijke manier, uiteraard. Als een koosnaampje. Maar het komt toch wel binnen. Het moet mijn grijze baard zijn – ongetwijfeld – die dit oproept bij mijn Afrikaanse vrienden. Of het zal een teken van eerbied zijn. Dát is het! Eerbied!
Maar waarvoor dan. Toch weer voor mijn grijze haren. Zou er ook een Afrikaans lied zijn dat de eerbied voor grijze haren bezingt, vraag ik me dan af. Baba. Opa. Het is me wat. De eerste die me met ‘baba’ aansprak was Adam. Zoals ik in een eerdere podcast al uitlegde, is dat vermoedelijk niet zijn echte naam. Om het ons gemakkelijk te maken, verwestersen de Afrikanen hun Afrikaanse naam graag naar een gemakkelijker klinkend alternatief.
Adam
Adam werkt op één van de vele specerijenboerderijen op het eiland Zanzibar en beschouwde me twee dagen nadat we elkaar hadden ontmoet blijkbaar als een vertrouweling. We zaten op zijn boerderij onder een mangoboom, wachtend op het middageten dat ter plaatse werd bereid. Vandaag staan er gestampte maniokbladeren met look in kokosmelk, kip, apenbrood met chilisaus, maniokwortelfrieten en pilaurijst, en andere exotische dingen op het menu. Alles geplukt uit Adam zijn klein paradijs. Ook de kippen.
‘Maar de lochting maakt toch vele goe’, zong Ivan Heylen decennia geleden. Geef hem eens ongelijk. Twee vriendinnen en een vriend van Adam zijn al meer dan twee uur bezig met het kookproces. Vers eten is hier ook echt vers eten. De kokosnoot werd onder onze ogen uit de kokospalm gehaald, door een jongen met spieren als kabels die lenig en zonder vrees de acht meter hoge kokospalm inkroop en fluitend enkele kokosnoten lossneed.
Veertig minuten
Vervolgens werd de kokosnoot opengemaakt en het kokoswater opgevangen, waarna de vrouwen het binnenste vruchtvlees van de de kokosnoot losschraapten met een puntig mes dat aan de voorkant van hun houten v-vormig stoeltje was vastgemaakt. Een zwaar werkje voor armen en polsen dat gemakkelijk twintig minuten per kokosnoot in beslag nam. Daarna werd het kokos-schraapsel met wat water gemengd en uitgewrongen tot kokosmelk. Alleen dat hele proces duurde meer dan 40 minuten.
Ik zal nooit meer een blikje kokosmelk uit de supermarkt kunnen opendraaien zonder hieraan te denken. Hetzelfde gold voor alle andere ingrediënten: voor onze ogen werden de groenten geschraapt, gepeld, geschild, geplet, gewassen. Kruiden en specerijen werden fijngestampt in een vijzel. Tientallen kleine teentjes look werden geduldig van hun schilletje ontdaan.
Huwelijksproblemen
Terwijl Adam en ik mee hielpen met het schillen van groenten, stortte hij zijn hart uit. ‘Baba’, zei hij, ‘ik heb huwelijksproblemen’. Ik schrok een beetje, want bij mij vorige bezoek aan Zanzibar had een andere jongeman me ook al in vertrouwen genomen en verteld over zijn impotentieproblemen, die gelukkig waren opgelost met een lokaal middeltje.
Terwijl Adam zijn keel een beetje verlegen schraapte hoopte ik stiekem dat het huwelijksprobleem van deze jongeman ook zijn seksleven betrof, want dan kon ik namelijk het recept overnemen dat de vorige jongen, waarbij de fallus impudicus maar niet meer in bloei wilde komen, me had verteld. Het betrof een recept van octopus met gember en limoen als ik me het goed herinner. Wie kan daar nu tegen zijn?
Het staat sindsdien dagelijks op mijn menu.
Jaloers
‘Baba, mijn vrouw is erg jaloers’, stak Adam eindelijk van wal. Dus toch geen impotentie. ‘Als ik wat later wegblijf, belt ze me de hele tijd. Als ik ‘s avonds thuiskom vraagt ze me honderduit waar ik ben geweest, terwijl ze heel goed weet dat ik de hele dag op de boerderij ben. En heel vaak heeft ze dan ylang-ylang-bloemen op het bed uitgestrooid en zich mooi gemaakt. Dan weet je wel hoe laat het is.
Ik ben dan vaak moe van het werken op de boerderij, begrijp je. Ik wil dan gewoon naar mijn vrienden gaan om samen naar het voetbal op tv te kijken. Rustig. Maar dan denkt mijn vrouw dat ik haar overdag heb bedrogen met een andere vrouw en dat ik daardoor geen fut meer heb. Wat moet ik doen, baba?’
Ik plukte voor het dramatische effect even peinzend aan mijn grijze baard en legde mijn hand vaderlijk op de jongeman zijn knie. “Geen nood. Ik weet de oplossing’, zei ik begrijpend. ‘Wat het voetbal betreft: neem haar mee naar je vrienden. Ofwel zal ze het fantastisch vinden, al die getatoeëerde gespierde lijven die hun shirt uittrekken bij een doelpunt, ofwel vindt ze het razend vervelend met dat buitenspel enzo en blijft ze in de toekomst thuis. En wat die vermoeidheid in de bedstee betreft, goede vriend, één raad: octopus met veel gember en limoen. Elke dag, ’s middags.’
Adam zijn ogen lichtten op. ‘Asante sana, baba’, zei hij en hij omhelsde me. ‘Hakuna matata’, antwoordde ik. Daar zijn immers baba’s voor.
Alain Grootaers (1964) was achtereenvolgens profvoetballer (1 jaar), journalist (altijd al), hoofdredacteur, uitgever, radio- en tv maker, auteur, olijfboer, reisorganisator en documentairemaker. Sommigen zouden zeggen: twaalf stielen en dertien ongelukken maar zelf houdt hij het op: uomo universalis. Hij woont op een boerderij in Andalucía.
Ook televisiepresentatoren zouden vandaag een ‘voorbeeldfunctie’ hebben. Dat is klinkklare onzin.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.