Peter Van Aelst: ‘Wij zijn een toeschouwersdemocratie’
De app van het Vlaams Belang is een volgende stap in politieke communicatie
foto ©
Politieke advertenties op het internet zijn niet langer te vermijden. Maar wat is de invloed ervan op het publiek? En kan het financieren van advertenties met belastinggeld ethisch verantwoord worden?
Politieke advertenties op Facebook, filmpjes op Instagram en tweets zijn vandaag de dag schering en inslag. Onlangs lanceerde Vlaams Belang zelfs haar eigen app. De communicatiemiddelen van politici zijn niet meer beperkt tot de kijkbuis. Integendeel, de mogelijkheden worden alsmaar ruimer en ingewikkelder. Maar wat is de invloed van sociale media op hun publiek? En mogen advertenties met belastinggeld gefinancierd worden? Wij bespraken dit onderwerp met professor Peter van Aelst, onderzoeksprofessor aan de Universiteit Antwerpen. Hij is gespecialiseerd in politieke communicatie en stichtte de onderzoeksgroep ‘Media, Middenveld en Politiek’.
Een veranderlijke realiteit
Politieke communicatie is een breed veld, dat veranderlijk is afhankelijk van het politieke klimaat en de beschikbare middelen. Vroeger gebruikten politici vooral kranten en televisie om hun standpunten aan de man te brengen, maar vandaag focussen partijen zich vooral op sociale media. Zeker extreme partijen zoals Vlaams Belang of de Partij van de Arbeid (PVDA) zijn enorm actief op online platformen.
De enorme uitbreiding van communicatiemogelijkheden zorgt voor een toenemende moeilijkheid om dat domein te bestuderen. Ook voor politici wordt de communicatie alsmaar ingewikkelder. Al die platformen hebben immers hun eigenheid, hun eigen luisteraars, hun eigen gewoontes,… Toch probeert een goede politicus zijn visie door te drukken op alle mogelijke manieren, waardoor hij rekening moet houden met tal van verschillende elementen.
De onlinewereld als belangrijkste communicatiemiddel
Is de onlinewereld het belangrijkste communicatiemiddel voor een politicus in het huidige politieke klimaat? Dat verschilt van politicus tot politicus. Stel dat we bijvoorbeeld Alexander de Croo onder de loep nemen. De Croo heeft gemakkelijk toegang tot klassieke media, waardoor voor hem de sociale media niet het belangrijkste communicatiemiddel zijn. Andere politici worden zelden of niet uitgenodigd om te spreken tijdens een televisieprogramma, en dan is het internet een prima alternatief. ‘Politici zijn heel vaak met sociale media bezig. Het is een onderdeel van hun dagtaak. Hoe minder een politicus toegang heeft tot andere communicatiemiddelen, hoe meer hij zich op het internet zal toeleggen’.
De sociale media fungeren dus eigenlijk als een soort back-up. Kijk bijvoorbeeld naar Vlaams Belang of PVDA, die de laatste tijd meer en meer in het nieuws verschijnen omwille van hun grote uitgaven aan onlineadvertenties. Die partijen werden gedwongen om het internet te omarmen, maar zien de voordelen er vandaag wel van in.
Het feit dat Vlaams Belang en PVDA minder in de klassieke media aanwezig zijn, is logisch aangezien zij in geen enkele regering vertegenwoordigd worden. Zij hebben geen ministers, kunnen geen beleid uitstippelen en worden daardoor niet uitgenodigd op klassieke media waardoor hun partij veel minder aandacht krijgt.
De nieuwsmedia focussen op mensen die beleidslijnen kunnen uittekenen, op mensen die iets kunnen neerzetten. Als je dan zoals Vlaams Belang structureel in de oppositie zit, op alle niveaus, dan ontstaat er frustratie. Dat reflecteert zich op sociale media. ‘Je moet het visualiseren als een balk, waarin het aandeel online versus klassieke media wel eens durft verschillen, maar partijen moeten toch op een of andere manier communiceren’.
Adverteren met belastinggeld?
Klassieke media zijn gratis, maar je moet er voor uitgenodigd worden. Veel politici worden zelden tot nooit gevraagd om daaraan deel te nemen, waardoor zij hun toevlucht moeten zoeken tot andere middelen. Advertenties daarentegen zijn wel betalend en extreme partijen geven het meeste uit aan die advertenties. Moeten we dat ook begrenzen? Is dat niet onrechtvaardig, aangezien extreme partijen al in de klassieke media geweigerd worden?
Op sociale media spelen zich twee debatten af. Allereerst mag men vrij posten of tweeten. De vrije meningsuiting is immers een belangrijk onderdeel van ons Belgisch stelsel. Ten tweede moet men zich afvragen of de financiering van advertenties op sociale media met belastinggeld ethisch verantwoord kan worden. Het afgrenzen van die mogelijkheid om advertenties te maken, beperkt dan weer de vrijheid van bepaalde partijen, die eigenlijk al geblokt worden in de klassieke media.
Een blik naar de rest van Europa
Binnen Europa klimt België op naar één van de meest betalende landen aan advertenties op sociale media. De focus op de politieke markt is echter overal zo. Dat is een van de weinige dingen die overal gelijk lopen. Extreme partijen zullen zich altijd meer op sociale media toeleggen, en daar een relatief voordeel uithalen. Dat heeft niet enkel te maken met geld, maar met het feit dat die media beter voor hen werken. Zo is hun publiek actiever, bozer, … ‘Het is geen Vlaams fenomeen dat Vlaams Belang het zo goed doet op sociale media’.
Een toenemende polarisering
Sociale media werken voor een stuk polariserend. Het gaat om een radicalere manier van meningsuiting. Duidelijke standpunten werken beter. Bovendien zijn er ook bepaalde thema’s, waaronder migratie, die populair zijn op sociale media. Hoe minder beleidsverantwoordelijkheid een partij heeft, hoe radicaler ze kan zijn. Daardoor worstelen centrumpartijen meer met sociale media, dan extreme partijen.
Vlaams Belang bracht onlangs haar eigen app uit. Enkel echte supporters downloaden die app, waardoor het belang ervan gerelativeerd moet worden. Zij zijn ook de enigen die de informatie voortvloeiend uit de app ontvangen. Dat is toch anders dan andere sociale media, waar constant geliket en gedeeld wordt.
Van Aelst ziet de app niet als een vervanger van sociale media. Het is volgens hem eigenlijk een laagdrempelige manier om de mensen het gevoel te geven dat ze ertoe doen. ‘Wij zijn een toeschouwersdemocratie, we kijken naar de politiek maar doen zelden mee’. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Amerika waar mensen mee aan de deuren bellen als de verkiezingen eraan komen, moet je in België al tot een partij behoren vooraleer je daarin actief kan participeren.
Tweerichtingsverkeer
Ook de manier waarop mensen interageren met de sociale media verandert. Het internet heeft invloed op onze emoties. Vaak zijn er talloze boze reacties te vinden op pagina’s van politici. Mensen gaan vooral op zoek naar andere mensen die hun mening bevestigen of naar mensen die een andere mening hebben om er dan tegen te tieren. Op een normale manier spreken met iemand die een andere mening heeft wordt alsmaar moeilijker.
Verwacht Van Aelst nog veranderingen in de manier waarop men politiek communiceert? ‘Dat is heel moeilijk te zeggen. Er is een kloof tussen burger en politiek, maar ook tussen burger en justitie. Het idee dat er een kloof is tussen mensen op straat en politici die overal rondlopen en eigenlijk met de mensen begaan zouden moeten zijn, is moeilijk dicht te communiceren. Eigenlijk geldt eerder het omgekeerde. Sociale media worden ook gebruikt om met de eigen achterban connectie te maken, maar niet om mensen samen te brengen of consensus te creëren. Vrije meningsuiting is heel belangrijk, maar we moeten meer zoeken naar andere vormen om elkaar terug te vinden en het debat aan te gaan’.
Redacteur: Wannes Bok
Personen |
---|
David Geens is IT-engineer en bestuurder en investeerder in verschillende vennootschappen. Bij Doorbraak focust hij zich op de audiovisuele activiteiten zoals de podcast en video interviews.
Neyskens en Asselman brengen informatie over de rechtszaken tegen Trump, de actie van de migranten in de VS en voorspellen de senaatsverkiezingen.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.