Elektrische autopeds vinden ook hun ingang in Málaga
foto © Unsplash
Alain komt tussen de plastic serres van Almería een Senegalese arbeider tegen op een elektrische step.
Net zoals in alle andere grote steden zowat overal in de Westerse wereld, heeft de elektrische autoped ook al lang ingang gevonden in Málaga. Als je niet uitkijkt struikel je wel om de tien meter over een argeloos weggelegde trottinette.
Ik moet tot mijn eerlijke schaamte toegeven dat ik dit vreemde vervoermiddel bij wijze van proef ook een keertje heb uitgeprobeerd, toen ik me van de ene kant van de stad naar de andere kant moest begeven en ik te lui was om te voet te gaan. Het is eerlijk gezegd niet mijn favoriete manier van voortbewegen. Zo’n ding gaat me veel te snel voor zijn carrosserie en zijn kleine wieltjes. Bovendien lijken de gebruikers van deze vorm van voortbeweging me vaak ook niet de handigsten in het verkeer als ze zo bezig zie.
Kindertijd
Als kind gebruikte ik de trottinette wél met veel plezier, maar toen was ik zeven jaar oud en wist ik niet beter. Bovendien waren die dingen toen nog niet elektrisch. Mijn step werkte nog op ouderwetse spierkracht, hetgeen als groot voordeel heeft dat als je moe wordt, de snelheid daalt, wat meteen het gevaar op ernstige verwondingen sterk vermindert.
Het ergste dat je er aan over kon houden was een geschaafde knie die vervolgens met speeksel van je moeder wonderbaarlijk genas. Maar nu razen jongelingen en hippe ouderen in een midlifecrisis dus met die elektrische dingen door de stad, al dan niet getooid met een helm.
Kust van Almería
Tenminste: ik dácht dat het een stads gegeven was, want tot mijn niet geringe verbazing zag ik vorige week tijdens een tocht langs de kust van Almería dat de elektrische trottinette nu ook ingang heeft gevonden op het platteland. Die kust wordt hier ook wel de ‘mar de plastico’ genoemd vanwege de kilometerslange plastic serres die het landschap ontsieren. Het was tussen haakjes ook de titel van een populaire Spaanse politieserie die zich hier afspeelde.
In die zee van plastic zwoegen dagelijks duizenden al dan niet illegale arbeiders, afkomstig uit Afrika, om de rest van Europa in de zomer, herfst, winter en lente te voorzien van tomaten, paprika’s, aubergines en courgetten. Tijdens mijn tochtje met de motor langs de smalle wegen tussen de plastieken kassen, stopte ik even voor een sanitaire pauze.
Toen ik terug bij mijn motor aankwam, stond een zwarte jongeman gefascineerd naar mijn motor te kijken. Mijn Royal Enfield Classic is namelijk zo’n motor waar mensen graag naar kijken omdat het model regelrecht uit de jaren vijftig komt, zodat het een zekere nostalgie oproept.
Amadou
De jongen heette Amadou en kwam uit Senegal vertelde hij. Amadou zijn gaaf gebit lichtte op in zijn gelaat toen hij hoorde dat ik ook Frans sprak. Hij wees op mijn motor en stelde de klassieke vragen. ‘Hoeveel cc en wat kost hij?’ ‘500 cc en 6.000 euro nieuwprijs’, antwoordde ik naar waarheid. Dat 500 cc en 6.000 euro eigenlijk niet veel is liet ik maar achterwege. Ik kon me voorstellen dat voor iemand die in een serre groenten en fruit staat te plukken alles wat meer dan 50 euro kost al duur is.
‘Ce n’est pas cher’, haalde Amadou me gelijk uit paternalistisch gepeins. ‘Ik heb een vriend die een tweedehands Suzuki heeft gekocht voor 9.000 euro, dus dit valt reuze mee. Maar ik rij zelf nu met een elektrische trottinette die ik tweedehands heb gekocht van een Marokkaanse vriend die terug naar huis is vertrokken. Ik had ook een fiets kunnen kopen, maar na een dag werken in de serres is dit leuker om naar huis te rijden. Het is toch gauw een tiental kilometer.’ ‘Het is de eerste keer dat ik die dingen hier zie’, antwoordde ik. ‘Ik dacht dat ze alleen in de stad gebruikt werden. Om te huren.’
Toekomst
‘Oh, maar er rijden er hier veel rond. En niks huren: er was enkele maanden geleden een aanbieding in de Lidl! En van de baas mag ik ‘m hier in de serre opladen! Kost me niks! Voor een motorfiets heb ik een verzekering en een rijbewijs nodig en voor deze trottinette helemaal niks. Dit is de toekomst, mon ami. Misschien moet ik er een paar meenemen naar Dakar: ik wed dat het een goede handel is.’
Amadou groette me ten afscheid en zoefde geruisloos naar huis. Het leek me geen slecht idee van hem, die handel in elektrische trottinettes in Dakar. Al blijf ik de oude houten autoped van vroeger toch nog altijd de voorkeur geven omdat ze veiliger zijn, bedacht ik me toen ik Amadou aan 120 per uur in een scherpe bocht voorbijstak en hij van het schrikken in de berm belandde. Hij zwaaide me nog na met een gebalde vuist. Vast een Senegalese manier om me een veilige reis te wensen.
Alain Grootaers (1964) was achtereenvolgens profvoetballer (1 jaar), journalist (altijd al), hoofdredacteur, uitgever, radio- en tv maker, auteur, olijfboer, reisorganisator en documentairemaker. Sommigen zouden zeggen: twaalf stielen en dertien ongelukken maar zelf houdt hij het op: uomo universalis. Hij woont op een boerderij in Andalucía.
Ook televisiepresentatoren zouden vandaag een ‘voorbeeldfunctie’ hebben. Dat is klinkklare onzin.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.