Homonetwerk in katholieke kerk blootgelegd
Titel | Sodoma |
---|---|
Subtitel | Het Geheim van het Vaticaan |
Auteur | Frédéric Martel |
Uitgever | Balans |
ISBN | 9789463820158 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 670 |
Prijs | € 24.99 |
Er is een breed vertakt homo-netwerk in de Katholieke Kerk en die doen meer dan elkaar beschermen, ze bepalen mee de koers van de kerk.
De katholieke kerk staat onder druk. De aanhoudende schandalen rond seksueel misbruik van jongeren en kinderen weegt. Paus Franciscus probeert het tij te keren, maar in vele bisdommen is er nog een reflex om niet het belang van de slachtoffers, maar ‘de Kerk’ te beschermen. De zwijgspiraal wordt maar moeilijk doorbroken.
Over de redenen van de pedofilie en de zwijgspiraal wordt veel gezegd en geschreven. Het gaat om macht, seksuele roofdieren die nooit priester hadden mogen worden, en volgens conservatieven heeft het te maken met homoseksualiteit. Paus Benedictus verwoordde dat onlangs nog.
Homoseksuele priesters
Over homoseksualiteit in de kerk valt veel te zeggen. Frédéric Martel, een Franse schrijver die al meerdere boeken over homo-thema’s schreef trok er enkele jaren voor uit om de homoseksualiteit in de katholieke kerk in kaart te brengen. Hij publiceerde een vuistdik (669 blz.) met de verhalen die hij daarover vond: Sodoma; Het geheim van het Vaticaan. Het boek verscheen wereldwijd, tegelijkertijd in verschillende talen.
Martel wou geen schandaalboek schrijven of prelaten outen met naam en toenaam, al gaan zijn insinuaties wel erg ver. Over de onlangs overleden kardinaal uit Cuba Jaime Ortega bijvoorbeeld. Je gaat met Martel mee naar het (al dan niet luxueuze) appartement van kardinalen en andere priesters of bisschoppen met functies in het internationaal bestuur van de kerk in Rome. Je leert hun jonge inwonende secretaris kennen. Hun garderobe en hun ideeën. Vaak zijn ze verrassend open over hun geaardheid die intern meestal geen geheim is.
Homonetwerk
Sodoma legt geen gecentraliseerd homo-netwerk of lobby bloot, maar het netwerk is er wel. Een vertakt netwerk van homoseksuele prelaten die elkaar desnoods haten, maar wel elkaars geheimen bewaren, elkaar de hand boven het hoofd houden. Het boek legt de hypocrisie bloot van heren die openlijk gloedvol pleiten voor gezinswaarden en voor henzelf de waarde van het verplicht celibaat verdedigen, maar wel verdoken in nachtclubs opduiken of mannelijke prostituees laten komen.
De auteur belicht ook de hypocrisie van het sterke antihomostandpunt van vele kardinalen en bisschoppen die zelf seksueel actief zijn als homo. Het is een van de wetten van Sodoma in het boek: hoe strenger antihomo de priester, hoe groter de kans dat hij zelf actief homo is. De meeste homovriendelijke bisschoppen en kardinalen zijn zelf hetero.
Homo’s werden priesters
Toch doet dit boek meer dan in de onwelriekende poel roeren. Martel gaat op zoek naar de oorzaken van deze gang van zaken. Hoe komt het dat zoveel hogere geestelijken (en volgens hem drie van de laatste vijf pausen) in de katholieke kerk homo zijn? Hij keert daarvoor terug naar de jaren 50. Toen was homoseksueel zijn maatschappelijk niet aanvaard. De enige prestigieuze uitweg leek een kerkelijke carrière. Je was er als ongetrouwde man onverdacht. Velen wilden op die manier hun homoseksualiteit in een celibatair en aseksueel leven sublimeren. In een soort afkeer van wie ze waren wilden ze hun seksualiteit niet aanvaarden en niet beleven. Ze deden boete.
Het voordeel van hun keuze was dat ze in een mannelijke wereld, mannen ondereen, terechtkwamen en daar ook gelijkgeaarden ontmoeten. Maar in de jaren 60 en 70, toen in bepaalde delen van de wereld de visie op homoseksualiteit keerde, veranderde ook de visie en het gedrag van de homoseksuele priesters. Ze gingen praktiseren. Het enige wat niet werd getolereerd was er openlijk voor uitkomen. En zo kwam de kerk in een heel bijzondere situatie.
Kiezen voor gelijkgestemden
In het boek verklaart Martel het hoge aantal homoseksuele geestelijken door het effect dat voor functies ‘gelijkgestemden’ worden gezocht. Homoseksuele prelaten die kiezen voor homoseksuelen. Het zou gestart zijn onder Paulus VI en uit de hand gelopen zijn onder het pontificaat van Johannes-Paulus II die zijn homoseksuele entourage niet als dusdanig herkende of wou herkennen. Uit die periode stammen ook de grootste schandalen die in het boek beschreven worden: de situatie in Colombia, de Legionairs van Christus, prostitutie op kosten van de Kerk…
De omvang van het netwerk en de driestheid van sommigen zou voor Benedictus XVI ook de doorslag gegeven hebben om af te treden. Over de mannelijke vriendschappen van Benedictus valt ook een en ander te zeggen, maar hij zag in dat er paal en perk gesteld moest worden en dat hij niet de man was om dat te doen.
Gevolgen zelfs voor de leer?
Het hele verhaal heeft volgens ook een impact op de leer van de Kerk. Paulus VI heeft een belangrijke rol gespeeld in de bepaling van de seksuele moraal van de katholieke kerk. Speelde zijn geaardheid en misogynie van hem en zijn omgeving daarin een rol? Over de totstandkoming van Humanae Vitae, de encycliek over de seksuele moraal is ook al veel gezegd. Maar Martel laat duidelijk doorschemeren dat de seksuele geaardheid van hoge kerkelijke bestuurders dus wel degelijk een rol speelt en gespeeld heeft in het bepalen van de leer van de Kerk. Het stemt tot nadenken.
Mediastilte
Er is geen rechtstreeks verband tussen pedofilie en de homoseksualiteit in de Kerk. Maar er is wel een onrechtstreeks verband. De zwijgcultuur rond homoseksualiteit heeft zich doorgezet in pedofilieaffaires. Men ging er op dezelfde manier mee om. Dat is een zeer ongemakkelijke waarheid. Het is misschien ook de reden waarom in de media vrij weinig over dit opmerkelijke boek is vernomen.
Sodoma brengt de homofilie in kaart en de gevolgen voor de Kerk, maar dat is voor veel media glad ijs omdat het kan overkomen als kritiek op of het afwijzen van homoseksualiteit. Homoseksualiteit in een aura van schandaal, dat is een moeilijke combinatie. En toch maakt dit boek van homoseksualiteit geen schandaal, het vindt de juiste toon. Maar de angst in vele redacties om niet de juiste toon te vinden en om een schandaalsfeer op te roepen rond homoseksualiteit lijkt moeilijk te liggen.
De auteur benadrukt de hypocrisie. Dat doet Martel, zelf homoseksueel, goed. Hij noemt enkele kardinalen die het voortouw hebben genomen tegen het homohuwelijk in bepaalde landen en ontmaskert die wel als praktiserend homoseksueel. Niet de homoseksualiteit is voor hem een probleem, wel de hypocrisie. Maar dat is blijkbaar een nuance die wat moeilijk ligt.
Vlaanderen?
Blijft na lezing van het boek de vraag of het inderdaad allemaal zo erg is en of het ook bij ons zo is. Hoe zit het met het aantal homoseksuele priesters in Vlaanderen? Zijn er bij ons bisschoppen die samenleven met hun secretaris? Gaan sommige seminariestudenten uit naar homobars, zoals volgens getuigen bij Martel geschreven wordt? Hoe gaat de Vlaamse Kerk daarmee om? Homo zijn, is geen probleem, homoseksuele seksuele contacten hebben kan volgens de kerkelijke leer niet, al zeker niet voor seminaristen of priesters. Er lijkt ook hier een zwijgcultuur te bestaan. Hoewel zoiets onder priesters vaak wel geweten is. Ook hier wordt gezwegen.
Dit boek maakt het een gelovig lezer heel ongemakkelijk. Kerk is mensenwerk, maar dat de hypocrisie in die mate woekert is een pijnlijke vaststelling. Zeker als je ziet wat de gevolgen zijn, van zwijgcultuur naar doctrinaire standpunten. Benedictus heeft het probleem ingezien, Franciscus heeft al enkele keren ingegrepen, maar het netwerk is breed verspreid en zich vaak hypocriet niet bewust van het probleem. En dan is het moeilijk om er iets aan te doen. Een goede personeelspolitiek is daarin cruciaal, en het probleem durven benoemen. Het toont de noodzaak om het bestuur van de kerk open te gooien en ook vrouwen en gelovigen (niet-priesters) in dat bestuur te betrekken. Plaatselijk en internationaal.
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.