JavaScript is required for this website to work.

Boudewijn, de mistroostige monarch

Karl Drabbe11/11/2018Leestijd 3 minuten
TitelBoudewijn
SubtitelKoning met een missie
AuteurMark Van den Wijngaert en Manu Gerard
UitgeverDavidsfonds
ISBN9789059089075
Onze beoordeling
Aantal bladzijden240
Prijs€ 22.50

‘Boudewijn koning met een missie’ is een krachtige synthese van de naoorlogse politieke geschiedenis van België.

Koning met een missie heet de nieuwe, beknopte biografie van Boudewijn van Saksen-Coburg Gotha, vijfde koning der Belgen. 25 jaar na zijn overlijden penden historici Mark Van den Wijngaert en Emmanuel Gerard deze eerste afstandelijk-kritische biografie.

Beknopte biografie

Helaas is de biografie te beknopt om er veel nieuws uit te halen. Er zijn te weinig primaire bronnen beschikbaar — het colloque singulier speelt ook historici parten. Meer dan een biografie van Boudewijn, is het boek een beknopte politieke geschiedenis van het naoorlogse België. Al begint die geschiedenis in Zwitserland, waar puber Boudewijn verbleef met zijn vader Leopold III en zijn nieuwe echtgenote Lilian Baels, de steekvlam van de Koningskwestie. Na het overlijden van Astrid, werden de drie kinderen aan hun lot en gouvernantes overgelaten. Leopold III trouwde met Baels, zonder dat de kinderen er iets van wisten. Dat zegt al iets over verknipte relatie in de familie.

Monarch met een missie

Het boek is opgehangen aan de titel ervan, die de rode draad is geworden van de biografie. Boudewijn was niet zomaar een nietszeggende of weinig betekenende koning. Hij had een missie. Kardinaal Danneels noemde hem een ‘koning-herder’ op zijn druk bijgewoonde begrafenis. Hij zou niet de speelbal zijn van partijvoorzitters, maar zelf plaatsnemen aan het politieke schaakbord. Afstandelijk, als adviseur. Maar toch ook ettelijke keren door zelf in te grijpen of door politici ertoe aan te zetten dat ze zouden ingrijpen. Dat gebeurde voor het eerst in 1960, waar hij voor zichzelf en België nog een belangrijke rol zag weggelegd na de onafhankelijkheid van Congo. Dat was na de Egmontperiode einde jaren 70-begin jaren 80, wanneer hij politici een uitbrander gaf voor het malgoverno. In zijn innige relatie met premier Wilfried Martens, die volgens Herman Van Rompuy meer met de koning rekening hield dan met zijn partij. Toen hij Belgische troepen wou zien ingezet worden in Rwanda om zijn vriend Habyarimani te ontzetten. En wanneer hij de abortuswet weigerde te ondertekenen, omdat die niet met zijn geweten spoorde. België was toen 36 uur een republiek, om een sticker van de toenmalige Volksuniejongeren te parafraseren.

Veel aandacht gaat ook naar de beleving van zijn katholieke geloof. Met een glansrol voor kardinaal Suenens en ‘matchmaker’ Veronica O’Brien, een gewezen kloosterzuster die Fabiola aan hem zou hebben voorgesteld. De auteurs van de biografie leggen echter bloot dat Boudewijn en Fabiola elkaar al een tijd kenden en dat Suenens O’Briens rol in zijn boeken heeft overschat. Het doorprikt ook de rol die Suenens zichzelf aanmeet in zijn na Boudewijns overlijden verschenen herinneringen.

Democratie

Gerard en Van den Wijngaert kennen de kracht van de synthese. Maar het leidt soms tot te gebalde paragrafen, en te veel sprongetjes in de geschiedenis, die niet altijd worden gedateerd. Dat stoort; ik noteerde vaak het jaartal in potlood in de marge. Toch is Koning met een missie een schitterende samenvatting van de naoorlogse politieke geschiedenis van België. Nucleus van dat verhaal: een minzame en mistroostige monarch die het geluk was gespaard kinderen te krijgen. Een sobere en rechtlijnige monnik-koning die zijn koninkrijk in gefederaliseerde rook zag opgaan en in particratie verzanden. Of hij dat laatste vanuit oprechte democratische gevoelens met lede ogen aanzag, valt te betwijfelen. De auteurs leggen immers heel goed de spanning bloot tussen Boudewijn en zijn vader Leopold III, die zeker de eerste tien jaar van ’s konings regeerperiode bepaalde.

Het zou immers ot 1960 geduurd hebben — met de rol die Leopold III voor zichzelf opeiste in de Congocrisis en het huwelijk met Fabiola — eer Boudewijn zichzelf werd. Tien jaar koningschap dus, eer hij zijn vader en stiefmoeder aan de kant schoof. Ondertussen had Boudewijn door dat hij door zijn vader te veel gemanipuleerd werd. Dat begint al tijdens de oorlog, als Boudewijn aan het hof ‘in ballingschap’ opgeleid wordt door rechts-autoritaire figuren en bijvoorbeeld geschiedenis krijgt van zijn vader. De beide auteurs noemen dat onderwijs zelfs ‘systematische desinformatie’. Nadien is Boudewijn zichzelf wel steeds meer verloren in zijn geloof. Een houvast voor hem en Fabiola, maar het maakte de man evenzeer wereldvreemd voor wat er in zijn snel seculariserende en defederaliserende land gebeurde.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties