JavaScript is required for this website to work.

Broeders en bisschoppen met vuile manieren

Pieter Bauwens25/10/2020Leestijd 3 minuten
TitelZwarte kappen
AuteurJan Pauwels
UitgeverDavidsfonds
ISBN9789059089884
Onze beoordeling
Aantal bladzijden384
Prijs€ 23.5
Koop dit boek

De geschiedenis is een vat vol verhalen voor wie de kunst verstaat de archieven leven in te blazen. Jan Pauwels doet dat in Zwarte kappen.

Het verleden is een schatkamer aan verhalen. Maar je moet die goed kunnen brengen. Want dat verleden heeft wel eens de ellendige gewoonte opgesloten te zitten in stoffige en droge archieven. Wie die kunst verstaat is Jan Pauwels. Met nu al een tweede boek over de fratsen en strapatsen van de Vlaamse kerk in de 17de eeuw.

Gemengd klooster

Denk vooral niet aan een geeuw. Neen. Wacht. Het eerste boek van Jan Pauwels was Gekroonde hoofden over de … euhm gebeurtenissen in en rond het Dendermondse klooster Maria Troon. Het was een gemengd klooster. Verder moet ik u daar geen tekening bij maken. Pauwels vertelde dat verhaal, dat in de archieven zit, vanuit een bijzonder perspectief: anti-chronologisch. Zo bleef de spanning erin.

De auteur deed meer dan het relaas geven van het klooster. Hij betrok er de clash bij tussen verschillende strekkingen in de Vlaamse kerk van die tijd. Ook de charlantans die er ronddwaalden kregen een plaats. Zo werd het een tijdsdocument; en bovendien heel levendig geschreven. Pauwels hield zich aan de feiten, maar verzon er de inkleding bij, waardoor figuranten uit archieven echte personages werden.

Onhandelbare bisschop

Datzelfde procedé heeft hij nu gebruikt voor zijn tweede roman Zwarte kappen. Waarschijnlijk heeft hij bij zijn opzoekingswerk in de archieven zodanig veel materiaal gevonden dat er genoeg was voor meer dan één boek. Fijn. Ook dit is een heerlijke historische roman.

In Zwarte Kappen lopen twee verhalen doorheen. De Gentse bisschop Triest heeft de handen vol met de nieuwe Brugse bisschop Servaas De Quinckere. Ze kennen elkaar goed. Triest was eerst bisschop van Brugge en De Quinckere zijn medewerker. Maar de nieuwe Brugse monseigneur is een ongeleid projectiel, een intrigant, een populist en een valse vrome. Een heerlijke cocktail, zeker aangelengd met de godsdienstoorlog die half zijn bisdom in de ban houdt.

Mevrouw van de bisschop

Als toppunt van schande brengt hij zijn huishoudster mee naar officiële gelegenheden en eist voor haar een plaats als zijn vrouw. Of hij zendt haar als zijn afgevaardigde. Zowel De Quinckere als zijn huishoudster zijn gewone volksmensen, niet van adel of de beter klasse en ook dat maakt de problemen enkel erger. Het gevolg is veel diplomatiek geschipper en minder diplomatieke optredens. En daaruit blijkt dat meneer en mevrouw de bisschop wel wat geheimen hebben.

Tot in Rome toe wordt er gevraagd om in te grijpen. Maar de Borgia’s die er de dienst uitmaken blijken toch niet zo wakker te liggen van de aanhouderij van een bisschop. Al zijn de brieven wel bewaard.

De eer van de kerk

Het is in deze tijd misschien wat confronterend om te zien hoe de kerk ook toen heel bezorgd was over haar imago. De reflex om, wat er ook gebeurt, eerst te kiezen voor de kerk en haar imago heeft in onze tijd wel wat brokken gemaakt in persoonlijke levens. Toen bleek het niet anders.

Bisschop Triest en zijn rechterhand Cornelis Ooms proberen op te treden tegen de bisschop. Laverend tussen wat kan, wat ze willen en wat ze moeten. Triest was een adellijke bisschop met sympathie voor de theoloog en Ieperse bisschop Jansenius. Ook dat komt in het boek voor. Wie een beetje de geschiedenis kent, weet dat Antonius Triest daar later voor in de problemen zou komen. Hij werd vanuit Rome geschorst omdat hij het werk van Jansenius niet wou veroordelen. Dat zit allemaal onuitgesproken mee in het verhaal verwerkt.

Broeders met vuile manieren

Parallel loopt het verhaal van de broeders Alexianen van Gent, wier zwarte kappen de naam geven aan het boek. De overste van de Alexianen houdt zich niet echt strikt aan de regels van zijn congregatie, om niet te zeggen totaal niet.

Die congregatie is er om het vuile werk te doen in de stad: het begraven van de doden, pestslachtoffers en het verzorgen van zieken en krankzinnigen. Voor dat werk worden ze vergoed. De overste in Gent gaat zich evenwel te buiten aan financiële en seksuele uitspattingen. Hij is gekend in alle herbergen en bordelen in Gent.

Omdat het een orde is, waar vooral mannen uit de lagere, analfabete, regionen van de bevolking intreden én het vuile werk doen, opereren ze onder de radar. Een broeder Alexiaan die ’s nachts op stap is, is normaal. Je mijdt die, je weet nooit van welk werk hij terug komt. Doden zijn er altijd en pestdoden moesten begraven worden, ook ’s nachts.

Zwangere weduwe

Maar toch eist ook het gedrag van broeder Michiel de aandacht van de bisschop op. Aanklachten van de familie van een weduwe die door de broeder bezwangerd is, doen natuurlijk geen goed aan de reputatie van de Alexianen. En zo komt er een onderzoek, waarvan ook nu weer de archieven bewaard zijn.

De kerk in Vlaanderen in de zeventiende eeuw blijkt een rommeltje. Pauwels beschrijft Zwarte Kappen zelf enerzijds als een schelmenverhaal, anderzijds als een spionage-intrige en nog weer elders als een politieroman. Met heerlijke personages maakt hij oude archieven tot een levendig verhaal.

Het is vurig te hopen dat Pauwels nog enige jaren in kerkelijke archieven kan snuisteren. Wie weet welke schatten komen er zo nog boven.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties