JavaScript is required for this website to work.

Brussel als blauwdruk?

Luckas Vander Taelen12/8/2022Leestijd 4 minuten

‘De toekomst is meertalig. Brussel als blauwdruk’ is een boekje dat elke politicus met enige liefde voor de hoofdstad op zak moet hebben.

Het kan helaas niet altijd gezegd worden van elke minister, maar wel van Sven Gatz: als Brussels minister van onder andere Meertaligheid, weet hij waarover hij spreekt. Hij komt als geboren en getogen Brusselaar uit een familie, waarin de twee landstalen werden gesproken. Zelf volgde hij als jurist een specialisatie aan de ULB en deed hij stage bij een Franstalig advocatenbureau.

Als ketje sprak Gatz al spelend Nederlands en Frans, en als geen ander weet hij hoe verrijkend taalkennis wel is voor een mens. Tegelijk kent hij de taalkundige geschiedenis van zijn stad Brussel goed genoeg om te weten hoe kwetsbaar een taal kan zijn. Als jonge Volksuniër, ingewijd door zijn wijze leermeester Vic Anciaux, kan hem geen naïeve goedgelovigheid tegenover de Franstaligen verweten worden. Hij kent zijn franskiljonse pappenheimers en weet dat die tot in de zeventiger jaren van de vorige eeuw aanstuurden op de verdrijving uit Brussel van het Nederlands en de Vlamingen.

Brusselse toren van Babel

Gatz verliet de Volksunie (VU), sloot zich aan bij Open Vld en is nu als dusdanig lid van de Brusselse regering. In het in de twee landstalen te verkrijgen boekje De toekomst is meertalig. Brussel als blauwdruk vertelt hij zijn eigen verhaal in de linguïstieke toren van Babel, die onze hoofdstad is.

Hij heeft er op een zeer duidelijke manier zijn visie in neergeschreven op de volgens hem onvermijdelijkheid van meertaligheid. Vooral voor Vlamingen die Brussel niet goed kennen, de veranderingen onderschatten en vaak blijven steken in clichématige opvattingen over de stad, is dit een aan te bevelen boek.

Mozaïek van minderheden

Gatz toont duidelijk aan hoezeer Brussel veranderd is en in niets meer te vergelijken is met de stad uit de hoogdagen van de communautaire oorlogjes. Door de spectaculaire transformatie van de voorbije twintig jaar met een bevolkingstoename van 20% zijn de verhoudingen tussen de grote gemeenschappen danig veranderd. Met 180 nationaliteiten en meer dan 100 talen lijkt de stad meer en meer op een mozaïek van minderheden.

Enkel vergrijzende FDF-ers kunnen nog beweren dat Brussel een Franstalige stad is. Wie er de taalbarometers bijneemt van wijlen professor Rudi Janssens die Gatz citeert, weet dat een meerderheid van de inwoners een andere dan Belgische achtergrond heeft en dat het Frans een lingua franca is geworden, waarvan anderstaligen zich bedienen. En zelfs dat statuut dreigt het Frans te verliezen, omdat vooral onder jonge mensen het Engels steeds vaker gebruikt wordt.

De opkomst van het Engels

Dat zijn geen kleine veranderingen. In vroegere tijden ging zowat elke Franstalige ervan uit dat een Nederlandstalige zijn taal wel zou spreken. Vlamingen gaven altijd toe op dit vlak en pasten zich aan. Wie nu een gesprek observeert tussen jonge Vlamingen en dito Franstaligen, zal horen dat beide groepen nu snel naar het Engels grijpen, de nieuwe lingua franca. Dat was ook te merken toen de N-VA en PS onderhandelden over een eventuele samenwerking en de jonge ‘sherpa’s’ zich tijdens de gesprekken bedienden van het Engels. Dat is aan Franstalige kant ooit anders geweest.

Voor jonge mensen zijn talen communicatiemiddelen geworden zonder superioriteit van de ene op de andere. Gatz stelt heel terecht dat de ambitie om meertaligheid te stimuleren, zoals die is opgenomen in het regeerakkoord van de Brusselse regering, nog geen tien jaar geleden verontwaardigd zou zijn afgewezen door politici die er een aanslag op hun natte droom in zagen, om van ‘Bruxelles’ een ‘grande ville francophone’ te maken. Door de internationalisering is het nu wel duidelijk geworden dat de kennis van de twee landstalen en het Engels een evidente noodzakelijkheid is. Dat is een evolutie die ook buiten Brussel niet te stuiten is.

Polyglot Van Parijs

Gatz richte een ‘Raad van Meertaligheid’ op, met aan het hoofd de onvolprezen polyglot Philippe Van Parijs. Die keuze is een garantie voor diepgaande kennis van de materie en sérieux, ontdaan van elk ideologisch of politieke agenda. Van Parijs weet als geen ander wat er leeft in Brussel en zijn respect voor de Vlamingen is totaal. Verwacht van hem dan ook geen naïeve oplossingen voor ingewikkelde problemen zoals…het onderwijs.

In een gewest als Brussel is een meertalig onderwijs gevoelige materie. Gatz weet dat en hij hoedt er zich voor te dromen van een Brusselse minister van Onderwijs. Het siert hem dat hij niet denkt aan de afschaffing van de gemeenschappen, zoals de pleitbezorgers van ‘Bruxelles une région à part entière’ dat wel zouden willen. Maar hij citeert wel de betreurde Caroline Pauwels die het als rector van de VUB jammer vond dat het Brussels onderwijs niet meer aangepast is aan de meertalige realiteit. Met haar confrater van de ULB wilde zij een meertalige, secundaire school ondersteunen.

Samenwerking tussen de gemeenschappen

Gatz pleit in een eerste fase voor een samenwerking tussen de gemeenschappen, met de uitwisseling van leerkrachten. Een tweede idee is gedurfd origineel: de uitwisseling van scholieren die in een school van het andere linguïstiek regime een taalbad zouden krijgen. Hij pleit voor een samenwerkingsakkoord tussen de gemeenschapscommissies om tot meertalig onderwijs te komen.

Men kan natuurlijk vinden dat Gatz niet ver genoeg meegaat met de radicale veranderingen van de hoofdstad. Maar de ware revolutionair laat zich soms kennen door slimme gematigdheid, door het haalbare te verkiezen op de niet realiseerbare utopie.

Raymond van het Groenewoud

Gatz gelooft ook dat culturele initiatieven de kennis over de andere gemeenschappen kunnen doen toenemen en de liefde voor meertaligheid doen groeien. Hij looft de Brusselse schouwburgen zoals KVS én het Théâtre National die voorstellingen in andere talen brengen met overtiteling. Op dat vlak is zeker nog veel te doen.

Het is hemeltergend hoe de RTBF bijvoorbeeld nooit enige Nederlandstalige muziek brengt. Geen Franstalige is het gegund om Raymond van het Groenewoud te leren kennen, terwijl luisteraars van de VRT vertrouwd zijn met Stromae of Angèle. Misschien moeten de programmatoren van de RTBF de Franse vertaling van Gatz’ werkstuk maar eens lezen…

De toekomst is meertalig. Brussel als blauwdruk is een boekje dat elke Vlaamse politicus met enige liefde voor onze hoofdstad op zak zou moeten hebben. En het kan een goede basis zijn voor latere onderhandelaars om met kennis van zake over Brussel te spreken.

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties