JavaScript is required for this website to work.

Calvonisme

Karl Drabbe14/11/2015Leestijd 4 minuten
TitelCalvonisme
AuteurKristof Calvo
UitgeverBorgerhoff & Lamberigts
ISBN9789089315700
Onze beoordeling
Aantal bladzijden183
Prijs€ 19.95

Elke poging om zijn denken uit te kristalliseren en te verfijnen, van elke politicus, waar en wanneer ook, verdient alle lof. Te vaak kijken politici naar elkaar, naar de pers of naar hun voorzitter. Te weinig wordt er origineel of gespierd denkwerk verricht door partijpolitici. De voorbije tien jaar hebben we achtereenvolgens Jean-Marie Dedecker, Bart De Wever en Wouter Beke stevige ideologische teksten weten schrijven – de gloriejaren van de ideoloog Guy Verhofstadt liggen al lang achter ons. Vanuit linkse hoek was de ideologische spoeling eerder dun. Of technisch, en dan (ik schreef bijna ‘dus’) was het een tekst van Frank Vandenbroucke (over John Rawls, om die maar te noemen).

Kristof Calvo stond op mijn lijstje toen ik nog uitgever was om aan te spreken. Het vuur waarmee Calvo wekelijks de strijd aangaat met de meerderheid tijdens de plenaire zittingen, de goesting waarmee hij columns schrijft in De Morgen. Dat jonge geweld mocht zijn pen wel eens in de groene inkt dopen. Een andere uitgever was me echter voor.

F*ck de zijlijn werd alvast ontzettend goed gehypet. Of er veel van blijft hangen, van wat er werd gehypet, is nu maar de vraag. 75 voorstellen doet Calvo op het einde van zijn boek. Voorheen schetst hij in zeven grote hoofdstukken thema’s die hem nauw aan het hart liggen en waarrond hij aan politiek wil doen, waarover hij wil mobiliseren.

Eén van die 75 voorstellen is het organiseren van een referendum over België. Of liever: over een onafhankelijk Vlaanderen. Een referendum in Vlaanderen dus, over zijn staatkundige toekomst. Of Brussel daarbij hoort, en wat Wallonië daarover dan denkt, werkt Calvo niet uit. Maar het is wel het voorstel dat ruim werd opgepikt in de pers en voor een domme reactie zorgde van N-VA-Kamerfractieleider Hendrik Vuye. Bij het vorige referendum vielen er doden en stond het land op de rand van de burgeroorlog. Elke historische vergelijking loopt mank. Dat wist ook Vuye, maar een beter argument kwam er niet. Met als gevolg dat de N-VA niet wou reageren op Calvo’s voorstel.

Nochtans werkt Calvo wel wat meer interessante denkpistes uit. Meest opvallend is echter de teneur van het boek. Van de linkermarge wroet hij zich een baan naar het politieke centrum. Hij zou niet liever willen dan midden in het bed te liggen, en deel uit te maken van de macht. Niet verwonderlijk, waarom zou je anders aan politiek doen? Om ten eeuwige dage in de oppositiebanken je kostuumbroek te slijten? Mocht dat toch zo zijn, wil hij ondernemer worden.

Door het beste van liberalisme én socialisme te willen nastreven, de lof van het compromis te zingen, en rentmeesterschap naar voor te schuiven als een realiseerbaar doel, lijkt Calvo meer moedig in het midden te gaan staan, dan hij zelf wenst. Los van enkele uitgesproken sociaaleconomische standpunten (vermogensbelasting gekoppeld aan een soort getrapte flat tax) ademt dit boek vooral christendemocratisch pragmatisme. Maar dan zonder de ‘c’. 

Calvo is niet de bedrijfskritische of bedrijfsleiderhatende linkse jongen. Bien au contraire. Hij heeft alles respect voor wie werkt en onderneemt – wil het zelf ook ooit proberen – en plaatst de middenstand, met de middenklasse tegenover de 1% van de Indignado’s die mogen opdraven voor de kost van de samenleving. Hij is ook voorstander van een vak economische geletterdheid – een plichtvak zelfs – in het secundair onderwijs. Lagere vennootschapsbelastingen en harmoniseren van sociale statuten lijken wel uit de koker van werkgeversorganisaties te komen. Het basisinkomen – daar heeft hij het langst over nagedacht – heeft hij dan weer van bij Philippe van Parijs.

In interviews voorbije weken bestreed Calvo de receptie dat hij evenzeer een links-liberaal kan genoemd worden. Hij is ‘volmondig’ groen. En dan niet alleen omdat hij op zijn veertiende van Agalev een programmabrochure heeft toegestuurd gekregen, waar hij – op zijn vraag naar meer informatie – van de SP enkel een gesigneerde foto van Steve Stevaert ontving. Nochtans zou hij kunnen gedijen in de liberaal-groene partijen die er in de Duitstalige landen bestaan (Grünliberale in Zwitersland, ÖDP in Baden-Württemberg/Duitsland of NEOS in Oostenrijk). En een groene liberaal als Willem-Frederik Schiltz zal zich ook wel kunnen herkennen in tal van Calvo’s ideeën.

Welk etiket je ook op Calvo wil kleven – centrist, links-liberaal of ecologist – hij noemt zichzelf possibilist. In een debat in het ATV-zondagochtendprogramma Wakker op zondag verklaarde hij ‘veel over het possibilisme gelezen te hebben’ – en we moeten wel nageven dat er aan de grondslag van F*uck de zijlijn wel wat literatuur ligt. Als je dat ‘possibilisme’ googelt, krijg je weinig concrete links om Calvo’s denkrichting te duiden. Ik kende het zelf als de nieuwe redelijke religie, als ik dat zo mag noemen, dat geloof in de Ratio voor nietsisme of zelfs atheïsme plaatst. Bedacht voor wie niet durft te springen in de leegte van het niets. Maar daarover gaat het hier niet. 

Volgens Calvo slaat possibilisme op ‘Doen wat er kan. Doen wat er anders kan.’ Daarbij gaat het om de ‘haalbaarheid van de (politieke) voorstellen’. Calvo haalde zijn mosterd bij zijn generatiegenoot historicus Rutger Bregman, medewerker aan het internettijdschrift De Correspondent. Die noemt zichzelf niet klassiek links, noch rechts. Zo ook Calvo. En plots zitten we weer pal in het moedige midden van pragmatisme, haalbaarheid en menselijkheid. Wouter Beke had dit ook kunnen schrijven. Het is dan al te verrassend Calvo te zien pleiten voor een ‘3D-plan’ met hetwelk ‘groenen eigenlijk naar de samenleving kijken: vrijheid, rechtvaardigheid en duurzaamheid’. Voeg er ‘verantwoordelijkheid’ aan toe en het zou écht uit Bekes koker kunnen komen. En dat het verkiezingsprogramma van de CD&V in 2014 ook het ‘3 D-plan’ heette is uiteraard toeval.

De verdienste van dit boek ligt erin dat Calvo op een aantal terreinen duidelijke lijnen heeft getrokken. Dat hij ook heel concrete beleidsvoorstellen doet – de ene al serieuzer te nemen dan de andere (zoals het ondertitelen van RTBf- en VRT-programma’s in de ‘andere’ landstaal). En dat is op zich toe te juichen. Dit boek is geen wollig boek, maar een concreet document om beleid mee te voeren. En daarmee is het belangrijkste gezegd. Zoals het ook al op de cover staat: F*ck de zijlijn. Dat mag wel heel letterlijk worden genomen. Calvo wil op Vlaams en federaal niveau Groen in de meerderheid krijgen. Om beleid te voeren. En allicht om minister te worden.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties