JavaScript is required for this website to work.

De brullende populist

Karl Drabbe11/2/2018Leestijd 2 minuten

Een nieuw boek over populisme: interviews met de denkende elite over het niet gehoorde volk.

Populisme is in, en al zeker in het Noorden. Zelfs de recent verschenen biografie van de notoire Belgische collaborateur Léon Degrelle kreeg er veel aandacht. In vele recensies werd de link gelegd naar ‘het’ populisme, alsof de rexist de eerste in een lange rij was.

En dus verschijnt ook het ene boek na het andere over populisme. Sommige worden dan gerecenseerd in deze kolommen. Zoals Peter Wierenga’s Ik brul, dus ik benDenkers over populisme. Deze keer geen droge academische analyse van populisme of populisme. Maar filosofen en andere denkers uit Europa, Azië en zelfs Afrika laten in interviewvorm hun licht schijnen over het politieke fenomeen dat Nederland in de ban houdt. En dat al sinds de moord op Pim Fortuyn in 2002.

Stap terug

Populisten en hun tegenstanders laten zich te vaak leiden door de waan van de dag, klinkt het in het boek. En dus wil Volkskrant-journalist vanop een afstand kijken naar Le Pen, Trump, Wilder,  Orbán en co. Daartoe ging hij te rade bij klinkende namen als Paul Scheffer — de sociaaldemocratische migratiespecialist — en Ad Verbrugge — de conservatieve onderwijsspecialist. Maar ook Zhang Weiwei of Markus Gabriel laten hun gedachten gaan over (rechts) populisme en fenomenen die daarmee gepaard gaan. Zoals racisme en xenofobie, bijvoorbeeld, dat al een even rode draad is door dit boek als populisme.

Zwakke punt van het boek is vooral dat het ‘rechtse’ populisme wordt behandeld. Populismedeskundigen als Jan-Werner Müller en ‘onze’ Cas Mudde tonen in hun werk nochtans duidelijk aan dat er ook links populisme bestaat, maar daar gaat het in dit boek minder om. Omdat het in Nederland minder relevant is, door het optreden van Wilders en Baudet? De linksradicale SP voldeed nochtans ook lange tijd aan de minimale voorwaarden die Mudde beschrijft in zijn recente boek.

Nuanceren

Maar laat dat de pret niet bederven. Het boek biedt heel wat aparte inzichten en invalshoeken die je vaak niet te lezen krijgt als het over ‘populisme’ gaat. Het ‘falen van de progressieve politiek’  heeft ermee te maken, lees ik — welke linkse leest Marx nog? Mensen voelen zich niet meer gehoord door de ‘elite’, maar dat wisten we al. En populisme bestaat ook buiten het Oude Continent — in dit boek veel aandacht voor de VS. En zelfs de migrantenpartij DENK komt aan bod in deze populismestudie; de antwoorden van DENK lijken soms erg op die van Geert Wilders. En polarisering is natuurlijk keyword, al weten we na het lezen van het boek nog niet of Chantal Mouffe nu gelijk had om de choque des idées (ook de extreme) toe te juichen, of net niet.

De interessantste passages komen wel uit het interview met en denkwerk van Paul Scheffer. Vooral Scheffers definitie van populisme is erg bruikbaar: een combinatie van een (links) sociaaleconomisch protectionisme met een (rechts) cultureel protectionisme. Met oud-links en pakweg ‘onze’ Mark Elchardus geeft Scheffer kritiek op het liberale concept van een wereld zonder grenzen. Het ontbreken van een culturele en economische buitengrens, zo stelt hij, heeft de vluchtelingencrisis opgeroepen en meteen de kloof tussen West- en Oost-Europa verbreed. Als kiezers dan ‘bescherming’ zoeken tegen die ‘boze buitenwereld’, moet je niet raar opkijken, wat nieuw-links wél doet. (En waarmee het beruchte opiniestuk van Bart De Wever over immigratie en sociale zekerheid plots weer beter te begrijpen valt.)

Wie zoekt naar wat ernstig denk- en weerwerk, vindt in Ik brul, dus ik ben zeker zijn gading. Het is natuurlijk wel een interviewboek; niet elk interview is even sterk of origineel. Maar de volledige bundel zet weer aan tot denken, en nuanceren. Al was dat laatste misschien niet de bedoeling van de auteur.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties