De Eerste Wereldoorlog in vogelperspectief
Titel | De Eerste Wereldoorlog in vogelperspectief |
---|---|
Auteur | Birger Stichelbaut |
Uitgever | Mercatorfonds |
ISBN | 9789462300248 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 352 |
Prijs | € 69.95 |
Wereldoorlog I werd ook uitgevochten in de lucht. Er waren de zeppelins, waarmee de Duitsers tot in Londen vlogen om te bombarderen. Maar daar gaat dit boek niet over. Maar meer nog was er de opkomst van de vliegtuigen. Opmerkelijk want de eerste gemotoriseerde vlucht was in 1913, amper een tiental jaar voor het begin van de oorlog. De techniek ging (zoals zo vaak) sterk vooruit tijdens de oorlog. Maar ook daar gaat dit boek niet over. Want in de Eerste Wereldoorlog werden de vliegtuigen toch vooral gebruikt voor observatie.
Wereldoorlog I werd ook uitgevochten in de lucht. Er waren de zeppelins, waarmee de Duitsers tot in Londen vlogen om te bombarderen. Maar daar gaat dit boek niet over. Maar meer nog was er de opkomst van de vliegtuigen. Opmerkelijk want de eerste gemotoriseerde vlucht was in 1913, amper een tiental jaar voor het begin van de oorlog. De techniek ging (zoals zo vaak) sterk vooruit tijdens de oorlog. Maar ook daar gaat dit boek niet over. Want in de Eerste Wereldoorlog werden de vliegtuigen toch vooral gebruikt voor observatie. Fotograferen vanuit een vliegtuig bleek veel efficiënter dan observeren vanuit een ballon en schetsen maken. Het was de bedoeling om de posities van de vijand (en de eigen posities) beter in kaart te brengen. Zo kon men beter de doelen berekenen voor de artillerie, troepenbewegingen en sterktes inschatten en de versterkingen beoordelen. Die luchtobservatie luidde ook het uitwerken van de camouflage in. Nepstellingen werden gebouwd en echte werden verborgen voor overvliegende observators.
Het resultaat zijn duizenden en duizenden foto’s van de frontzone tijdens de periode 1914-1918. Daarvan zijn er een heel aantal gebundeld in het boek De Oorlog vanuit de lucht; 1914-1918; Het front in België. Een werkelijk mooi en verzorgd uitgegeven boek. De foto’s zijn dat eigenlijk minder. Het lijken wel abstracties van een oorlogsdomein. Ze zijn macaber objectief. Je ziet de kerkhoven groeien. Je ziet de loopgraven steviger en steviger uitgebouwd worden. Je ziet Ieper branden, straat na straat.Je ziet het oorspronkelijke landschap verdwijnen onder het oorlogsgeweld. Voor de militairen van die tijd bevatten de foto’s enorm veel informatie. Maar ook aan archeologen vandaag vertellen die foto’s een verhaal. In vroege foto’s zie je het oorspronkelijke landschap, soms zelfs met herkenbaar middeleeuwse sites in de polder. Je ziet de kraters ontstaan, je ziet wat precies waar gebeurde. Je kan vergelijken met luchtfoto’s van vandaag, wat is er nog in het landschap vandaag dat verwijst naar die oorlog. Een dergelijke databank kan je raadplegen in Ieper. Voor archeologen is het frontlandschap als een palimpsest. Net als bij dat hergebruikt handschrift is het oorspronkelijke landschap door de oorlog op veel plaatsen afgeschraapt en opnieuw opgebouwd. De foto’s geven ons een beeld van de oorspronkelijke situatie en van het afschrapen. En er zijn ook foto’s van de heropbouw van de verwoeste gewesten.
De samenstellers hebben zich niet beperkt tot het samenvoegen van wat veelzeggende foto’s alleen. Er is een artikel over de evolutie van de luchtfotografe tijdens de oorlog. Er is een basiscursus ‘luchtfoto’s leren bekijken’. Hoewel dat voor wie Goolge Earth kent al wat makkelijker. En de foto’s worden begeleid door uitleg, stukjes worden eruit gelicht, er wordt uitgelegd wat er te zien is en je krijgt de coördinaten mee om het terug te vinden op de grote foto. Soms heeft men een kalkpapier aangebracht die over de foto heen verduidelijkt wat er te zien is.
Van alle fotoboeken over de Eerste Wereldoorlog die ik al gezien en gelezen heb is dit het meest beklijvende, net omdat er zo weinig mensen op staan. In dit boek zie je de ‘machine’, de oorlog aan het werk. Van hoog in de lucht. De vernietigende kracht is immens. Maar al kijkende besef je dat daar beneden in die wirwar van loopgraven, in de bomkraters, in de mijnkraters, duizenden jongens zitten en zaten, levend en dood. Het boek geeft ook heel goed aan van welke plaats de foto is. En hoewel het geen pocket is, denk ik dat ik hem bij een volgende uitstap toch eens meeneem. Ik zal er nog stiller van worden. Of ik zoek de plaatsen op via Google Earth. Ook een goed idee.
Nog een tip voor wie buitenlandse vrienden heeft die op bezoek komen om de relikten van de Grote Oorlog te zien: het boek is ook in andere talen verkrijgbaar.
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.