‘De jonge Ahmed’ van de gebroeders Dardenne
Titel | De jonge Ahmed |
---|---|
Regisseur | Jean-Pierre en Luc Dardenne |
In de zalen vanaf | 22 mei 2019 |
Onze beoordeling | |
Meer info |
In al zijn eenvoud schetst ‘Le Jeune Ahmed’ – de nieuwste film van de gebroeders Dardenne – een treffend beeld van een alledaagse moslimjongen die radicaliseert. Een recensie door Luckas Vander Taelen.
Een film van Jean-Pierre en Luc Dardenne is altijd een evenement, omdat het zowat de enige vaderlandse regisseurs zijn waarvan nu al met zekerheid gezegd kan worden dat ze iets nagelaten zullen hebben in de Europese filmgeschiedenis. Dat zal dan natuurlijk te wijten zijn aan hun twee Gouden Palmen in Cannes, maar vooral aan hun unieke manier om maatschappelijk belangrijke verhalen te vertellen.
Met Le Jeune Ahmed maken de broers hun reputatie in ieder geval waar. Niet alleen omdat hun nieuwste film opnieuw geselecteerd is voor het meest prestigieuze filmfestival van de planeet en een kans maakt op een derde bekroning wat nog niemand hen heeft voorgedaan. Maar vooral omdat ze het aangedurfd hebben een bijzonder moeilijk thema aan te pakken: de islamitische radicalisering. Maar de Dardennes zouden de Dardennes niet zijn als het resultaat hiervan verschillend zou zijn van hun vorig werk. Ga vooral niet kijken als je een sensationele prent verwacht over aanslagen en religieus extremisme.
Rosetta
De Waalse broers passen dezelfde verhaaltechniek toe die ze al in hun eerste groot succes, Rosetta gebruikten en waarmee ze in 1999 bekroond werden in Cannes: daar werd via het individuele verhaal van het hoofdpersonage dat met een wanhopige energie op zoek ging naar werk, het grote thema van de economische crisis in Wallonië verteld. Met de camera op de schouder, schokkend in alle betekenissen van het woord, kleinschalig en tegelijk universeel. Een film tot één personage gereduceerd, maar net daardoor pakkend.
Net als in Rosettais in Le Jeune Ahmedhet hoofdpersonage bijna de hele film door in beeld. Ahmed wordt gespeeld door de dertienjarige Idir Ben Addi, net als alle andere acteurs onbekend, maar bijzonder geloofwaardig. Hij is een jonge adolescent, die onder invloed van een imam gelooft dat enkel een uiterst rigide beleving van de Islam de juiste is. Hij weigert nog langer vrouwen de hand te schudden , scheldt zijn moeder uit voor alcoholiste omdat ze graag een glas wijn drinkt en verdraagt niet dat zijn zus zich westers kleedt.
Als zijn lerares een cursus modern Arabisch wil geven, komt hij door de agitatie van de imam in opstand: enkel de taal zoals die in de Koran te lezen is, mag onderwezen worden. Zijn imam heeft hem bovendien ingefluisterd dat het liefje van zijn lerares een Jood is. De overtuiging dat het zuivere geloof de enige weg is naar het heil is voor Ahmed voldoende reden voor een eigen privé-jihad en de vrouw met een mes aan te vallen. Daardoor komt hij terecht in een gesloten instelling, maar ondanks alle inspanningen van psychologen en sociale werkers die hem van zijn radicalisering willen helpen, verandert hij niet, wat leidt tot een dramatisch einde.
De kracht van de film zit in de eenvoud van het verhaal. Het gaat niet over duistere complotten geïnspireerd door Islamitische Staat of Al-Qaida waarbij individuen niet meer dan gemanipuleerde pionnen zijn. Het universum van de jonge Ahmed is hetzelfde als dat waarin de andere films van de broers Dardenne zich afspelen: een kleine, niet nader genoemde stad in het oude Waalse industriebekken waar mensen proberen te overleven. De moeder van Ahmed is de weduwe van een Belgische Marokkaan en heeft het moeilijk om de eindjes van haar gezin aan elkaar te knopen. De lerares wordt geconfronteerd met de spanningen in een multiculturele gemeenschap, waar bij een deel van de ouders steeds meer onder invloed staan van het islamisme. De imam is de kruidenier van op het hoekje, in zijn banaliteit niet bepaald de personificatie van het kwaad.
Islamitische Staat
Die vertrouwde, nauwelijks vervormde omgeving maakt de herkenbaarheid des te groter en levert een onderhuidse spanning op omdat de Dardennes door hun uiterst uitgekiend scenario de toeschouwers voortdurend op het verkeerde been zetten door meerdere malen een happy end te suggereren. Dat komt er niet, net zoals dat er niet expliciet kwam in de twee beste films van de broers, Rosetta en Le Fils. Net als in die films blijft de kijker achter met een lang aangehouden eindbeeld, waarin de klank een grote rol speelt en de blik van de twee protagonisten alles zegt.
Le Jeune Ahmedvermijdt alle clichés die met een film over het thema van radicalisering gepaard zouden kunnen gaan. De directe stijl van de broers zou men verkeerdelijk als eenvoudig of zelfs oppervlakkig kunnen zien. Net die benadering brengt de film heel dicht bij de realiteit, wat hem des te beklijvender maakt.
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Ooit zette het FDF ‘Valse Vlamingen’ op haar lijsten. Team Fouad Ahidar blijkt nu net hetzelfde gedaan te hebben met Ilyas El Omari.