Duitslands briljantste intellectuelen
Jena was rond 1800 hét centrum van de Duitse Verlichting en Romantiek, met de belangrijkste Duitse denkers en dichters in en rond de stad.
Jena, vandaag ligt het in een van de Neue Länder van Duitsland. ooit DDR-gebied dus. Niet ver van Weimar en Leipzig. Sinds het einde van de achttiende eeuw, mét Berlijn, het intellectuele hart van de Duitse landen. Die werden pas echt verenigd in 1870-’71. De Frans-Duitse (of liever: Frans-Pruisische oorlog) zou dit jaar herdacht worden; ze vond 150 jaar terug plaats. Zou. Maar daarover gaat dit boek niet. De republiek der vrije geesten voert ons terug naar het ‘Duitsland’ dat de Kleinstaaterei begint te ontgroeien, net als de oude geesteswereld. Onder meer met dank aan Napoleon Bonaparte en de ‘liberale’ ideeën die hij met de hak van de laars en de bajonet op het geweer doorvoert. Al waren die ideeën al vroeger in zwang in sommige middens. Zoals in Jena.
Hoogtepunt
De republiek der vrije geesten slaat op een hoogtepunt in de Duitse en Europese cultuurgeschiedenis, in en rond het stadje Jena, in het huidige Thüringen. Tijdens het bewind van Carl August (1775-1828) en zijn veelschrijvende minister Johann Wolfgang von Goethe (foto), bereikte de ‘nieuwe’, vrije geest van Weimar ook Jena. Die invloed leidde er tot een tweede gouden tijdperk van de universiteit. Schrijvers-denkers Goethe en Schiller, de schilder Anselm Feuerbach, de taal- en letterkundigen August en Friedrich Schlegel en de filosofen Fichte, Schelling en Hegel, woonden of verbleven er. De kleine universiteitsstad werd voor even hét intellectuele centrum van Europa. (Na Parijs, allicht, maar die bedenking maakt auteur Peter Neumann zich niet.)
Naast deze grote namen streken er nog tig belangrijke intellectuelen neer in en om het stadje. Wat hen samenbracht: die ‘vrije geest’, het debat, de salons. Ze zochten elkaar op om te lezen, te becommentariëren en — los van God of gebod — te vrijdenken. Tot in de kolommen van hun eigen Allgemeine Literatur-Zeitung toe, die er verscheen van 1785 tot 1803. Een krant die ook buiten stad en regio werd gelezen en als voorbeeld gold voor de progressieve ideeën die de ronde deden in Jena.
Franse Revolutie
Vele ideeën passeerden er de revue, van Kant tot de Franse encyclopedisten. Maar de radicale ideeën die Frankrijk elkaar opvolgden en uitmondden in de Terreur, leek hen niet de oplossing. De guillotine was niet het juiste middel om de grote principes van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap te realiseren.
Het terreurbewind in Frankrijk, waarbij aristocraten en edellieden via de guillotine waren vermoord, leek hen niet de oplossing. Ze zochten eerder naar een geweldloze oplossing om de idealen ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ in praktijk te brengen. Het individu moest daarbij centraal staan. En — niet onverwacht — vrijheid van denken was het grootste goed. Het kritische denken ook, zoals ik al schreef ‘los van God en gebod’, in het verlengde van de grote Immanuel Kant, die ze in hun salons druk bestudeerden en becommentarieerden.
Vrouwen
Centraal in het boek staan de gebroeders August en Friedrich Schlegel, hun vrouwen Caroline en Dorothea Schlegel, Friedrich Schelling, Novalis en Ludwig Tieck. Zij komen regelmatig bij elkaar aan de Leutragasse 5 in Jena, waar belangrijke filosofische werken, zoals het werk van Kant, maar ook hun eigen werk worden besproken. Ze staan allen in contact met allerlei belangrijke denkers en schrijvers van die tijd, waaronder ook Goethe en Schiller uit het naburige Weimar. Tezamen hopen ze een nieuw, alles omvattend ideeënsysteem uit te denken. Maar dat mislukt. Na enkele jaren al valt hun filosofisch netwerk uit elkaar. Want er blijkt geen eenheid van denken te zijn, er is onderlinge rivaliteit en — ja hoor — er zijn vrouwen in ’t spel.
Het boek eindigt met het uiteenvallen van dat netwerk. Plots. Abrupt. Met als afsluiter korte biografische schetsen over de verdere levensloop van de protagonisten van het boek. Een vreemd einde — ik bleef op mijn honger zitten.
Honger
Niet alleen dat einde laat mij op mijn honger zitten. Dit is een boek vol potentie, maar het komt er niet uit. Het is te veel een mengvorm van biografieën, de interactie tussen die biografieën, filosofische ideeën (die niet diep worden uitgewerkt) en historische context (het verhaal van stad en universiteit). Een boek dat op drie benen tracht te dansen, maar helaas niet overeind blijft. Ondanks de vele anekdotes en de talloze primaire en secundaire bronnen die auteur Peter Neumann plunderde. Het boek is ook niet makkelijk geschreven — of vertaald, dat laat ik in het midden. De Grote Duitse Denkers en Dichters, de epigonen van de Duitse Verlichting en Romantiek, komen net niet goed uit de verf in dit boek. Jammer, want het is een fraai uitgegeven boek, met een handige index.
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?