Een drieluik om in te kaderen
Titel | 'Il Trittico' |
---|---|
Regisseur | Tobias Kratzer |
Gezelschap | Koninklijke Munt |
Locatie | De Munt, Brussel |
Speeldata | 23, 26,29 en 31 maart en 3,6 en 9 april. |
Meer info |
Een briljant drieluik van Puccini in de Munt is de ideale inleiding voor wie nog altijd aarzelt om zich over te geven aan het plezier van opera!
Een onvergetelijk moment, om in schrijven in de rijke operageschiedenis van de Muntschouwburg : de lange eindscène van ‘Suor Angelica’, het tweede deel van ‘Il Trittico’ van Giacomo Puccini.
Eerst komt de onnavolgbare Amerikaanse mezzo Raehan Bryce-Davis op, die als de perfecte karikatuur van de harteloze Tante Prinses aan haar nichtje-non Angelica vertelt dat haar bastaardkindje dood is. Angelica, magistraal vertolkt door sopraan Corinne Winters, die de première miste door ziekte, zet dan door tranen overmand de bekende, hartverscheurende aria ‘Sensa Mama’ in, die tot letterlijk ongekende hoogten van toon en menselijk verdriet en tot haar onvermijdelijke zelfdoding leidt. Zelden heb ik in de nokvolle Munt zoveel emoties gevoeld. De zaal ontplofte dan ook zowat bij het einde van de opera, zoals op het grote filmscherm het klooster in brand vloog als bij de eindscène van Hitchcock’s meesterwerk ‘Rebecca’.
‘Suor Angelica’ maakt met twee andere opera’s van een uur deel uit van de merkwaardige triptiek ‘Il Trittico’ van Puccini. De Italiaanse componist schreef die in het begin van vorige eeuw. De drie opera’s gingen samen in 1918 in de New-Yorkse Metropolitan in première.
Filmmuziek
Het drieluik wordt niet zo vaak opgevoerd, omdat het lang is en een uitgebreide cast vereist. Wat een geluk dat de Munt het nu toch doet (voor het eerst sinds 1995) ! En de drie werken niet opsluit in een traditionele mise-en-scène, zoals te vaak gebeurd is in het verleden. De Duitse regisseur Tobias Kratzer toont met een briljante, vernieuwende regie hoe goed deze opera’s wel zijn en wat een groot componist Puccini toch was : een gepast plaatselijk eerbetoon aan de Italiaan uit Lucca, die in 1924 in een Brussels ziekenhuis aan kanker overleed.
De muziek is rijk en bijzonder verscheiden; bij momenten lijkt het wel filmmuziek. Pucinni was een kind van zijn tijd en leek klaar om soundtracks van films te schrijven. Hij verbaast met geluidseffecten zoals claxons en sirenes en met onverwachte instrumenten zoals een draai-orgel.
Van B-film tot Commedia dell’Arte
‘Il Tabarro’, de eerste opera, is eigenlijk niet meer dan een sentimenteel verhaal over een driehoeksverhouding met een dramatische afloop. Dat dit een scenario voor een graphic novel of een Amerikaanse B-film had kunnen zijn, maakt regisseur Kratzer duidelijk door de titel als een cover van een strip of een cinema-affiche uit de jaren vijftig te projecteren boven aan de scène.
Het vierdelige decor op drie niveaus geeft een grote dynamiek aan het verloop. Bariton Peter Kalman geeft een zeer genuanceerde invulling aan zijn personage, met de emotionele smeekbede aan zijn vrouw en zijn verdriet over hun gestorven kind. Met dezelfde mantel ( de tabarro uit de titel) waarmee hij zijn kind en vrouw koesterde en warmte gaf, zal hij uiteindelijk haar door hem vermoorde minnaar bedekken en op een wrede manier zijn verloren liefde confronteren met het levenloos voorwerp van haar nieuwe passie.
Diezelfde Kalman schittert ook in het laatste deel, het komische ‘Gianni Schicchi’, over een meesterlijk oplichter die Puccini bij Dante haalde en die een hebberige familie bij het overlijden van hun oom voor schut zet. De Commedia dell’Arte is niet ver! Als Schicchi zich op het einde rechtstreeks tot het publiek went, is het ook moeilijk om niet aan ‘Falstaff’ van Verdi te denken. Puccini was modern, maar kende zijn klassiekers!
Interne referenties
Op het eerste zicht hebben de drie opera’s niet veel met elkaar te maken. Maar uiteindelijk gaan ze wel alle drie over de dood en de manier waarop wij daar in verschillende situaties mee omgaan. Op een amusante en creatieve manier mengt regisseur Kratzer referenties naar de andere delen van de triptiek in elk van de opera’s, gaande van een sitcom op TV, over een verboden strip in het klooster tot een oude man die stervend naar zijn lievelingsaria luistert. Door die interne referenties haakt de ene opera in op de volgende. Een goede scenische vondst is ook de tribune op het podium bij ‘Gianni Schicchi’ waardoor de meer dan tien protagonisten als in een arena spelen.
Dat dirigent en publiekslieveling Alain Altinoglu zijn orkest met brio door de voorstelling stuwt is gezien zijn klasse uiteraard niet verwonderlijk, maar zijn grootste verdienste is de ongelofelijke diversiteit van de partituur van Puccini alle eer aan te doen. Van de zeer vernieuwende oefening in filmmuziek die Il taborra is, over het ingetogen ‘Suor Angelica’ met enkel vrouwenstemmen tot de hectische gekte van ‘Gianni Schicci’ : het Muntorkest en zijn dirigent leveren met bravoure een zoveelste bewijs van hun kunnen, tot groot genoegen van het publiek.
Het festijn duurt vier uur; drie opera’s voor de prijs van één, die kans krijg je niet elke dag! ‘Il Trittico’ is bovendien een perfecte introductie voor wie nog niet vertrouwd is met opera. Een ideaal voorwendsel om naar de Munt te komen of later de voorstelling op streaming te zien!
Nog te zien in de Munt op 23, 26,29 en 31 maart en 3,6 en 9 april.
Alle info en reservaties op www.lamonnaiedemunt.be
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Het federale Beliris-fonds, bestemd voor de uitstraling van Brussel, wordt systematisch misbruikt door de bevoegde minister Karine Lalieux (PS).