Tsaar Saltan: een grimmig sprookje voor grote mensen
‘Het sprookje van Tsaar Saltan’, een opera van Rimsky-Korsakov krijgt een boeiende invulling in de Munt.
Het eindbeeld van de nieuwe Opera in de Brusselse Munt, ‘Het sprookje van Tsaar Saltan’ van de Russische componist Nikolay Rimsky-Korsakov, is verpletterend en grijpt het publiek naar de keel : het hoofdpersonage, de jonge troonopvolger Gvidon slaat radeloos met de vuisten op een deur. Bepaald geen happy-end dit indrukwekkende orgelpunt van de bijzonder gedurfde lezing waarmee regisseur Dmitri Tcherniakov deze klassieker meedogenloos onder handen neemt.
Tcherniakov haalt alles ondersteboven : wat hij toont staat haaks op zowat alle andere mise-en-scènes van deze opera uit 1900. Zijn productie uit 2019 werd bekroond met de internationale Opera Award en was sindsdien in vele Europese operahuizen te zien.
Poesjkin
Rimsky-Korsakov baseerde zich op ‘Tsaar Saltan’ van Alexander Poesjkin dat iets weg heeft van Assepoester. Zowat elk Russisch kind kent het. In 1899 vierde het land de 100ste geboortedag van de verafgode schrijver. De componist zag in een muzikale bewerking van het sprookje een ideaal eerbetoon. De magische elementen pasten ook perfect bij de tijdsgeest en bij de voorliefde van Rimsky-Korsakov voor fantastische en feërieke onderwerpen die hem de bijnaam van ‘orkesttovenaar’ opleverde.
Rimsky-Korsakov had weinig of geen interesse voor de psychologie van zijn personages, die als bordkartonnen stripfiguren geen menselijke psyche hadden. De regie van Dmitri Tcherniakov draait alles om en vertrekt van de jonge Gvidion, briljant vertolkt door de Russische tenor Bogdan Volkov. In een inleidende geprojecteerde tekst geeft Tcherniakov enkele sleutels aan het publiek : Gvidion lijdt aan autisme; voor hem zijn sprookjes realiteit. Samen met zijn moeder, de verbannen vrouw van de tsaar, Svetlana Aksenova zijn ze de hele voorstelling op de scene. Ze zijn de enigen met gewone kleren tussen de kleurrijke kostuums van alle andere personages : een duidelijke aanwijzing van hun dubbele positie in het verhaal, als spelers maar ook als toeschouwers.
Animatie
Tcherniakov maakt op briljante manier gebruik van geprojecteerde animatiebeelden waarvan men snel begrijpt dat ze ons een kijk bieden in het hoofd van Gvidion. Op die manier wordt er geen sprookje verteld, maar begrijpen we hoe iemand de werkelijkheid met gefantaseerde elementen draaglijker maakt. Als Gvidion in het derde bedrijf zelf deel is van het geanimeerde decor wordt het uitgangspunt van Tcherniakov nog duidelijker: niets wat we gezien hebben is echt; alles is een product van de autistische verbeelding van Gvidion.
Dat komt ook goed tot uiting in de bekende scène waar een hommel de hofhouding van de tsaar lastig valt. De lichaamstaal van Gvidion verraadt dat wat wij zien het product van zijn verbeelding is. De regisseur onderlijnt die visie door aan het slot alle personages op te voeren, maar zonder hun pittoreske kostuums, in hedendaagse kleding. De wanhopige Gvidion is niet in staat tot enig contact. Hier geen traditioneel romantische einde waarbij de jonge prins eindelijk zijn vader terugvindt en zijn geliefde Zwaanprinses omarmt. Hij kan enkel in wanhoop naar de uitgang rennen.
Freud
Het is gedurfd om alle voorspelbare elementen overboord te gooien van een opera die zich perfect leent tot een vrolijke en romantische benadering. Tcherniakov gaat op haast Freudiaanse manier op zoek naar de psyche van de jonge prins. Hij doet dit op een even sobere als indrukwekkende manier. Hij wijst alle goedkope effecten af: er is zelfs geen decor. De zangers staan voor het neergelaten brandscherm of het projectiedoek. Net zoals die andere vernieuwende regisseur Romeo Castellucci dit en volgend jaar in de munt doet met de Ring van Wagner, gaat Tcherniakov op zoek naar wat achter het verhaal zit, wat het echt interessant maakt. Met deze aanpak maakt hij een opera van meer dan een eeuw oud bijzonder actueel.
De jonge Russische dirigent Timur Zangiev bewees zijn grondige kennis van het muzikale oeuvre van Rimsky-Korsakov. Naast de uitstekende cast, met een bijzondere vermelding voor de Oekraïense sopraan Olga Kulchynska als de Zwaanprinses, blonk het Muntkoor eens te meer uit, met zang en dans.
Nog tot 19 december. Alle info op lamonnaiedemunt.be
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Joanthan Littell vertrok naar Oekraïne om een boek te schrijven over een massamoord op Joden in 1941, maar het heden haalde hem in.