JavaScript is required for this website to work.

Een lidwoord, het verschil tussen Dé of Een Bijbel

Pieter Bauwens26/4/2015Leestijd 4 minuten
TitelEen lidwoord, het verschil tussen Dé of Een Bijbel
AuteurRébecca Dautremer
UitgeverDavidsfonds
ISBN9789077363270
Onze beoordeling
Aantal bladzijden400
Prijs€ 49.95

Je hoort wel eens de klaagzang dat jongeren (en ook niet zo heel jongeren) de bijbelse verhalen niet (meer) kennen. Door die onwetendheid gaat niet alleen veel geloofsrijkdom verloren, maar ook veel cultuurrijkdom. Dit fenomeen wordt zowel cultureel als vanuit het geloof gecounterd en dat leidt onder meer tot heel interessante nieuwe boeken.

Het voorbije jaar belandden zo Een Bijbel en De Bijbel in Gewone Taal (BGT) bij mij. Twee boeken die aan het denken zetten over de Bijbel, onze religieuze en culturele erfenis. Daarbovenop doen die boeken nadenken over hoe we die erfenis vandaag kunnen doorgeven.

EEN

Philippe Lechermeier is een jeugdauteur. Bij het Davidsfonds verschenen er al verschillende vertalingen van zijn kinder- en jeugdboeken: Feeëngeheimen, Het geheime dagboek van Klein Duimpje of Het grote boek van vergeten prinsessen. Dat laatste maakte hij samen met illustratrice Rébecca Dautremer, ook gekend van het het prachtig-geïllustreerde boek Allice in Wonderland (ook bij het Davidsfonds). Lechermeier en Dautremer hebben zich gewaagd aan Een Bijbel. ‘Een’, niet ‘De’, what’s in a word ? zou u kunnen denken, wel in dat lidwoord zit een wereld van verschil. Lechermeier heeft namelijk geen nieuwe bijbelvertaling gemaakt, hij heeft verhalen uit de Bijbel hertaald en herwerkt. Daarvoor koos hij de ‘bekende’, meest sprekende verhalen: de schepping, Adam en Eva, Kaïn en Abel, Noach, Abraham, Jozef, Mozes, Jozua, … maar hij waagt zich ook aan het Nieuwe Testament en hervertelt het Verhaal van Jezus van Nazareth. Het kerstverhaal verteld vanuit het perspectief van Maria is heel mooi.

Lechermeier deed zijn werk heel grondig, hij probeert de essentie van de verhalen te vatten op een hedendaagse, toegankelijke manier. Hij maakte een nieuwe enscenering van de verhalen. Hij kiest andere verteltechnieken, speelt met de opmaak, doet alles wat een hedendaagse schrijver met een verhaal kan doen. Hij hervertelt de verhalen. Het doet de vraag stellen naar hoe evangelisten vandaag een evangelie zouden schrijven. Maar de auteur is niet echt geïnteresseerd in de religieuze boodschap van de verhalen, wel in de mensen, in de verhalen, de kracht van die verhalen en de universaliteit van die verhalen. Maar de religieuze boodschap is zo verbonden met de essentie van de verhalen dat die vaak nog overeind blijft voor wie erin thuis is.

De nieuwe enscenering van Een Bijbel wordt kracht bijgezet door de tekeningen van Rebecca Dautremer. Zij stapt ver weg van de klassieke Bijbelse prenten, niet de bekende figuren in de bekende poses in een even herkenbaar landschap. De prenten van Dautremer voegen een dimensie toe aan Een Bijbel, ze interpreteren het verhaal, trekken het weg uit de iconische context. De makers van Een Bijbel hebben hun boek gemaakt omdat ze vinden dat die Bijbelse verhalen werelderfgoed zijn, dat de cultuurhistorische waarde van de verhalen niet verloren mag gaan. We moeten opnieuw een (of de) Bijbel lezen. Daarom dit boek.

DE

Ik kreeg Een Bijbel in handen rond dezelfde periode als de nieuwe Bijbelvertaling De Bijbel in Gewone Taal (BGT),een uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap. Een vertaling met de bedoeling laagdrempelig te zijn, de taal waarin het verhaal verteld wordt, mag geen belemmering vormen om de Bijbel te lezen. Een Bijbel in gewone taal moest het dus worden, een taal die vandaag gebruikt wordt, geen ouderwetse statige taal. BGT werd een Bijbelvertaling met een ‘beperkte woordenschat’, met woorden die iedereen kent. Daarnaast kozen de vertalers voor niet te lange zinnen en een duidelijke tekstopbouw. Alles met hetzelfde doel: de lezer moet makkelijk kunnen begrijpen wat de zinnen met elkaar te maken hebben en over wie of wat het gaat. Beeldspraak die moeilijk te begrijpen is, wordt verduidelijkt. De lay-out is overzichtelijk, met korte stukken tekst waar een kopje boven staat. Archaïsche woorden, zelfs iconische woorden, vlogen er uit, een ark wordt een boot, bijvoorbeeld. In andere gevallen wordt een moeilijke term weergegeven met een zinnetje dat de betekenis duidelijk maakt, een ‘voedster’ wordt in BGT ‘een vrouw die het kind de borst kan geven’.

De tekst wordt dus ‘losser’ vertaald om het leescomfort te verhogen, om drempels weg te nemen die het lezen van de Bijbel bemoeilijken of verhinderen. De redenering daarachter is: niet de oorspronkelijke tekst telt, maar het verhaal en de boodschap, de diepere waarheid in het verhaal. BGT is een soort democratisering van de Bijbel, want de Bijbel is er voor iedereen, zou er voor iedereen moeten kunnen zijn.

Die laagdrempeligheid werkt. De teksten van de BGT worden gebruikt voor het mega-evenement dat elke jaar op de Nederlandse tv te zien is op Witte Donderdag: The Passion. Een moderne enscenering van het passieverhaal met bekende acteurs en bekende –populaire- liedjes. Een beetje wat Lechermeier deed, maar dan in een tv-format. De bedoeling van het Nederlands Bijbelgenootschap is duidelijk, de Bijbel is te belangrijk om te verwaarlozen, we moeten opnieuw (meer) de Bijbel lezen, niet voor de verhalen, maar voor de geloofsinhoud.

De/een

In de bijbelleesgroep waarmee we elke maand samenkomen, worden beide bovenstaande Bijbels zeer gewaardeerd. Het is zeer interessant om de interpretaties die verschillende vertalingen of bewerkingen maken,  naast elkaar te leggen. We hebben teksten uit de BGT ook al gebruikt in vieringen voor kinderen en vormelingen. Ik ken voorgangers die ze graag gebruiken bij begrafenissen omdat de taal van BGT minder vreemd klinkt dan de Willibrordvertaling die in de katholieke kerk in Vlaanderen wordt gelezen.

Bij het vergelijken welt de vraag op waar de Bijbel ophoudt en een Bijbel begint. Bij het boek Een Bijbel is dat duidelijk. Er is een keuze gemaakt in de verhalen. Oké. Bij de BGT kan je zeggen:  alles staat er in, maar toch is het geen officiële vertaling die je in de liturgie mag gebruiken. Waarom niet eigenlijk? Staat er iets te veel? Iets te weinig? Wat staat er te veel, wat staat er te weinig? Waarom is de Willibrordvertaling de norm en niet de andere vertalingen die sedertdien verschenen zijn? Wat maakt een vertaling normatief? Die normatieve vertaling is zelf toch ook een momentopname in vertalen, en dus interpreteren. Wat maakt die ene vertaling, en dus die interpretatie en die verwoording Dé Bijbel en een andere Éen Bijbel? 

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties