Een Vlaamse Viking aan het front.

De stichter van uitgeverij/drukkerij Lannoo was een actieve flamingant. Als leerling aan het college van Tielt werd de Vlaamsgezindheid hele generaties met de pap in de mond gegeven. Cyriel Verschaeve en Robrecht De Smet zijn twee van de bekendste priester-leraren van wie Joris Lannoo les kreeg. Na het uitbreken van de Groote Oorlog trok Lannoo als vrijwilliger naar het gruwelijke front om er vanaf 1915 een carrière uit te bouwen tot onderluitenant, zowat de hoogste functie die een Vlaming kon bereiken, en dat vooral omdat hij voldoende Frans kon. Uit een rijke verzameling documenten, foto’s en brieven, verzamelde de nimmer vermoeibare Romain Vanlandschoot tientallen illustraties om het verhaal van de jonge Lannoo te illustreren. Vooral de vele brieven en foto’s maken dit tot een letterlijk én figuurlijk mooi boek.In minder dan 160 rijk geïllustreerde pagina’s lezen we het verhaal van Lannoo als een uitvergroting van het leven van de Vlaamse frontsoldaat. De Franse bevelen, het ‘ontwaken’ van jonge Vlaamse intellectuelen, de ‘verheffing’ van Vlaamse boerenjongens … Lannoo stond aan de wieg van de ‘Vikings’, een groepje dat – zoals vele anderen – aan de basis lag van een Vlaamsgezinde maar vaderlandgetrouwe ‘beweging’ – later Frontbeweging genoemd. Het verhaal leest als een roman. Zeker als je weet dat de eerst als erg verdienstelijke onderofficier erkende Lannoo later zijn diploma wordt afgenomen, omdat hij na de oorlog ging spreken op bijeenkomsten van de Vlaamse Oudstrijdersvereniging VOS.