De eeuw van Duitsland
Soms klopt non-fictie fictie. Dat is het geval met de waargebeurde familiekroniek tegen de achtergrond van de grote cesuren van Duitsland, van het keizerrijk van 1871 tot na de val van de Muur.
De realiteit is soms echt wel sterker dan de fictie, en zeker in Duitsland. Als je als auteur een schatkamer ontdekt van egodocumenten – dagboeken, briefwisseling, huishoudboekjes, notarisaktes … dan zit je gegarandeerd op rozen. Het familie-archief van vier generaties Duitsers, van de oprichting van het eengemaakte Duitse Rijk in 1871 tot de val van de Muur in 1989 en nadien. Giet dat in boekvorm en je krijgt een familiekroniek die zelfs naast Thomas Manns Buddenbrooks kan staan. ‘Hut ab‘ voor Jan Konsts prestatie. Hij schreef het verhaal van ‘een Duitse familie in de lange twintigste eeuw’ op zulk meeslepende wijze, dat het boek om meer schreeuwt!
Ik betrapte me er tijdens het lezen vaker op om te googelen en wat naslagwerken erop na te slaan. Andere auteurs ook, die periodes en fenomenen onderzochten die Konst zo treffend en levensecht beschrijft.
Decor: Duitsland
Alles begint met stamvader Ewald Grunewald. Zoon van keuterboertjes in Saksen, in de buurt van Dresden. Hij werkt zich op. Als eerste in de familie ontstijgt hij het landbouwersleven. Zijn intelligentie wordt opgemerkt en hij kan verder studeren. Universiteit zelfs. Dat was in het Duitsland van toen absoluut geen evidentie. Hij wordt dan leerkracht aan een prestigieuze jongensschool, een Gymnasium. Alleen al dat meritocratische verhaal, teken de achtergrond van een zich politiek ontwikkelend en economisch groeiend wereldrijk dat ook een plekje onder de zon wou, is al een boek waard. Hij verhuist met vrouw en kinderen naar de porseleinstad Meissen. De ontwikkeling van de stad is een vage — maar niet onbelangrijke — streep op de achtergrond van het pointillistisch werk dat Konst borstelt voor zijn aandachtige lezer. Het is die achtergrond, dat historische decor, dat referentiekader dat van De wintertuin — zo heet het boek — een Groot Europees Verhaal maakt. Niet het minst omdat de familie de grote cesuren van de Duitse geschiedenis van nabij en zelfs lijfelijk meemaakt: keizertijd, Eerste Wereldoorlog, Weimar-republiek, Hitlers Derde Rijk, DDR en het eengemaakte Duitsland.
Oorlog
De familie leeft in de zuidoostelijke hoek van het Pruisische Saksen dat ondanks gebiedsverlies na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, toch Duitsland blijft. Een geluk bij een ongeluk, want de familie heeft uiteraard te lijden onder de uitwassen en ontbering die beide oorlogen met zich meebrengen. Ewald, met wie de familiekroniek begint en die zich dus opwerkte tot de gebildete hogere middenklasse, werd op zijn 43ste nog onder de wapenen geroepen. Een schoonzoon wordt later actief bij de Wehrmacht. Hij werd op het eind van de Tweede Wereldoorlog zelfs een tijdlang vermist. Een dochter overleeft het bombardement op Dresden. En ook Sovjetrussische soldaten sparen de familie niet op het eind van de oorlog. Een dochter bevond zich met een kleindochter in 1963 net in West-Berlijn op de dag dat de grens werd gesloten en men aan de Muurbouw zou beginnen. Toch koos ze er voor om terug naar het oosten te gaan. Diezelfde dochter is in 1968 in Praag als de Lente er onderdrukt wordt door Sovjetsoldaten. Ook de val van de Muur werd van nabij meegemaakt door de familie. En neen, niemand stapte in het verzet, op geen enkel moment van de bewogen geschiedenis. Niemand stapte ook in de actieve ‘collaboratie’. Deze familie leefde als een gewone familie in een land dat telkens opnieuw zichzelf uitvond, vaak in de meest barre omstandigheden.
‘Vrede’
Gezien door de ogen van een gewone familie, waar iedereen zijn keuzes maakte in functie van context en karakter, ook politiek, vallen ook de parallellen op tussen nazi-Duitsland en de Duitse Democratische Republiek. ‘Onze opvoeding stond in het teken van een blinde gehoorzaamheid, dat kun je wenden of keren zoals je wilt, maar het is zo.’ Die zin slaat op het leven in het nationaalsocialistische Duitsland. In het socialistische Duitsland is het niet anders. Ook de nivelleringspolitiek van respectievelijk NSDAP en SED – de socialistische eenheidspartij van de DDR – loopt vrij gelijk. De klassenstrijd ruimt baan voor een ideologisch gedreven gelijkschakeling. Het deel van de familie dat het qua status en financiën beter heeft, ondergaat telkens een Abstieg, een afdaling op de sociale ladder. Voor de anderen betekent het een Aufstieg. Al zijn allen onderworpen aan de lange rijden voor de winkels, zowel tijdens als na de Tweede Wereldoorlog. Het boek leerde me een nieuwe begrip – dat zelfs Dirk Rochtus in zijn Duitslandboeken nog niet hanteerde. Het vele geduld dat men in de DDR moest aan de dag leggen om iets te eten te vinden, leverde het begrip socialistische Wartegemeinschaft op. Socialistische gemeenschap van wachtenden. En o ja, de enige man die zich politiek engageert, werd zowel lid van de NSDAP als van de SED. Het verschil was duidelijk niet groot.
Beter dan fictie
De wintertuin is familiekroniek, Duitse en Europese geschiedenis en caleidoscoop in één. Het levensverhaal van een familie die ‘in heel moeilijke tijden het hoofd boven het water probeert te houden’. Hilde, een van Emils dochters, bijvoorbeeld, werd net honderd. Daarvan leefde ze 80 jaar onder autoritaire regimes. Het is die context die tot leven komt in dit historisch non-fictieboek dat een roman over zo’n familie in deze tijdspanne klopt. Deze literaire non-fictie klopt met gemak de fictie. Duitsland leent er zich dan ook toe als decor.
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?