JavaScript is required for this website to work.

Goelag, een geschiedenis

Boudewijn Bouckaert11/9/2021Leestijd 7 minuten

De Stalinistische terreur en de Goelag-kampen veroorzaakten vele miljoenen doden, wat de linkerzijde er ook moge van zeggen – of ontkennen.

Gulag. A History werd reeds in 2003 gepubliceerd en verscheen in 2006 in Nederlandse versie. Het boek trok mijn aandacht toen ik, ook voor Doorbraak, een ander magnum opus van Anne Applebaum, De Rode Hongersnood (The Red Famine) besprak. Als je dit historiografisch meesterwerk doorploegd hebt, welt  een gevoel op van ‘Der Gulag: Jetzt weiss Ich es.’

Minimaliseren

In de periode tussen WO II en de implosie van de Sovjet-Unie woekerden er grosso modo twee sterk uiteenlopende visies over het kampensysteem in de Sovjet-Unie. Men had de Westerse communistische partijen en hun ‘compagnons de route’, vooral veel academici en kunstenaars. Deze Sovjet-collaborateurs minimaliseerden zoveel mogelijk de massamoorden en het aantal gevangenen in het kampsysteem. De linkse paus Sartre schreef in 1954 nog in Libération : ‘ La liberté de critique est totale en URSS […] Et le citoyen soviétique améliore sans cesse sa condition au sein d’une société en progression continuelle. ‘

De gruwel van de Sovjet-kampen en de massamoorden werden daarentegen breed uitgesmeerd door het hele anticommunistische spectrum, gaande van sociaaldemocraten tot conservatief rechts. De publicaties uit die hoek, zoals de werken van Robert Conquest, zaten qua schattingen van de aantallen en de omvang van de gruwel veel dichter bij de waarheid. De geloofwaardigheid ervan bleef echter kwetsbaar wegens het gebrek aan betrouwbare cijfergegevens en concrete beschrijvingen van het kampleven en de terreur.

Dit liet de Goelag-ontkenners toe de anticommunistische literatuur erover af te doen als ‘koude oorlogsretoriek’ en ‘bourgeoispropaganda’. Dit alles veranderde met de implosie van het Sovjetsysteem. Vele (niet alle) Sovjetarchieven werden consulteerbaar, vroegere gevangenen konden vrijuit getuigen en Memorial, een studiecentrum van vroegere dissidenten, zet het onderzoek over de Goelag bestendig verder.

De waanzinnige Grote Terreur

Applebaums’ Goelag, een geschiedenis  is onderverdeeld in drie delen.
Een eerste deel is chronologisch opgebouwd en beschrijft de opgang van het kampsysteem. Reeds van bij het begin van de communistische revolutie werd een nieuw type misdadiger gecreëerd, nl. de klassenvijand:  een persoon die niet meewerkte aan de historische bevrijding van de mensheid door de arbeidersklasse. Dit waren eerst het ‘vroegere volk’, nl. tsaristische ambtenaren, militairen, de adel, ondernemers, de clerus.

Later volgden de mensjewieken, de anarchisten, de sociaal-revolutionairen. Nog later alle strekkingen van bolsjewiki die het niet eens waren met de leiding zoals de aanhangers van Trotski. De kampbevolking zwelt tenslotte spectaculair op met de ‘koelakken’, slachtoffers van de collectivisering en met de honderdduizenden communistische partijleden, ambtenaren en legerofficieren, slachtoffers van de waanzinnige Grote Terreur (1936-39).

Het tweede deel van het boek is diachronisch. Hoofdstuk per hoofdstuk beschrijft Applebaum, op basis van archiefbronnen en talrijke getuigenissen, de verschillende aspecten van de Goelag. De arrestatie, het eerste verblijf in de gevangenis, het transport, het leven in de kampen, de dwangarbeid, het strafsysteem, de kampbewakers, de categorieën gevangenen, nl. criminelen en ‘politieken’, het specifieke lot van vrouwen en kinderen, de dood in de kampen, de overlevingsstrategie, de rebellie en de ontsnapping.

Het derde deel is dan weer chronologisch.  Enerzijds waren er massale vrijlatingen…  om de rangen van het Rode Leger aan te vullen. Anderzijds kwam er een enorme instroom van zowel krijgsgevangenen als van leden van als niet-loyaal beschouwde bevolkingsgroepen (Balten, Oekraïners, Tsjetsjenen, Wolga-Duitsers, Krim-Tataren, Kalmukken, Ingoesjen, enz). Na het einde van de oorlog werd het kampsysteem ook uitgebouwd in Oost-Europa.  240.000 Duitsers – nazi-medewerkers, ondernemers, handelaars, boeren – werden in kampen opgesloten. Meer dan een derde overleefde het niet.

Keerpunt

De dood van Stalin in januari 1953 was een effectief keerpunt. In vele kampen ontstonden spontane massale opstanden die óf bloedig onderdrukt werden óf leidden tot versoepelingen. Mede daardoor besloot Chroesjtsjov in januari 1956 tot zijn fameuze speech waarin hij de massamoorden en terreur van Stalin aankloeg en cijfers vrijgaf over het aantal gedetineerden, gedeporteerden en geëxecuteerden.

Zijn speech zond een schok door alle partijgeledingen. In de daaropvolgende periode van dooi werden honderdduizenden gedetineerden vrijgelaten. De auteur beschrijft hoe deze vrijlatingen niet alleen vreugde maar ook intense gezinsdrama’s teweegbrachten.

De repressie na de repressie

Na de afzetting van Chroesjtsjov volgde een nieuwe repressie. Anders dan onder Stalin werd de situatie in de kampen beter bekend in het Westen dankzij de actie van  dissidenten en  samizdat-publicaties.
In een laatste hoofdstuk bespreekt de auteur hoe de huidige Russische bevolking met de nagedachtenis van de Goelag omgaat.

De Memorial stichting en vele verenigingen van oud-gevangenen doen hun best om de nagedachtenis van de miljoenen slachtoffers te eren met monumenten, herdenkingen en publicaties.
Het gros van de bevolking wil er echter niet aan herinnerd worden en velen ervaren de aandacht voor de Goelag als een aanval op Rusland als dusdanig. Dit in contrast met Duitsland, waar de herinnering aan de nazikampen bestendig wordt opgewekt en de geringste zweem van nationale trots als een verheerlijking van de naziperiode wordt geïnterpreteerd.

Poetin, ooit een KGB-agent, was aanwezig op de viering van de oprichting van de Tsjeka, de voorloper van de KGB. Daar werd een herinneringsplaket voor Andropov, de laatste Stalinistische heerser, aangebracht. Beeldt u in, een Duitse kanselier, die de oprichting van de Gestapo zou meevieren!

Een schat aan informatie
Het boek bevat een gigantische schat aan getuigenissen, beschrijvingen en kwantitatieve gegevens over de Goelag. Elke synthese in algemene kenmerken doet onrecht aan deze ongemeen rijke geschiedschrijving. Op straffe van veralgemening of foutieve inschatting, wagen we ons toch aan enkele algemene conclusies over dit gruwelijk stuk menselijke geschiedenis.

Voor het bolsjewistisch regime was het kampsysteem in de eerste plaats het instrument bij uitstek voor de uitschakeling van elke oppositie. In de eerste jaren werd de repressie gericht op effectieve opposanten. Onder Stalin werd het een veralgemeende terreur waarbij honderdduizenden Russen willekeurig werden opgepakt op basis van de gekste beschuldigingen. Vrij snel zag het regime echter ook in dat de massale arrestaties ook een economisch nut hadden. De miljoenen gevangenen konden ingezet worden voor de versnelde industrialisering en voor de ontginning van de eindeloze gebieden in het Noorden en het Oosten.

Daarbij werd met de factor arbeid grondig gemorst. Honderdduizenden kwamen om het leven in de onmenselijke arbeidsomstandigheden bij het graven van kanalen, het ontginnen van mijnen, het aanleggen van wegen en spoorwegen. Vele Goelag-projecten hadden achteraf bekeken, zoals men in een planeconomie kan verwachten, geen enkel nut. Op het beruchte Witte Zeekanaal, waarvan het graven tienduizenden mensenlevens heeft gekost, was er nadien bijna geen scheepsverkeer.

Verschilden de Goelag-kampen van de nazi-kampen?

De ingang van het permafrost Vorkoeta-kamp met als opschrift: ‘Arbeid in de USSR is een zaak van eer en glorie’

Anders dan de nazi-Vernichtungslager, waren Goelagkampen niet exclusief gericht op uitroeiing. De arbeidsomstandigheden waren dikwijls dodelijk, bij de minste rebellie volgden massa-executies, maar het was niet de bedoeling de kampbevolking uit te moorden. Wel om hen te gebruiken voor de realisatie van gigantische economische projecten. De gerichte massamoorden in de Sovjet-Unie gebeurden eerder buiten de kampen.

Honderdduizenden Sovjetburgers werden ‘bei Nacht und Nebel’ gearresteerd, weggevoerd en geëxecuteerd. Toch waren ook veel deportaties en massamoorden racistisch geïnspireerd. Honderdduizenden Sovjetburgers werden verbannen, opgesloten en vermoord, louter en alleen omdat ze tot een ‘niet-loyale, verdachte bevolkingsgroep’ behoorden. Dat was het lot van vele Krim-Tataren, Wolga-Duitsers, Tsjetsjenen, enz. Begin jaren vijftig ontketende Stalin een ware antisemitische campagne. Hij beschuldigde Joodse geneesheren ervan systematisch goede communistische burgers te vergiftigen. Men had het weliswaar niet over Joden, wel over zionisten en kosmopolieten. ‘To define or to be defined, that’s the question.’

Is er een link met de marxistische leer?

Eens de waarheid over de Goelag niet meer te ontkennen viel, veranderde de intellectuele linkerzijde van viool. De kampen waren een ‘pervertering’ van de marxistische leer. Het systeem was ‘wezenlijk’ wel goed, maar door een gebrek aan democratie en door de personencultus was het ‘ontspoord’ geraakt. Dat is niet de indruk die overblijft na het lezen van het boek.

Het bolsjewistische credo hield een claim in op het absolute gelijk en de belofte op het creëren van een sociaal paradijs. Het absolute gelijk volgde uit het door Marx ontwikkelde historisch determinisme, dat inhield dat de arbeidersklasse hoe dan ook de macht zou verwerven. Wie daartegen inging vertraagde de mars van de mensheid naar het paradijs en verdiende het om ‘uitgeschakeld’ te worden.
De link tussen marxisme en het Goelag-systeem blijkt historisch uit het feit dat de terreur en het kampsysteem reeds begon onder Lenin en niet exclusief aan Stalins’ persoonlijke dictatuur toe te schrijven is.

Is de Goelag ook deels te verklaren door de specifieke situatie in Rusland? Dit zonder twijfel. Drie typisch Russische omstandigheden kunnen hier aangegeven worden. Er is het gebrek aan liberaal-democratische voorgeschiedenis. Alleen in de periode 1905-1914 fungeerden er democratische instellingen in Rusland, werden sommige burgerlijke vrijheden erkend en werd er privaat eigendom ingevoerd. De Eerste Wereldoorlog, die een ontwrichting van de burgerlijke samenleving teweegbracht, heeft de democratische ontwikkeling in de kiem gesmoord en de staatsgreep van een politieke sekte, zoals de bolsjewiki, mogelijk gemaakt.

Er is de onvoorstelbare uitgestrektheid van het land: miljoenen mensen kunnen worden gedumpt zonder dat de rest van de samenleving er iets van merkt. Er is tenslotte de houding van de orthodoxe kerk, die onder het tsarisme, noch onder het communisme een morele tegenmacht tegenover de staatstirannie heeft gevormd. Dit in tegenstelling tot de katholieke kerk in Polen, die erin slaagde het volksverzet tegen het regime te kanaliseren. In Rusland bleef de orthodoxe kerk politiek passief en slaagde de dissidentenbeweging er nooit in een anticommunistische massabeweging te mobiliseren.

28,7 miljoen

Volgens de NKVD en KGB-archieven evolueerde het aantal gevangenen in de Goelagkampen van 179.000 in 1930 naar 2,5 miljoen in 1953. Deze cijfers geven geen zicht op het verloop van de kampbevolking. Sommigen zaten er jaren. Anderen werden na een aantal jaren vrijgelaten. Velen kwamen om het leven in het kamp. Uit de instroom- en uitstroomstatistieken maakt Applebaum op dat ongeveer 18 miljoen Sovjetburgers in het kampsysteem terecht gekomen zijn.

Daarbij moeten nog andere categorieën die buiten de Goelag bleven, nl. krijgsgevangenen, dwangarbeiders zonder gevangenzetting en ‘bijzondere bannelingen’ geteld worden. Deze laatste categorie omvat bevolkingsgroepen die in hun geheel werden gedeporteerd naar onherbergzame gebieden en daar grotendeels om het leven kwamen. Die worden door Memorial op zes miljoen geschat.

Als alle categorieën worden opgeteld komt Applebaum uit op een totaal van 28, 7 miljoen. Het is moeilijk te zeggen hoeveel hiervan er om het leven kwamen ten gevolge van hun gevangenzetting. Uit onvolledige statistieken van de NKVD en KGB zelf blijkt dat er 2.749.163 miljoen mensen omkwamen in de gevangenkampen.

Dat zijn uiteraard niet de enige doden die op de rekening van Stalin en het communistisch bewind staan. Tussen de zes en zeven miljoen ‘vrije’ Sovjetburgers stierven ten gevolge van de door Stalin georganiseerde hongersnood. Daarbij moeten ook de honderdduizenden geteld worden die door massaexecuties om het leven kwamen. Hoeveel mensen door het communistische regime om het leven kwamen zal men nooit precies weten. Het Zwartboek van het Communisme schat het op twintig miljoen. Andere bronnen schatten het op tien tot twaalf miljoen.

In elk geval, de communisten moesten niet onderdoen voor de nazi’s…

 

Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!

Meer van Boudewijn Bouckaert
Commentaren en reacties