JavaScript is required for this website to work.

Grenzen van Engeland en Schotland

Karl Drabbe5/8/2017Leestijd 5 minuten
TitelDe Schotse marsen
AuteurRory Stewart
UitgeverPrometheus
ISBN9789044632576
Onze beoordeling
Aantal bladzijden411
Prijs€ 24.99

Op zoek naar de grenzen en de identiteit van Schotland en Engeland blijken de ‘Marsen’ een verloren en vergeten Middengebied.

Engeland en Schotland delen vandaag een grens van slechts 154 km. De grens tussen Engeland en Wales is langer. En hoe kort ook, het is een resultaat van een paar duizend jaar touwtjetrrekken tussen de grootste naties van Groot-Brittannië. Niet enkel geografisch getouwtrek, ligt aan de basis van de huidige grens. Maar ook heel wat onverschilligheid om de grensregio ten noorden en – vooral – ten zuiden ervan.

Meanderen

Ooit lag die grens op de Muur van Hadrianus al kunnen we toen, in het jaar 122, moeilijk spreken van ‘Engeland’ en ‘Schotland’. (Overigens kan ik u de meerdaagse wandeling langs de Muur enkel aanbevelen, maar doe ze van west naar oost, in tegenstelling tot wat vele reisgidsen u aanbevelen.)  Over de naamgeving van beide naties, over de verdwenen koninkrijken in het huidige grensgebied, over de identiteit van Engelsen, Britten en Schotten … daarover gaat een magistraal slow reading boek dat recent in vertaling verscheen: De Schotse marsen.

In 2011 besloot oud-militair (Afghanistan!) Rory Stewart om samen met zijn vader de Muur van Hadrianus over de volle lengte samen af te lopen. Die wandeling zou hen, zo meende Stewart, ‘de kans bieden om ons te verdiepen in allerlei vragen – over het Schotse nationalisme, over Rome, over grenzen en wereldrijken – en daar ook antwoorden op te vinden.’ Het opzet van het boek is meteen duidelijk, maar wie hoopt dat de auteur op zijn vragen de nodige antwoorden heeft gevonden, bijna 400 pagina’s verder, komt bedrogen uit. Op het einde van het boek zit hij zo mogelijk met nog meer vragen. En toch met één antwoord: de inwoners van The Borders, zoals de streek historisch heet, hebben weinig weet van hun complexe geschiedenis en hebben een moeilijke relatie met hun gelaagde identiteit.

Maar eerst de Muur

In vergelijking met de Muur van Hadrianus waren de Romeinse limes in Duitsland en Afrika ‘klein bier. De aanleg van deze muur had meer stenen en meer arbeidskracht gevergd dan de bouw van de piramides’. Stewart rekent er dan gemakshalve alle verdedigingsforten, versterkingen voor en achter de Muur en de parallelle Romeinse heirweg bij, maar het maakt het geheel niet minder indrukwekkend.

Ook de Muur van Antoninus beschrijft hij. Die ligt ca. 150 km ten noorden. Maar die wandelt hij niet helemaal af voor het boek. En het is de regio die grosso modo tussen beide muren ligt, die centraal staat in dit heerlijk meeslepende boek. Wie echter niet hoog oploopt met (Britse) geschiedenis en niet gestoken is door het virus van anglofilie, gelieve zich te onthouden. De combinatie van beiden is minstens vereist. Reden te meer waarom ik verrast was dat dit boek in het Nederlands verscheen.

Middenland

Het boek meandert door wat de vader van de auteur het ‘Middenland’ noemt. Het staat voor het ‘geografisch centrum van het eiland Brittannië.’ Een bergachtig gebied rondom het Lake District, de Pennines, de Cheviot Heuvels en de Schotse Borders, en strekt zich uit tot aan de rivier de Humber in het zuiden en de Firth of Forth in het noorden. Met die geografische omschrijving is meteen de ruimte bepaald voor de duizenden jaren geschiedenis waarnaar Stewart te voet op zoek gaat. Want door dagen aan een stuk door het Middenland te wandelen, telkens één of andere historische grens afstappend, geraakt hij in gesprek met locals en hoopt hij een antwoord te vinden op de hoger gestelde vragen.

Dat ‘Middenland’ vormt al 2000 jaar ‘een geografische en culturele eenheid, maar is herhaaldelijk opgedeeld langs politieke grenzen’. Vader Stewart, die zijn actieve leven als militair en diplomaat doorbracht in het Verre Oosten, was er altijd al van overtuigd. Zoon Rory is het op het einde van zijn wandeltochten – een heuse queeste – eens met zijn ‘daddy’.

Terug naar de Muur

De Muur van Hadrianus liep dwars doorheen het leefgebied van enkele Keltische stammen, die daardoor verdeeld geraakten. Niet het hele gebied ten noorden was grondgebied van de Picten, dat begon pas véél hoger. Het waren Keltische stammen als Carvetii en de Votadini die gesplitst werden door de Romeinse muur. Waardoor ter en zuiden een Gallo-Romeinse samenleving groeide en ten noorden ervan het Keltische gebied Welshtalig bleef (Cymbria, Cumbria). Nog noordelijker leefden de Picten, een volk of cultuur waarvan de oorsprong tot op vandaag onbekend is. Een permanent garnizoen van 15.000 legionairs verzekerde de ‘grens’ die de muur was.

De verhuizing van Germaanstalige Picten naar het zuiden, richting muur, het verdringen van de Welshtalige Cumbren naar het zuidwesten van de regio (vandaag o.a. Lake District), de ontwikkeling van het Germaanstalige christelijke Noordhumbrië, de impact van de Noren (vikingen) die zich gedurende honderden jaren vestigden in het Noorden van Groot-Brittannië en er eveneens eigen koninkrijken op nahielden, de aankomst van de Angelen en Saksen in het latere Engeland, later de vestiging van de Denen in het zuiden … maakten van het eiland aan de andere kant van het Kanaal deels wat het vandaag geworden is.

Die periode – tot in 1066 de Normandische hertog Willem ‘Engeland’ inpalmde – staat tot vandaag bekend als de ‘Dark Ages’. Weinig geschreven bronnen en een wirwar van volkeren, culturen en talen die eens vredevol samenleefden, dan weer elkaar te vuur en te zwaard bestreden, maakt er een weinig bekende periode van.

Engeland noch Schotland

Het grensgebied rondom de Muur, ten zuiden van de geologische breuklijn tussen Schotse Hoog- en Laaglanden, tussen de twee gigantische inhammen in het westen en het zuiden van het eiland (Tacitus schreef ‘De zee verdeelt Brittannia hier bijna in twee eilanden’), was de volgende paar honderd jaar de inzet van de strijd tussen de Schotse koningen en clans enerzijds en de Engelse koningen anderzijds. Het conflict bleef aanslepen en zorgde voor een ‘clearing’ van de regio. Op monniken die er grote abdijen stichtten na, woonden er maar weinig mensen. En wie er woonde stelde zich bloot aan de door de beide kronen oogluikend toegelaten ‘reivers’, genadeloze veerovers die boerderijen en nederzettingen bestolen en platbrandden, keer op keer opnieuw. Het Middenland werd zo een ‘zone van strijd en strooptochten’. Het is een gebied dat voornamelijk in het huidige Schotland ligt, maar deels ook in hedendaags Engeland.

Het maakte van The Borders een soort Niemandsland, een ‘wetteloos, woest en gevaarlijk gebied’, waar permanent ‘oorlog bij volmacht’ werd gevoerd en overleven een harde noot om kraken was. Het zorgde voor migraties in alle richtingen, voor Schotse en Engelse families die werden uitgemoord als ze zelf niet anderen eerst vermoordden. De Schotse Borderlands waren als een ‘scheidingsmuur tussen oorlogvoerende landen’. Sir Walter Scott verzamelde in de 19de eeuw heel wat ballades over de periode toen het Middenland een niemandsland was. In die periode kreeg de regio een nieuwe naam: de Marsen (van Schotland). Een nat gebied, met een andere type van landbouw, minder vruchtbaar dan het zuiden, waar kleinere landbouwbedrijven actief waren. Waar hele dorpen – kastelen inclusief – werden verlaten en ten prooi vielen aan de natuurelementen.

Identiteit

Gedurende vier jaar wandelde Rory Stewart in dat Middenland rond, op zoek naar de betekenis van grenzen en identiteit van de bewoners. Wandelend komt hij tot de vaststelling dat – hoewel de mensen er sterk vasthangen aan hun lokale erfgoed al woont negen op de tien er nog maar sinds één generatie – Groot-Brittannië uit drie landen bestaat: Engeland, Schotland en het Middenland (waarom hij Wales hierbij links laat liggen, blijft gissen).

Naar het einde van het boek, waarin hij ook letterlijk afscheid neemt van zijn 93-jarige vader, komt hij tot een ontnuchterende vaststelling. ‘Ik had vrijwel niemand getroffen die een coherent betoog kon houden over de Schotse identiteit. Tot het formuleren van een definitie van de Britse identiteit bleek echt helemaal niemand in staat te zijn.’ In brexit-tijden waarin de Schotse Nationalisten hoge ogen gooien een ware teleurstelling voor het Conservatieve en Unionistische parlementslid die de auteur is! Hij klaagt zelfs dat hij er niet in slaagde ‘alle lijntjes bij elkaar (te) breng(en)’ en niet kan vaststellen ‘wat voor soort land Brittannië alles bij elkaar genomen vandaag de dag eigenlijk is.’

De vooropgestelde missie doorheen het Middenland lijkt daardoor niet geslaagd. Alhoewel, het leverde een fantastisch boek op. Met de auteur meander je mee door het historische en geografische landschap van de Marsen. Voor wie er al geweest is en er de geschiedenis opsnoof, een heerlijke herinnering. Voor wie er nog niet geweest is een serieuze aansporing.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties