Het Belgische verlangen naar de Noordzee: 200 jaar toerisme en erfgoed aan de kust
Titel | Het verlangen naar zee |
---|---|
Subtitel | Tweehonderd jaar toerisme en erfgoed aan de kust |
Auteur | Jeroen Cornilly |
Uitgever | Tijdsgeest BV / Uitgeverij Tijdsbeeld |
ISBN | 9789490880477 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 416 |
Prijs | € 64,9 |
Koop dit boek |
‘Het Belgische verlangen naar de Noordzee’ is een prachtig en bijzonder erudiet boek over de merkwaardige transformaties van onze 67 kilometer lange kust.
Hebben we niet allemaal onze eigen geschiedenis met de zee? Een eigen ‘verlangen naar zee’? Lees er alles over in het nieuwe boek van Jeroen Cornilly.
Toen ik deze zomer aan zee was, maakte ik een foto van mijn kleinzoon die trots boven op zijn zandkasteel stond. Dertig jaar geleden deed een professionele strandfotograaf — die bestonden toen nog — dat met mijn dochter, net voor de golven haar fort vernietigden.
Mijn moeder maakte in de jaren zestig een kleurenfoto van mezelf in zwembroek in een identieke positie. Van haar vond ik een portret in een oud fotoalbum als kleuter in een zandburcht op een zonnige zomerdag aan zee. Zo wordt nostalgie naar een zorgeloze vakantie aan de Noordzee over de generaties heen doorgegeven…
Verlangen
Want daarin lijken alle Belgen op elkaar, Vlamingen én Walen: we dragen in ons een nationaal DNA, een onweerstaanbaar ‘verlangen naar zee’. Dat is de zeer gepaste titel van een prachtig uitgegeven boek van Jeroen Cornilly over de geschiedenis van onze merkwaardige kustlijn.
67 kilometer kort is die. Niets dus in vergelijking met Frankrijk, Nederland of Italië. Het Belgische verlangen ernaar is echter zo groot dat er plaats werd gemaakt voor iedereen.
Daarvoor moest wel een muur van appartementen komen, die zowat iedereen — behalve de bouwpromotoren zelf — schreeuwlelijk vindt, maar waarvan zelfs opperestheet Eric de Kuyper vanuit zijn eigen hooggelegen piepkleine studio op de dijk in Mariakerke toegeeft dat onze ‘Atlantic Wall’ een voorwaarde tot democratisering was om het zicht op onze Noordzee niet voor te behouden aan de bourgeoisie.
Bij de zeer erudiete, maar bijzonder vlotte teksten van Cornille zijn prachtige foto’s gevoegd, die de evolutie van Knokke tot De Panne tonen. Dat is eigenlijk een korte periode van iets meer dan twee eeuwen. Tot ver in de negentiende eeuw hadden enkel vissers belangstelling voor de Noordzee. Kleine dorpjes hielden zich veilig voor wind en storm verscholen achter de duinen.
Brighton
Alles verandert wanneer vanuit de Engelse badplaats Brighton het geloof in de helende kracht van het zoute zeewater overwaait. Kuren in de gezonde zeelucht wordt trendy bij de upper-class. Gekroonde hoofden, onmiddellijk geïmiteerd door aristocratische volgelingen en rijke industriëlen, ontdekken de Belgische kust.
Om hen gepast onderdak te verlenen, worden schitterende hotels en villa’s gebouwd. Om hen te amuseren verrijzen concertzalen, de zogenaamde ‘kursalen’. Blankenberge wordt een eerste bestemming, terwijl Oostende pas na de afbouw van zijn vestigingen een echte dijk kan aanleggen waarover het sjieke volk kan flaneren.
Internationaal centrum
Snel transformeren de Noordzeedijken tot brede m’as-tu vu-promenades. Door de spoorverbindingen wordt Oostende snel een internationaal centrum. Over die periode had Kurt Van Eeghem het al in zijn schitterend werk over de koninklijke badstad tijdens de ‘Belle Epoque’.
Cornilly geeft niet toe aan nostalgie naar vervlogen periodes. Hij observeert nuchter hoe de kustlijn een illustratie is van de sociale verhoudingen in ons land. Natuurlijk is de schoonheid van de gebouwen uit de burgerlijke glorietijd nooit meer geëvenaard, maar wie heimwee heeft naar die periode moet er telkens bij denken hoe elitair ze wel pas.
Veranderende België
Het boek van Jeroen Cornilly toont duidelijk aan hoe zeer de transformatie van de kustlijn een weerspiegeling is van het veranderende België. De betaalde vakantie maakte het ook voor arbeiders en bedienden mogelijk om van de zee te dromen.
Tijdens het interbellum verloor de kust haar elitair karakter en al snel bleek dat de logies niet aangepast waren aan het nieuwe publiek. De parels van de Belle Epoque waren niet berekend op die populaire toeloop en verdwenen, zeker toen de vraag naar appartementen — door de toegenomen koopkracht — ontstond.
Het is ook tekenend dat pas in die periode de promotie voor het kusttoerisme ook in het Nederlands gebeurt. De Belle Epoque wordt niet voor niets met een Franstalige term aangeduid…
Bouwen, breken en bouwen
Nergens werd zo snel gebouwd en weer afgebroken als in de badsteden. Bescherming van patrimonium en landschap was nog niet aan de orde. Zeker in de jaren zestig stond er geen rem op de goldrush van promotoren en collaborerende gemeentebesturen.
De Oostendse burgemeester Jan Piers liet de prachtige stadsschouwburg met de grond gelijk maken omdat hij de hoogste wolkenkrabber van de Atlantische kust wou. In die periode werden de Venetiaanse Gaanderijen en het Thermae Palace ook als zonder enige architecturale waarde beschouwd en bijna afgebroken.
In De Panne werd het uitgebreide duinengebied onder luid maar tevergeefs protest tegen alle regels volgebouwd met zielloze blokken.
Uitgebreide kennis
Het is de verdienste van Cornilly dat hij aan het eind van zijn boek een inventaris opmaakt van gebouwen die dringend beschermd zouden moeten worden. Want er mag dan wel veel verloren zijn, er bestaan nog (soms verborgen) parels aan de kust.
Dat getuigt van een engagement en een zeer uitgebreide kennis van zijn onderwerp. Verlangen naar zee geeft de lezer niet alleen grondig inzicht over onze kust, maar stelt ons na de lectuur ervan ook in staat om die op een andere manier te ‘lezen’.
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Tijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen durven de Brusselse linkse partijen het eindelijk over (on)veiligheid te hebben.