JavaScript is required for this website to work.

Het kringloopkatholicisme groeit

Frans Crols2/10/2021Leestijd 4 minuten

Eindelijk een degelijk boek van een Vlaamse historicus over missionarissen. Geen knechtjes van de kolonialen, maar pragmatische idealisten.

Eindelijk verschijnt er een goed en mooi boek van een Vlaamse historicus over missionarissen. Waren het knechtjes van de kolonialen, racistisch geïnspireerde oppermensen, simpelen van geest die een religie uitventte waar geen behoefte aan was?

Het verkruimelende kerkse

De grootste oen kent tegenwoordig het begrip kringloopeconomie, geen verspilling meer, alles zal hergebruikt worden. Maak plaats voor het kringloopkatholicisme, geen verspilling meer, wie wij vroeger bekeerden, zij onderstutten vandaag bij ons het verkruimelende kerkse. Indiase religieuzen leiden in 2021 congregaties als de ursulinen van Tildonk en de zusters van Liefde van Jezus en Maria (van Gent).

In Franstalig België, door de taal ietsje makkelijker daar dan hier , drijven vele parochies op zwarte abbés. Vlaanderen zou Vlaanderen niet zijn als zijn brouwers geen centen sloegen uit de Vlaamse zonen in de vreemde: de bieren Ferre (naar Ferdinand Verbiest) en Sterke Damiaan commercialiseerden de gedachtenis van de missionarissen.

Idesbald Goddeeris is hoogleraar koloniale geschiedenis van de KULeuven. Hij begon zijn onderzoekcarrière als slavist en legde zich met professor emeritus Louis Vos, waar Bart De Wever voor werkte, toe op de geschiedenis van Polen. De Evenaar lokte hem weg van Warschau.

Waarom dit boek? David van Reybrouck, auteur van Congo en het toneelstuk Missie (een blijvend succes), wordt geciteerd: ‘De missionaris is voor mij het perfecte archetype van de Vlaming die in de wereld staat, met openheid, overtuiging en generositeit. Eigenlijk zou ik missionaris willen zijn zonder god.’ Marleen Temmerman, gynaecologe, professor en ex-senator voor Sp.a (nu Vooruit): ‘Ik ben eigenlijk arts geworden om in Afrika te gaan helpen. Als kind was ik gefascineerd door de missionaris, een man met een lange baard die zilverpapier inzamelde voor de arme kindjes.’

Wolk
Sedert 2018 organiseert Idesbald Goddeeris met Leuvense collega’s en KADOC de Missions and Modernity Research Academy. Die ijver vormt de ruggengraat van Missionarissen. Hij wikkelt zijn goedgeschreven studie in een wolk van boeiende quotes en verdienstelijke beelden. De vele foto’s en illustraties hebben meerwaarde en verlichten de zwaarte van zijn analyses. De weg van de onderzoeker is origineel want hij turft de standbeelden, herdenkingsplaten en straatnamen voor missionarissen in de publieke ruimte en koppelt daaraan interpretaties en informatie.

Zijn prosopografie (een hulpwetenschap van de biografie voor de kenmerken van een groep van individuen waarover weinig persoonlijke gegevens bekend zijn) omvat 58 monumenten, 167 straten en 98 andere markers in Vlaanderen voor in totaal 194 missionarissen. De overgrote meerderheid van de missionarissen waren Vlamingen en Franstalig België telt amper eerbetuigingen voor hen. Voor missionarissen zijn er tweemaal meer ‘lieux de mémoire’ dan voor seculiere kolonialen in Congo. Niet helemaal bizar is dat want in 1935 waren er in Belgisch-Congo 2300 missionarissen en slechts 600 bestuurders en militairen.

Veel missionarissen hadden flamingantische sympathieën en gebruikten daarom lokale talen voor het lager onderwijs in Belgisch-Congo. Zij wilden de Congolezen het lot besparen van de verfransing. Niet helemaal zinloos. Officieel was de kolonie tweetalig. In de jaren zestig, dus na de Dipenda, woonde ik drie jaar in Kinshasa, Loeboembashi en Matadi en waren tweetalige straatnaam- en verkeersborden nog immer aanwezig.

Veel bagger

Is de missionaris altijd de held geweest waar ook progressieven vandaag waarderend over getuigen, zie Van Reybrouck en Temmerman?  Neen. In de jaren 1930 kreeg de melaatsenheilige Damiaan veel bagger over zich heen. Voor 1950 waren er felle debatten in het Belgische parlement over missionarissen in de kolonie. In 1940 telde België 4930 missionarissen, met 1,5% van de katholieke wereldbevolking leverde dat kleine land 10% van de totale missionarissen-bevolking. Dat aantal bleef stijgen tot 1961 en piekte op 10.070 actieve zendelingen, meer dan 1 missionaris per 1000 Belgen. In Congo waren het voor 85% Vlamingen.

Gedragen door de romantiek, en na een christelijke crisis door de Verlichting en de Franse Revolutie, was er in de negentiende eeuw een katholiek reveil met een brede missiebeweging. Congo was voor de Belgen de hoofdmoot, echter Azië en Latijns-Amerika ontbraken niet. De jezuïet Herman Rasschaert werd in India gestenigd in 1964 toen hij moslims wou beschermen tijdens een pogrom van hindoes. De benedictijnenabdij van Zevenkerken bij Brugge had een bijzonder statuut: zij was juridisch afhankelijk van de orde in Brazilië en hanteerde het Portugees als voertaal. Tussen 1895 en 1914 trokken 280 Europese benedictijnen naar Brazilië, de helft uit Zevenkerken.

Ontwikkelingshelpers
Vanaf de jaren 1960 verschoof de voorstelling van missionarissen van bekeerders tot ontwikkelingshelpers, religie werd achtergrond. En er kwamen ook kritische teksten over de missionarissen. Seksuele escapades van de padres kwamen aan het licht en de geschiedenis van de missionering in Congo-Vrijstaat (het privé-Congo van Leopold II) dook op met ‘kapelhoeven’, à la de reducties van de jezuïeten in Paraguay, om de bevolking af te zonderen en tot een christelijk leven te dwingen.

De paters Cambier en Roelens bouwden heuse theocratieën uit met een eigen leger, munt en rechtspraak in Kasaï en Oost-Congo. Missiebisschop Roelens publiceerde in 1920 een handboek van 500 bladzijden met een groot hoofdstuk over de Psychologie du Noir. De eerwaarde pater zag hem zo: doortrapt, lui, passioneel, amper in staat om te redeneren, ijdel, diefachtig, slechte lijfgeur, egoïstisch. Kortom, een minderwaardig sujet. In contrast staat pater Placide Tempels die na een crisis in zijn missionaire roeping in 1945 La Philosophie Bantoue publiceerde waarin hij de door hem ontdekte wijsgerige aspecten van de Bantoe-mens ontleedde. Een schok.

Volksheld Damiaan

Idesbald Goddeeris is kind van zijn tijd en dus vies van de koloniale propaganda die er was langs de missionaire en de politieke kant. Zo ziet hij Damiaan, vandaag onverminderd een Vlaamse volksheld: ‘Een bredere achtergrond is opvallend afwezig in de manier waarop Damiaan herinnerd wordt. Hij fungeert als een schaamlapje dat de donkere bladzijden bedekt die toen door de Europeanen geschreven werden. Meer nog, zijn cultus toont parallellen met de koloniale propaganda.

We belichten te zeer de goedheid van de witte man, negeren de historische achtergrond en reduceren niet-Europeanen tot ontvangers van de Europese weldaden. Daarom is ook Damiaans verering symptomatisch voor de eenzijdige omgang met het koloniale verleden.’

‘Missionarissen’ van Idesbald Goddeeris is een aanwinst. Raar is dat hij een wetenschappelijke voorganger, de antropoloog en missionaris Valeer Neckebrouck, oud-professor van de KULeuven, auteur van menig boek over missionering, niet vermeldt in zijn bibliografie.

Is hij in de ogen van de jongere confrater een te vergoelijkende analist?

 

Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.

Commentaren en reacties