JavaScript is required for this website to work.

Het obsessieve karakter van Mark Rutte

Pieter de Jonge18/12/2020Leestijd 4 minuten
TitelMark Rutte
AuteurPetra de Koning
UitgeverBrooklyn
ISBN978949275428-8
Onze beoordeling
Aantal bladzijden232
Prijs€ 20
Koop dit boek

In 2017, tijdens de onderhandelingen over het te vormen derde kabinet-Rutte lobbyden grote bedrijven als Shell en Unilever voor afschaffing van de dividendbelasting. Anders zouden, onder druk van aandeelhouders, de hoofdkantoren uit Nederland vertrekken. Rutte moest er niet aan denken ‘dat hij premier zou zijn van “een land als België”, waar nauwelijks nog grote, beursgenoteerde bedrijven waren gevestigd’.

De anders zo flexibele Rutte hield dit keer lang vast aan het voornemen om die belasting af te schaffen. Uiteindelijk ging hij, onder druk van de publieke opinie, oppositie en sommige coalitiepartners, toch overstag. Unilever kondigde juni 2020 aan het hoofdkantoor in Rotterdam te sluiten, het zou voortaan alleen een hoofkantoor in Londen hebben.

Methode

Petra de Koning, politiek verslaggever bij NRC Handelsblad, schreef een boek over Mark Rutte. Die is nu alweer tien jaar premier van Nederland en veertien jaar leider van de rechts-liberale VVD. Dit boek is gebaseerd op gesprekken die ze voerde met vrienden en familieleden en met mensen die hem als politicus meemaakten. Het boek schetst een beeld van zijn leven en loopbaan, waarbij zowel zijn prettige als zijn minder prettige karaktertrekken naar voren komen.

Eén periode is opvallend afwezig: de jaren negentig, grofweg de periode tussen zijn afstuderen als historicus en zijn aantreden als staatssecretaris in het tweede kabinet-Balkenende (2003-2006). Terloops wordt vermeld dat hij toen manager was bij Unilever terwijl hij op de achtergrond actief bleef in partijcommissies, maar een afzonderlijk hoofdstuk krijgt dit niet. Zijn mensen uit het bedrijfsleven minder openhartig dan mensen uit de privésfeer en politieke collega’s?

Voor niemand een bedreiging

Een gemiste kans. De Koning benadrukt namelijk steevast het vermogen van Rutte om mensen te ‘lezen’, om te weten wat je wanneer tegen wie moet zeggen om de werkrelatie goed te houden. Een eigenschap die ze toeschrijft aan zijn periode als landelijk voorzitter van de JOVD, de jongerenorganisatie van de VVD. Door zelf geen standpunten in te nemen en flexibel te zijn, door voor niemand een bedreiging te zijn, kon hij aanblijven als voorzitter, ondanks de vele ruzies en intriges.

De Koning doet voorkomen alsof die lijn één op één doorgetrokken kan worden naar zijn politieke loopbaan. Maar zouden zijn ervaringen als personeelsmanager daar helemaal niet aan bijgedragen hebben?

Man van gewoonten

Het boek beschrijft naast zijn politieke werkzaamheden vooral het karakter van Rutte. Hij blijkt zeer gehecht aan vaste gewoonten, aan regelmaat. Met zijn familie gaat hij ieder jaar op vakantie naar dezelfde locatie, bij voorkeur in hetzelfde vakantiehuisje. Ook met een aantal vrienden(groepen) bezoekt hij jaarlijks hetzelfde vakantieoord. Gaat hij als premier naar een EU-top in Brussel, dan wordt hij vanaf de grens met België telkens door dezelfde politieagenten begeleid.

Zo standvastig lijkt hij niet als het gaat om opvattingen. Hij beseft dat veel VVD-kiezers het rechtse, volkse dagblad De Telegraaf lezen. Een krant die zich ook sterk maakt voor behoud van tradities als Zwarte Piet en vuurwerk met oud en nieuw. Rutte hecht daar geen waarde aan. Hij wacht gewoon tot bij de publieke opinie een meerderheid van standpunt is veranderd en gaat daar achter staan.

Karakter

Een veelgenoemde positieve karaktertrek is zijn trouw. Hij gaat bij voorkeur nog steeds om met vrienden van zijn middelbare school en uit zijn studententijd. Als premier keert zich dat soms tegen hem, door te lang vast te houden aan bewindspersonen die hem in 2006 steunden in de interne machtsstrijd met Rita Verdonk.

Minder bekend bij het publiek blijkt zijn inlevende vermogen om met burgers te praten. Dit doet hij bewust buiten de camera’s om, omdat mensen anders niet zichzelf zijn.

Toen Rutte in 2006 fractievoorzitter werd, begon hij in zijn vrije tijd – onbezoldigd –op middelbare scholen les te geven in maatschappijleer. Sinds 2008 op een multiculturele school voor vmbo (vergelijkbaar met eerste en tweede graad BSO) in zijn woonplaats Den Haag.

Obsessieve controledrift

Keerzijde van zijn hang naar vastigheid is zijn obsessieve controledrift – daarin wordt hij zelfs vergeleken met het personage Sheldon Cooper uit de sitcom The Big Bang Theory. Deze karaktertrek rechtvaardigt hij met de schade die één cameraopname van een onbewaakt moment kan aanrichten. Nederlanders denken dan aan premier Balkenende die van een skatebord viel, Belgen aan Yves Leterme die het verkeerde volkslied zong. Rutte wil dat uit alle macht voorkomen.

Berucht zijn de woedeaanvallen die hij kan hebben. Na afloop biedt hij weliswaar excuses aan, al is het kwaad dan al geschied.

Links-liberaal of rechts-liberaal?

In tegenstelling tot Vlaanderen en Wallonië heeft Nederland, al honderd jaar, tegelijkertijd meerdere liberale partijen. In zekere zin is D66 links-liberaal en de VVD rechts-liberaal.

Desondanks constateren journalisten en onderzoekers al decennia dat er binnen de VVD twee stromingen zijn, de ene sociaal-liberaal en de andere conservatief-liberaal. De eerste, vrijzinnige, stroming legt nadruk op bescherming van het individu tegen de overheid en rechtszekerheid, ziet de VVD het liefst in het politieke midden en vormt bij voorkeur coalities met D66 en de sociaaldemocratische PvdA. De tweede stroming ziet de partij als rechts, werkt graag samen met het christendemocratische CDA en heeft geen afkeer van cultureel conservatisme.

Partijleiders met een uitgesproken rechts profiel – medeoprichter Pieter Oud (1948-1963), Hans Wiegel (1971-1982) en Frits Bolkestein (1990-1998) – boekten doorgaans electoraal succes. Met meer op het centrum gerichte aanvoerders – zoals Ed Nijpels (1982-1986) en Jozias van Aartsen (2003-2006; er bestond onenigheid of hij als fractievoorzitter de leider was of toch vicepremier Gerrit Zalm) – werden doorgaans zetels verloren.

Sociaalliberaal

In zijn periode als staatssecretaris, en zijn tijd als fractievoorzitter (2006-2010) liet Rutte zich kennen als een sociaalliberaal. Pas in aanloop naar de landelijke verkiezingen van 2010 ging hij campagne voeren op rechts. Nadien hebben waarnemers zich vaak afgevraagd of hij dat meende, of het enkel zei om verkiezingen te winnen. Ging hij in 2012 niet wel erg makkelijk – al op de avond van de verkiezingsuitslag – regeren met de PvdA, ook al had hij daar net stevig campagne tegen gevoerd?

De Koning geeft daarop het antwoord. Fractievoorzitter Van Aartsen, die persoonlijk een fusie van VVD met D66 niet erg zou vinden, had bewust Rutte gevraagd als campagneleider voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Toen Van Aartsen zich terugtrok als partijleider, haalde hij Rutte over zich kandidaat te stellen.

Vergelijking met andere leiders

Rutte slaagde erin om de eerste liberale premier van Nederland te worden sinds Pieter Cort van der Linden aftrad in 1918. Wie dit boek leest, weet ook dat hij meer gemeen heeft met premier Guy Verhofstadt dan met VVD-leiders Oud, Wiegel en Bolkestein.

Met één verschil. Verhofstadt lijkt zelf te geloven in wat hij voorstaat. Rutte lijkt vooral manager, die meeveert met ontwikkelingen, zonder vaste overtuigingen te hebben.

Eerder Merkel dan Macron?

Pieter de Jonge is historicus. Hij publiceert regelmatig op www.historiek.net en is Nederland-correspondent voor Doorbraak.be.

Commentaren en reacties