Het requiem van Mozart volgens Castellucci: feestend naar het Paradijs
Titel | Requiem van Mozart |
---|---|
Regisseur | Romeo Castelluci |
Gezelschap | Koninklijke Munt |
Locatie | De Munt, Brussel |
Speeldata | 10/5/2022-14/5/2022 |
Meer info |
In de Brusselse Munt is een indrukwekkende versie van Mozarts Requiem te zien, in een regie van de Italiaanse regisseur Romeo Castellucci.
Chadi Lazreq, een jongen van tien die met een a-capella versie van In Paradisum vooraan in de orkestbak op de plaats van de dirigent de afgeladen volle zaal tot heilige stilte brengt, waarna een baby van nauwelijks zes maanden oud helemaal alleen op de scène achterblijft en met zijn onschuldige blik de zaal inkijkt net voor het doek valt: dat zijn de laatste beelden van het Requiem van Mozart, volgens Romeo Castellucci, dat in de Brusselse Munt te zien is. De openingsbeelden zijn al even indrukwekkend : een oude vrouw gaat in een bed liggen en verdwijnt. Zij verwordt voor onze ogen tot stof en as. Daarmee is het thema van dit Requiem gezet : onze onvermijdelijke vergankelijkheid.
Divina Commedia
De Italiaanse regisseur Castellucci houdt van uitdagingen en koestert het epitheton ‘controversieel’. Hij vestigde zijn reputatie in de theaterwereld met de spraakmakende trilogie rond Divina Commedia van Dante. Daarna kreeg hij ook interesse in opera. In zijn eerste interviews daarover verweet hij de sterk conservatieve kijk op opera die dreigt te verstikken in het verleden. ‘Het is een wereld zonder zuurstof ‘ stelde Castellucci, ‘We moeten de opera in het heden trekken. Anders maken we er een mausoleum van.’
Die drang naar verregaande vernieuwing bleek uit de drie opera’s die Castellucci in de Munt bracht. In Parsifal van Wagner liet hij het koor zingen vanuit de coulissen om dan samen met een massa figuranten als een driehonderdkoppige groep de scène op te marcheren. In Mozarts Toverfluit durfde hij het tweede deel onderbreken met getuigenissen van blinde en verbrande mensen en in Orphée en Eurydice van Gluck projecteerde hij een coma-patiente die vanuit haar ziekenhuisbed met een koptelefoon meeluisterde. De gedurfde aanpak van Castellucci leverde telkens onvergetelijke beelden op, als resultaat van zijn ambitie om zich niet te houden aan enige beperking vanuit een angstig respect voor het oeuvre.
Dodenmis voor de Mensheid
Drie jaar geleden bracht de Italiaanse regisseur op het Festival van Aix-en-Provence het Requiem van Mozart. Dat is uiteraard geen opera, maar een mis, die nooit in scène wordt gezet. Dat is door het ontbreken van een verhaallijn niet evident. De perfecte uitdaging voor Castellucci om dat toch te doen: hij maakte er een Dodenmis van voor de hele mensheid, onze geschiedenis, cultuur en planeet.
Gedurende de hele voorstelling wordt er een lange lijst geprojecteerd van alles wat verdwenen en teloor is en zal gaan, van de prehistorie over onze huidige tijd tot de toekomst. Dit Requiem gaat er over dat niets voor altijd is en dat bij het leven de dood hoort, zoals we de schoonheid van een bloem maar kunnen erkennen omdat we weten dat ze zal verwelken. Zelfs de Mona Lisa zal tot stof vergaan, net als de Muntschouwburg, de pluchen zetels en wij allemaal zoals de lijst van de Atlas van het Grote Uitsterven besluit.
Nieuwe versie
Dirigent Raphaël Pichon deed op muzikaal vlak een al even gedurfde ingreep als die van Castellucci in zijn regie : hij brengt een nieuwe versie van één van de bekendste muziekwerken van Mozart. Hij introduceerde gregoriaanse gezangen en andere stukken van Mozart in het Requiem. Dat maakt het werk zo mogelijk nog indrukwekkender dan het al was.
Ik hoor de Oostenrijkse meester vanuit het muzikaal hiernamaals enthousiast applaudisseren, ook al omdat die bij leven zijn Dodenmis niet heeft kunnen afwerken en dit door minder muzikaal begaafden gebeurde. De démarche van Pichon klinkt zo overtuigend dat men zou hopen dat de bijgevoegde stukken vanaf nu bij het Requiem horen.
Dansend koor
Bij elk muzikaal deel plaatst Castellucci een scène, waarin het koor de hoofdrol speelt. Dat koor is natuurlijk altijd al de natuurlijke motor van het Requiem geweest , maar hier doorbreken de zangers hun statische rol om acteurs te worden. Dat levert een meeslepende keten op van visueel verpletterende scènes. Vanuit zijn visie dat de dood bij het leven hoort en er een voorwaarde van is, doet Castellucci zijn zangers dansen op muziek van een begrafenis, waardoor de vaak morbide Latijnse kerkteksten in een ander perspectief geplaatst worden.
Het leven is een feest en is dat niet minder omdat het net als elk feest eindig is. Op een bepaald moment vallen de zangers als in een Danse Macabre allen tegelijk omver : het is een einde aan hun feestvreugde, maar droefenis is ver. Het is niet omdat je weet dat je gaat sterven, dat het leven niet waard is om ten volle geleefd te worden. Op oude schilderijen werd een menselijke schedel afgebeeld om ons aan onze dood te herinneren, de Memento Mori. Hier is het de jonge zanger Lazreq die ons met onze eindigheid confronteert, wanneer hij voetballend met een schedel over de scène loopt. Een schokkend beeld, maar tegelijk geeft de jeugdigheid van de jongen er een verlossende lichtheid aan. Schreef Mozart zelf niet dat de dood de beste vriend is van de mens?
Nog te zien in de Munt op 10,11, 13 en 14 mei. Alle info op www.lamonnaiedemunt.be
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Walter Grootaers kijkt terug op leven en carrière met De Kreuners, die het Nederlands introduceerden in de rock-‘n-roll in Vlaanderen.