JavaScript is required for this website to work.

Het volle leven van Miet Smet

Karl Drabbe29/12/2018Leestijd 3 minuten

Met Ik kijk alleen vooruit publiceerde oud-minister Miet Smet recent haar herinneringen. Memoires zijn het niet echt. Die ambitie heeft dit amper 200 pagina’s verzorgd uitgegeven boek niet. Ze hield immers nooit dagboeken of gedetailleerde notities bij, en er is ook geen archiefwerk gebeurd voor dit boek. Ik kijk alleen vooruit is trouwens geschreven door een oud-journaliste, op basis van vele gesprekken. En valt vooral op hoezeer haar liefde-voor-het-leven Wilfried Martens een belangrijke rode draad was in haar leven. En vrouwenemancipatie, maar dat was algemeen bekender, omdat ze daar wel altijd mee naar buiten kon komen.

Omdat het herinneringen zijn bij haar ‘leven als politica’, zoals de ondertitel luidt, mag de geoefende lezer van Wetstraatliteratuur niet te veel verwachten. Geen onthullingen, geen geheimen, geen toelichting bij beslissingen, geen ontnuchterende analyses bij wat was. Ik kijk alleen vooruit mag dan geen rode draad zijn van het boek, het lijkt haast een excuus van de politica voor het boek. Alsof ze wel memoires had willen schrijven, maar zich nu – bij gebrek aan bronnen – moet beroepen op haar geheugen.

Vrouwen

Dat maakt het boek niet minder interessant, omdat het een mooi overzicht biedt van de geschiedenis van vrouwenemancipatie in de Belgische politiek. Van de opkomst van vrouwen, vrouwelijke verkozenen en beleidsvoerders tot emancipatie in wetgeving, waar ze zelf vaak verantwoordelijk voor was. Als staatssecretaris en minister, maar eerder ook als voorzitter van het vormingsinstituut van de CVP, IPOVO, en later ook als lid van het Europees Parlement. Overal was ze voorvechter van vrouwenrechten en vrouwenemancipatie. Al werd haar dat niet overal evenzeer in dank afgenomen.

Tot de verhelderende momenten in dit boek horen de passages waarin ze toelicht hoe haar strijd binnen de CVP niet altijd op veel sympathie kon rekenen. Ze heeft nog steeds spijt, zo lezen we op p. 32, dat ze het conservatieve abortusstandpunt van haar partij heeft gevolgd in 1990. En in de Europese Volkspartij bleek ze  in de 21ste eeuw evenmin veel steun te krijgen. Vrouwenrechten werden ‘niet altijd in mijn eigen fractie als zeer belangrijk ervaren’ (p. 158).

Niet alleen in eigen land en in de EU betekende Miet Smet iets voor vrouwenrechten. Ze wierp zich in 2008 op als voorvechtster van het hulpfonds ‘SOS Stop Seksuele Terreur in Oost-Congo’, dat ze mee oprichtte. Ze vertelt met trots over de fundraising activiteiten die ze organiseerde voor het fonds. Confrontatie met seksueel geweld tijdens een reis naar de al jaren door oorlog en ontbering geteisterde regio, zette haar aan tot actie. Het druipt van elke pagina af: hoe pragmatisch ze ook tewerk ging in al haar functies en hoedanigheden, ze deed het met de kracht van de overtuiging, en bleek bijzonder strijdvaardig. Dat je als politica na zovele decennia nog de kracht van de verontwaardiging kent, is bijzonder.

Populisten

Ook opvallend: toen in 1999 de Oostenrijkse conservatieve partij ÖVP voor het eerst een regering vormde met de rechts-populistische FPÖ van Jörg Haider, vormde ze binnen haar EVP-fractie een oppositiegroep. In 2012 ging ze dan weer met Wilfried Martens naar een ‘zomerschool’ van de partij van de Italiaanse populist Berlusconi. Voortschrijdend inzicht?

Vluchtelingen

Dat ze haar neus ophaalde voor dat rechts-populisme komt uit haar sociaal-katholiek engagement. Maar ook uit haar ervaringen als eerste staatssecretaris die geconfronteerd werd met vluchtelingen. Het is tijdens haar beleid dat het Klein Kasteeltje werd ingericht als instroomhaven, of er in Steenokkerzeel een gesloten instelling kwam. Ze moest wel iets doen, want België werd toen — voor het eerst — geconfronteerd met een ‘opvangcrisis’ (p. 82), die haar ertoe bracht vluchtelingen te spreiden over alle Belgische gemeenten.

Toen er niet voldoende financiële middelen waren, werden de vluchtelingen met een briefje naar het kabinet van de minister van Begroting gestuurd, om die laatste onder druk te zetten. ‘Ik weet niet wat er gebeurt, maar mijn kabinet zit vol vluchtelingen,’ riep de bevoegde minister Guy Verhofstadt uit. En met die ‘chantage’ — het woord is van Smet — kreeg ze toch extra geld om de opvang beter te organiseren (p. 90-91).

Wilfried

De echte onthullingen in dit boek gaan meer om het privéleven van Miet Smet. Jammer eigenlijk, maar dat werkt ze zelf in de hand, door net over haar carrière als politici zo weinig details en nieuwe informatie bloot te geven. Haar liefde met Wilfried Martens is ontstaan tijdens een reis naar Polen. Meer dan 20 jaar waren ze geliefden, al was Martens getrouwd met kinderen. De relatie bleef geheim, al werd er veel over gespeculeerd. Uiteindelijk kwam het tot een breuk — Martens trouwde op latere leeftijd en kreeg drie kinderen.

Toen hij een tweede keer scheidde, vonden Martens en Smet elkaar opnieuw, en trouwden ze zelfs. Dat verhaal is bekend. Volgens Smet zorgde het nieuws zelfs voor een lichte euforie op een voorts depressief CD&V-congres waar de breuk van het kartel met de N-VA werd betreurd.

Dat Martens — doodziek van een wrede pancreaskanker — koos voor euthanasie, is ook nieuws. Vooral omdat Smet getuigt van zijn diep religieus bewustzijn, wat toch ook niet ruim verspreid was (p. 178).

Het boek staat weinig stil bij de actualiteit of hedendaagse uitdagingen. Het is jammer dat Miet Smet geen oordeel velt over haar leven als politica. Ze beperkt het tot de bedenking dat ze een ‘vol leven’ heeft gehad (p. 187). Het mag een les zijn voor andere politici die sleutelposten bekle(e)d(d)en: houd een archief bij, en gebruik het om heuse memoires te schrijven.

De autobiografie sluit af met een ‘brief aan Wilfried (Martens)’ en bevat een handig carrièreoverzicht en namenregister.

 

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties