JavaScript is required for this website to work.

Honderd keer ‘over ‘ons

Jan Van de Casteele17/6/2018Leestijd 4 minuten
TitelHonderd keer Vlaanderen
SubtitelStraffe verhalen over het volk tussen Noordzee en Maas
AuteurKarim van Overmeire, Tomas Roggeman, Maarten Vanderbeke
UitgeverDoorbraak Boeken
ISBN9789492639066
Onze beoordeling
Aantal bladzijden256
Prijs€ 24.95

Begin deze week werd in een broeierig Aalst het boek ‘Honderd keer Vlaanderen’ voorgesteld. Geert Bourgeois, die ook het woord vooraf schreef, apprecieerde het wel dat onder impuls van Karim Van Overmeire, momenteel dienstdoend N-VA-burgemeester van Aalst, een publicatie verschijnt over identiteit, een thema dat hem nauw aan het hart ligt. Geen bijbel of een zwaarmoedig geschrijf, maar een reeks van honderd frisse verhalen.

De Vlaamse minister-president gaat in het boek op zoek naar een billijke definitie van Vlaanderen. Ontstaan als een Frankische gouw in het poldergebied rond Brugge, verruimde Vlaanderen groeiend en krimpend tot het huidige gebied tussen Noordzee en Maas. Omstreeks het midden van de negentiende eeuw zorgde de voortschrijdende verfransing bij flamingante Vlamingen voor een nieuw gevoel van verbondenheid, een eigen nationaal bewustzijn. ‘Vandaag zijn wij, Vlamingen, een volksgemeenschap met een eigen identiteit – een natie’, aldus Bourgeois. Een afgebakend grondgebied, met vrij gelijkaardige levensomstandigheden, een gemeenschappelijke taal, een gemeenschappelijk verleden, een eigen politieke omgeving met een specifieke cultuur, met grenzen, met eigen media (kranten, tv), waarden en tradities. Voldoende karakteristieke factoren vormen onze nationale identiteit, onze banden, onze thuis.

Karim Van Overmeire, Tomas Roggeman (jongerenvoorzitter van de N-VA) en Maarten Vanderbeke belichten dat in hun boek op een eigenzinnige manier. Met honderd ‘korte maar sterke’ verhalen. ‘Honderd redenen om dit boek te lezen’, besloot Bourgeois.

Fris

De auteurs mikten op variatie door het combineren van verleden en heden, geschiedenis en actualiteit, politiek, economie en cultuur. Ze brengen de lezer korte stukjes over veldslagen, kathedralen en belforten, over de Vlaamse leeuw, de goedendag en de Bokkenrijders, maar ook over uitvinders en ontdekkingsreizigers, over missionarissen bierbrouwers, over stripverhalen en kookboeken, over flandriens, onze Bokkenrijders en over Franschmans die bieten gingen rooien in Frankrijk …

Maar evenzeer over wat Vlaanderen interessant en groot maakt: onderwijs, economische en culturele prestaties. Ze brengen verhalen over flamenco en frieten, over onze uitvinding van snoep en van het internet, over onze dijken, sluizen en havens, over onze mode en onze festivals, ons erfgoed en onze Bourgondische eetcultuur, onze strips en onze Ronde …

‘Samen vormen ze een fraai caleidoscopisch portret van Vlaanderen. Honderd redenen om als Vlaming trots te zijn en om trots te zijn op Vlaanderen’, besloot de minister-president van de Vlaamse Regering.

De auteurs

De drie auteurs gingen naar eigen zeggen dus ‘Honderd keer op zoek naar het DNA van Vlaanderen’. Had minder of meer kunnen zijn, maar ook anders. Ze kozen voor korte stukjes (twee tot vier bladzijden), hapklaar, non-conformistisch en lichtvoetig geschreven.

Omdat ze naar eigen zeggen drie doodeerlijke jongens zijn, geven ze graag toe dat ze een doel hadden: alle drie gefascineerd door geschiedenis delen ze dezelfde Vlaams-nationale overtuiging. Hun trigger was het negatieve en postmoderne sfeertje dat hier al enkele jaren heerst, waarbij alles wat te maken heeft met de identiteit van de Vlamingen verdacht of belachelijk wordt gemaakt.

Maar een Vlaamse identiteit bestaat. Op het grondgebied van Vlaanderen wonen mensen die in overgrote meerderheid dezelfde taal en media, manier van leven en leefwereld delen. Die dezelfde kunstenaars, BV’s, sporters volgen. Die een verleden en straks wellicht ook eenzelfde toekomst delen. Hierbij mag een zekere fierheid, trots en onderlinge solidariteit, zelfrespect en voluntarisme horen.

Dat hoeft voor nieuwkomers geen dwangbuis te zijn. Integratie is immers geen straf. De Vlaamse manier van leven mag in Vlaanderen als leidcultuur gelden, ook al lusten de herauten van de ‘superdiversiteit’ hier geen pap van, stellen de auteurs. Van Overmeire vergeleek in Aalst een natie met een voetbalsupportersclub. De ‘diversiteit’ onder de supporters kent haar grenzen. De elastiek kan niet eindeloos worden uitgerekt.

Toegankelijk en fris

Zoals Geert Bourgeois in zijn inleiding in Aalst zei: Honderd keer Vlaanderen is een boek dat zich ook van achter naar voor laat lezen, in één ruk of in hapjes. Een laagdrempelig boek voor de modale lezer die geen behoefte heeft aan zware theorieën. Bourgeois toonde zich gelukkig met de focus op breed-culturele thema’s in een tijd waarin we soms al te veel focussen op het sociaal-economische.

Pedagogisch

Oudere lezers zal het boek misschien doen denken aan andere bijna ‘pedagogische’ publicaties als Vlaanderen mijn land. Cultuurgeschiedenis voor de jeugd en Vlaanderen hart van Europa. Beschavingsgeschiedenis voor de jeugd en van Lieven Gypen en Leopold Vermeiren uit het begin van de jaren 1960. Of aan Vertel eens wat over Vlaanderen van Cyriel Verleyen (1982). Maar Van Overmeires selectie is aangepast aan deze tijd: lichter, toegankelijker, minder historisch.

Het boekje is niet geschreven na het drinken van drie glazen azijn, dat is een troef. Op een territorium van meer dan zes miljoen Vlamingen vindt het wel zijn weg. De inspiratie voor het thema haalde Van Overmeire uit Bretagne, waar hij toevallig stootte op het boekje Fière d’être breton: 100 bonnes raisons. Ook zijn boek lijkt geconcipieerd als een ‘Wist je dat? …’

De auteurs zijn niet bang van hun eigen overtuiging en noemen zich dan ook ‘voorstander van Vlaamse onafhankelijkheid’. ‘Wie in het kleine Vlaanderen niet kan aarden, heeft buiten Vlaanderen gigantisch veel ruimte om op een andere manier te leven’ is nog zo’n opmerkelijke ‘toegift’. Doen zulke aanspraken de deur dicht voor aandacht in de media voor hun boek?

Van Overmeire kan schrijven. Hij publiceerde al meerdere politieke boeken, waaronder een verdienstelijk boek over de Guldensporenslag. Op een krimpende leesmarkt is Honderd keer Vlaanderen een verademing tussen veel ander leesvoer dat frisheid van aanpak mist.

Een paar kleine kanttekeningen: de cover mist de stijl van de inhoud. En het boek ligt minder makkelijk in de lezershand dan de meer gebruikelijke formaten. Maar dat weegt dan weer niet op tegen het voordeel van de ruimte voor paginagrote en keurige foto’s.

Honderd keer Vlaanderen is een uitstekend en initiërend geschenkboek voor Vlamingen met nog enige cultuurhistorische belangstelling. Weetjes, anekdoten en sterke verhalen zijn er voor nieuwsgierige mensen. Elementaire inhoud is er voor wie op onze scholen weinig wegwijzers vond naar de Vlaamse context waarin we uiteindelijk leven. Uitgever Karl Drabbe wees er in zijn slotwoord terecht op: er hapert iets in het Vlaams onderwijs, er rammelt iets in ons geschiedenisonderwijs. Daarom alleen al is dit boek mooi leesvoer voor de zomer.

Het boek Honderd keer Vlaanderen is hier te koop

Lees hier ook het interview met de auteurs

 

Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.

Commentaren en reacties