Idealisten en gelukzoekers
Titel | Remi Bogaert |
---|---|
Subtitel | Geloven in een heilige zaak |
Auteur | Pieter Jan Verstraete |
Uitgever | Pieter Jan Verstraete |
ISBN | 9789079497096 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 104 |
Prijs | € 15.00 |
P.J. Verstraete bezorgde een nieuwe Oostfrontersbiografie. De levendige correspondentie met zijn broer maakt van ‘Remi Bogaert’ een boeiend portret.
Pieter Jan Verstraete, Doorbraak-medewerker en publicist van een ontelbaar aantal biografieën en biografietjes van Vlaams-nationalisten, publiceerde zopas een nieuw boek. Remi Bogaert: Geloven in een heilige zaak is zijn zoveelste biografie van een Oostfrontstrijder. Je zou haast denken dat het Verstraetes betrachting is over elke Vlaamse Oostfronter die archief naliet, waarop Verstraete de hand kan leggen, te publiceren.
Net als eerdere zulke biografische brochures, is zijn jongste boek rijk geïllustreerd met foto’s en folders uit de Tweede Wereldoorlog. Zijn vriend Luc De Bast opent telkens opnieuw zijn rijk archief om Verstraetes boeken en boekjes te illustreren. Het valt zozeer op, dat de vraag rijst wanneer De Bast een catalogus uitgeeft van zijn rijke verzameling. Verstraete zal er allicht graag tekst en uitleg bij willen schrijven. Mocht hij tijd hebben. Want de Kortrijkzaanse historicus werkt volop aan een vernieuwde biografie van VNV-propagandaleider Reimond Tollenaere en een naar verluidt meerdelige twee vuisten dikke biografie van VNV-stichter en -‘Leider’ Staf De Clercq.
Het leven zoals het is… bij de SS
Naar Tollenaere en De Clercq verwijst Bogaert trouwens in zijn brieven naar zijn broer Karel, die later in de oorlog VNV-burgemeester van Wetteren wordt. Het is op basis van die brievenschat dat Verstraete dit boek kon schrijven. Het maakt deze brochure meteen verdienstelijker dan vorige, want ze bestaat zowel uit een korte biografie — kort omdat Remi Bogaert amper 24 werd — én uit de volledige correspondentie met broer-burgemeester.
Net die briefwisseling geeft een boeiende inkijk in het dagelijkse leven van een Vlaamse SS’er. Over zijn rekrutering maakte hij weinig woorden vuil — al weten we dat hij aansloot bij de SS Nordwest na een oproep van de eerder genoemde Reimond Tollenaere. Wel over het strijdtoneel aan het Oostfront, na hetwelk hij gewond uiteindelijk in Leipzig terechtkomt. Bogaert beschrijft er het leven in het lazaret, dat hem eerst bevalt (‘verse rundervleessoep!’) maar nadien toch tegenvalt. Nadien komt hij terecht, via een tocht langsheen het Oostenrijkse Graz en Salzburg, in de SS Junkerschule van Bad Tölz in Beieren. Daar volgt hij een officierenopleiding. Hij leert er onder meer zwemmen en skiën, wat hem bijzonder bevalt.
Een tweede inzet op het slagveld wordt hem fataal. De Untersturmführer sneuvelt nabij Federofka, in een lijf-aan-lijfgevecht. Op 6 maart 1944 wordt Bogaert op een plaatselijk kerkhof begraven. Verstraete laat jammer genoeg na te zeggen waar, noch of zijn lichaam later gerepatrieerd is en herbegraven in ‘heilige’ Vlaamse grond. Vermits hij niets kon terugvinden over herinneringsactiviteiten in Oostfronterskringen, is de kans voor dat laatste maar klein.
Wat als?
Wat als de jongeman zich niet had aangesloten bij de SS, wat zou er van hem geworden zijn? Counterfactual history is maar Spielerei, maar zijn brieven leren toch een en ander.
Bogaert keek duidelijk op naar Reimond Tollenaere en had gehoopt ooit te ‘marcheren’ met de Zwarte Brigade, de militie van het VNV. Hij studeerde voor ingenieur aan de brouwersschool Sint-Lieven in Gent. Hij schreef over de vriendschappen met jonge vrouwen in Duitsland (‘kameradinnen’). Hij ging graat uit — welke twintiger niet? Misschien zou hij zich beperkt hebben tot politieke collaboratie, afgestudeerd, een vrouw gevonden hebben in Bambrugge, waar hij vandaan kwam?
Ideologie
Ideologisch leek hij niet echt geschoold, of hij lag er toch niet zo van wakker. In zijn brieven blijkt zijn motivatie te liggen in de strijd tegen het ‘bolsjewisme’/communisme. Hij vergelijkt communisten in Vlaanderen met rotte appels, die je moet verwijderen om de anderen ‘schoon en goed te houden’. Op de Polen kijkt hij maar neer, tijdens zijn verblijf in het Generaal-Gouvernement: ‘een lui, ellendig, vuil volk, vergeven van de joden.’ Het werk van zijn broer als burgemeester beschouwde hij als pionierswerk, maar daar valt weinig uit af te leiden, behalve zijn geloof in de (een?) Nieuwe Orde. Vlaanderen had duidelijk een plaats, met de ‘andere’ Germaanse volkeren, in het Derde Rijk. Al valt Hitlers naam maar één keer in de vermelde brieven, net als het begrip nationaalsocialisme.
Gelovig is hij wel, in het begin klaagt hij bij zijn broer dat hij er niet in slaagt zich wekelijks zijn ‘zondagse plicht’ te kunnen uitoefenen. En hij kijkt maar meewarig naar de Vlamingen die zijn aangesloten bij de (politieke) Algemeene SS Vlaanderen. Dat zijn geen idealisten, geen VNV’ers of oud-Dinaso’s. Die sloten aan ‘om veel geld te verdienen’. Het zijn gelukzoekers, ‘die hun eigen, bloedeigen volk willen verloochenen.’ Maar ze zullen snel ontgoocheld zijn, schreef hij. Dat sluit trouwens aan bij de jongste analyses van Oostfrontstrijders, waaruit blijkt dat niet iedereen van dezelfde rechte ideologische lijn of overtuiging was. Avonturiers, gelukzoekers en crapuul dat zijn strafblad ontvluchtte, waren eveneens te vinden bij Hitlers elitetroepen.
Schatten
De waarde van deze nieuwe Oostfrontersbiografie van Pieter Jan Verstraete ligt duidelijk in de ontsluiting van de correspondentie van de jonge Remi Bogaert. Met gelijkaardige schatten op zolder weet de lezer wat te doen. Naar Kortrijk sturen, waar Verstraete er in zijn studeerkamer zeker iets boeiends van kan maken.
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?