JavaScript is required for this website to work.

Judaïsme, islam en moderniteit

Lieven Van Mele13/3/2023Leestijd 4 minuten
TitelJudaïsme, islam et modernités
AuteurYakov Rabkin
UitgeverEditions I Littérature
ISBN9782376500766
Onze beoordeling
Prijs€ 11.99

Wat is het verband tussen de Joodse godsdienst, de islam en het modernisme? Yakov Rabkin, professor emeritus aan de universiteit van Montréal (Canada), geeft zijn eigenzinnige kijk daarop in zijn jongste boek.

Zionisme en Europees koloniaal denken

‘Historisch gezien is het judaïsme noch een ras, noch een etnische groep, noch een natie in de Europese zin van die term, zelfs al werden al deze criteria toegepast op Joden, vaak zelfs door henzelf’, begint de kritische Joodse auteur, afkomstig uit Rusland, in zijn inleiding. Daarmee is de toon gezet. Yakov Rabkin staat heel kritisch ten opzichte van het zionisme. Dat is de beweging dus die sedert de 19de eeuw pleit voor de oprichting ven een Joodse staat in het Nabije Oosten. Dat is uiteindelijk gelukt in 1948. Volgens Rabkin is het zionisme in strijd met de Joods-religieuze tradities.

En ja, het wordt wel eens vergeten, maar tussen het einde van de 19de eeuw en de tragedie van de Tweede Wereldoorlog vonden vele Joden de oprichting van een Joodse staat absoluut geen goed idee. Terwijl je als Jood in het westen anno 2022 toch wel wat moed moet verzamelen om je te distantiëren van de staat Israël. Voor de auteur is het geen toeval dat het zionisme als ideologie ontstaan is in Europa. En dus niet bij de (ooit uitgebreide) Joodse gemeenschappen in de Arabische en islamitische wereld. Het zionisme is dan ook onmiskenbaar een loot van het vroegere Europese koloniale denken.

Joods-christelijke mythe

Inzake de islam benadrukt de auteur dat de overeenkomsten tussen het judaïsme en de islam veel groter zijn dan tussen het judaïsme en het christendom. Het idee van een Joods-christelijke beschaving is dan ook een mythe. Er mogen vandaag dan al niet veel Joden meer zijn in de islamitische wereld—waar ze vroeger duidelijk een tweederangsstatuut hadden—in premoderne tijden waren de Joden toch beter af in de islamitische wereld dan in het middeleeuwse Europa of in Rusland met zijn pogroms. Het Arabisch werd vaak gebruikt in de Joodse religieuze lectuur (denk maar aan Maimonides, 1138-1204), in tegenstelling tot het Latijn.

Rabkin wijst er ook op dat Joden niet alleen Algerije, Egypte, Iran, Marokko enzovoort verlaten hebben toen de sfeer daar grimmiger werd na de oprichting van de staat Israël in 1948. Ze vertrokken ook omdat de zionistische beweging na de Eerste Wereldoorlog Joden in Arabische en islamitische landen opriep om naar het toekomstige Israël te komen. (Een van de problemen van de zionistische beweging was dat er aanvankelijk te weinig Joden waren die bereid waren naar het toekomstige Israël te trekken).

De auteur gaat vrij uitgebreid in op Iran. Daar woonde ooit één van de oudste Joodse gemeenschappen. Nu is het daar een zeer kleine minderheid. De auteur relativeert het anti-Israëlische discours van het Iraanse regime. Overigens op een niet steeds overtuigende manier. In Iran bezocht Rabkin een hele reeks synagogen. Het viel hem daarbij op dat geen enkele synagoge bewaakt is. Terwijl de meeste synagogen in het westen een eigen veiligheidsdienst hebben om zich te beschermen tegen mogelijke agressies. Joodse kinderen in Iran gaan naar de openbare school in Iran. Ze hoeven daar geen islamitische les te volgen (in heel wat islamitische landen is dat anders). Er is één Joodse school in Teheran. Iraanse Joden weten wel degelijk dat er een groot verschil is tussen de Joodse godsdienst enerzijds en het zionisme anderzijds, weet de auteur.

Uitverkoren volk?

Yakov Rabkin weidt ook uit over het begrip ‘uitverkoren volk’. Dat is volgens de auteur geen notie van superioriteit. ‘Maar, natuurlijk, het concept van uitverkorenheid kan gemakkelijk verdraaid worden om hautaine, zelfs racistische houdingen aan te nemen’. En die verdraaiing vindt de auteur precies in het zionisme. De uittocht van de Joden uit Egypte? Een deel van de Egyptenaren vermengde zich met de Joodse emigranten en ging met hen mee naar Israël, stelt Rabkin. Het is dan ook wat overdreven te spreken van de uittocht van het Joodse volk. Joden waren ook lange tijd proselieten. Ze wierven dus nieuwe aanhangers voor hun godsdienst bij niet-Joden. Dat wil zeggen dat het moeilijk wordt te spreken over een Joods volk, vervolgt hij.

Antisemitisme? ‘Er was een tijd in Europa toen wie durfde te beweren dat de Joden een vreemd volk waren, beschouwd werd als antisemiet. Vandaag daarentegen, als je durft te beweren dat diegenen die in de wereld worden beschouwd als Joden, geen apart volk of natie zijn, dan word je beschouwd als vijand van Israël’, gaat hij verder. Het antisemitisme heerste lange tijd in Europa en Rusland. Toch heeft dat bij de daar levende Joden niet geleid tot een heropleving of versterking van hun religieuze tradities en overtuigingen. Het leidde daarentegen wel tot het ontwikkelen van Joods-nationalistische gedragingen. Vandaar dat velen zich lieten verleiden tot het zionisme, weet Yakov.

Modernisme

En dan het modernisme. Hoe komt het dat er in de Westerse wereld zoveel Joodse wetenschappers, intellectuelen, componisten, enzovoort zijn? Dat komt volgens Rabkin omdat de meeste Westerse Joden geseculariseerd zijn, en een niet gering aantal van hen zich stortte op wetenschap als ersatz voor de klassieke Joodse religieuze voorschriften. Hij vindt overigens dat sefardische Joden godsdienst en moderniteit beter verzoend zouden hebben dan asjkenazische Joden. Hij begrijpt de frustraties van sefardische Joden in Israël. Die werden decennialang vies bekeken door de ‘seculiere’ elite in Israël omwille van hun ‘achterlijke’ religieuze gebruiken en overtuigingen.

Worden Joden en niet-Joden gelijk behandeld in Israël? Rabkin: ‘De identiteitswet aangenomen door de Knesset (het Israëlische parlement) in 2018 officialiseert de hegemonie van Joden binnen de zionistische staat, wat natuurlijk in strijd is met de principes van civiele en politieke gelijkheid’.

Het zijn maar enkele elementen uit een apocrief boek dat gedetailleerd een rist hete hangijzers behandelt.

Het voorwoord in het boek werd geschreven door Shlomo Sand, bekend van Une race imaginaire, courte histoire de la judéophopbie (Seuil, 2020), Comment le peuple juif fut inventé (Flammarion, 2018), Comment j’ai cessé d’être juif(Flammarion, 2015) en Comment la terre d’Israël fut inventée: de la Terre Sainte à la mère patrie (Flammarion, 2014).

Lieven Van Mele is Midden Oosten-reiziger en volgt sedert de jaren '90 de actualiteit in de Arabische wereld en het fenomeen van de islamisering in de islamitische wereld en het Westen. Eerder verschenen al bijdragen van hem in diverse media

Commentaren en reacties