JavaScript is required for this website to work.

Klimaatverandering: mythes ontkracht

Michael Domen1/3/2020Leestijd 4 minuten

Over klimaatverandering doen veel mythes de ronde. Dit boekje doet een verdienstelijke poging de wetenschap helder uit te leggen.

Laat ik beginnen met een waarschuwing voor de klimaatsceptici onder u. Het boekje Klimaatverandering: hardnekkige mythes ontkracht vertegenwoordigt de brede wetenschappelijke consensus over (antropogene) klimaatverandering. Ook ik als recensent onderschrijf die consensus — net zoals ik dat doe met, ik zeg maar iets, zwaartekracht en de evolutietheorie. Als u als lezer er een andere mening op na houdt, staat het u vrij elders op Doorbraak uw gading te zoeken. Ik zal het u niet kwalijk nemen, en ik waarschuw u liever op voorhand.

Let wel, ik heb liever dat u dan ook voortleest. Want ook voor klimaatsceptici is dit een nuttig boekje. Als je ergens sceptisch over wil zijn, helpt het te weten waar je juist sceptisch over bent.

Welke mythes?

Een breed publiek voorzien van correcte en heldere wetenschappelijke informatie is een nobel doel in tijden van extreme polarisering. Dat geldt dubbel voor een levensbelangrijk thema als klimaatverandering. Dirk Verschuren, hoogleraar paleo-ecologie en klimaatverandering aan de UGent, doet een verdienstelijke poging in dit korte — 75 pagina’s — boekje van de ‘Wetenschap in zakformaat’-reeks. Dat laatste mag u trouwens letterlijk nemen: het boekje past perfect in de binnenzak van een goede winterjas.

Maar als ik een boekje begin te lezen met de ondertitel Hardnekkige mythes ontkracht, dan verwacht ik in de inhoudstafel… nu ja, mythes. Quod non. Hoofdstuk 1? ‘Het broeikaseffect: oorzaak en gevolgen’. Belangrijk om te begrijpen, dat spreekt, maar over welke mythe gaat het dan? Over de mythe dat C02 een minder belangrijk broeikasgas is dan methaan en waterdamp, zo blijkt uiteindelijk. Structureer het dan inhoudelijk ook zo. Maar dan volgen er nog twee extra hoofdstukken — één over waterdamp, één over methaan — om de mythe verder te ontkrachten. Om aan mythe 2 toe te komen in hoofdstuk 4. In het structureren van dit boek had een redacteur grondig moeten ingrijpen, lijkt me.

De mythe van non-antropogene klimaatverandering

Ook een beetje bizar: de grootste mythe die klimaatsceptici hanteren (excuus, beste lezer, maar u was gewaarschuwd) — dat de mens niet de belangrijkste drijver is achter de huidige klimaatverandering — wordt pas als derde behandeld. Men mag toch verwachten dat een dergelijke fundamentele misvatting het begin van dit betoog uitmaakt? Vooral omdat de mythes die Verschuren eerst behandelt niet nodig zijn om deze te ontkrachten.

Maar goed, hij komt er wel toe, uiteindelijk. Verschuren legt uit waarom wetenschappers zeker zijn dat de menselijke invloed de grootste drijver is achter de huidige, razendsnelle klimaatverandering. Een vaak gehoord (drog)argument is dat de ecologische processen van uitstoot en opname ontelbare keren groter zijn dan de menselijke uitstoot. Dat klopt, maar die ecologische processen zijn wel in evenwicht. CO2 die door planten wordt uitgestoten (‘respiratie’) is in evenwicht met wat weer wordt opgenomen door fotosynthese. De menselijke uitstoot verstoort dat evenwicht.

Anekdotiek is slecht bewijs

Een ander veel gehoord argument rond de kerstdis gaat een beetje als volgt: ‘Ja maar, zo erg zal het wel niet zijn, toch? Kijk, het sneeuwt buiten!’ (in een fictieve setting duidelijk, aangezien we nog geen sneeuw gezien hebben dit jaar).

Als een paar honderd jaar wetenschap ons één ding geleerd hebben, is het wel dat intuïtie en anekdotiek slechte gidsen zijn om tot een wetenschappelijke vaststelling te komen. Anders dachten we nog met z’n allen dat de aarde plat was. En waren we zeker nooit tot nucleaire energie gekomen, of mensen op de maan doen landen.

Het houdt bovendien geen rekening met de enorme complexiteit van het aardse klimaatsysteem, dat soms voor grote regionale verschillen zorgt. Neem de vaststelling dat de gemiddelde temperatuur op aarde 15° is. Betekent dat dan dat het niet kan vriezen in Finland, of dat je kan liggen zonnebaden in Australië, op hetzelfde moment? Natuurlijk niet. Net zo met de klimaatverandering: globaal gezien warmt de aarde op, dat betekent niet dat er geen regionale verschillen kunnen zijn.

Klimaatverandering en overbevolking

Er wordt wel vaker op de hamer genageld dat de grootste uitdaging voor de klimaatverandering de overbevolking in het ‘Globale Zuiden’ is. Ook die mythe maakt Verschuren met de grond gelijk. De snelste groeiers in uitstoot zijn inderdaad lage- en midden-inkomenlanden (LICs en MICs) in het Globale Zuiden, maar in absolute cijfers is het Noorden — plus China — nog steeds koploper.

‘Meer fundamenteel is de koolstofvoetafdruk van een gemiddeld gezin in het Zuiden nog steeds maar een fractie van die bij ons. In de Democratische Republiek Congo bijvoorbeeld, bedraagt de persoonlijke voetafdruk 1 ha, tegenover 7,5 ha in België. Bovendien is de voetafdruk daar (alsook in de meeste andere Afrikaanse landen) sterk beïnvloed door die van een kleine elite onder haar inwoners die een materiële welstand genieten vergelijkbaar met degene die wij gewoon zijn in het Noorden. Veel Afrikanen leven nog steeds als zelfvoorzienende landbouwers, met een persoonlijke voetafdruk in de grootteorde van 0,1-0,2 ha: gemiddeld één vijftigste van die in België.’ (p46)

De verantwoordelijkheid voor het huidige probleem ligt dus zeker niet daar, maar wel bij ons huidige (energie)consumptiemodel. Als we dit zouden doortrekken naar die groeiende bevolking — en uiteraard willen zij een welvaartsniveau zoals wij dat kennen — dan creëert dat met het huidige model wel enorme problemen. Daarom pleiten klimaatactivisten voor een gewijzigd consumptiemodel, gebaseerd op energie die onze planeet niet om zeep helpt. En ja, dat kan kernenergie zijn (waar Verschuren zich overigens niet over uitspreekt).

Onzekerheden

Dirk Verschuren is een wetenschapper. Dat wil zeggen dat hij het ook erkent wanneer er onduidelijkheden zijn, waar er onzekerheden zitten. Dit is dus zeker geen bijbelse tekst van de klimaatreligie. Het is een bijzonder genuanceerde, transparante uitleg over de huidige stand van het klimaatonderzoek.

Als oefening in wetenschapscommunicatie is het jammer genoeg minder geslaagd. De tekst is te vaak technisch-wetenschappelijk. Dat is niet vreemd, gezien de aard van het onderwerp, maar echt gemakkelijk leesbaar voor de leek is het toch niet. En zoals eerder aangehaald is de gebrekkige structuur van het boekje echt wel een belemmering.

Dat is jammer, vandaar ook maar drie sterren. En toch raad ik Klimaatverandering aan voor ieder die in het thema geïnteresseerd is — uit eender welke hoek. Het is een crash course in de huidige stand van de klimaatwetenschap, met voldoende materiaal om die discussie aan de kerst- of paasdis levendig en — belangrijker — geïnformeerd te houden.

Commentaren en reacties