JavaScript is required for this website to work.

Medezeggenschap: stap voor stap langs kronkelwegen

Karl Drabbe28/3/2020Leestijd 4 minuten

Wim Blockmans leverde met zijn nieuwe boek ‘Medezeggenschap’ een stevige geschiedenis van politieke participatie in het Europa van het ancien régime.

Politieke participatie is niet uit de lucht gevallen. Menig lezer herinnert zich nog uit de geschiedenislessen van het secundair een haast systemische lezing van het verleden als een opgang naar meer en beter. Meer zeggenschap, betere democratie, meer ‘verlichting’, beter overleg… Alsof de geschiedenis – zeker die van West-Europa – een lineaire beweging volgt van systematische vooruitgang. Niets is minder waar. Om die medezeggenschap is hard geknokt geworden gedurende pakweg 800 jaar. En in elke regio van West-Europa deed men dat op een andere manier en met verschillend resultaat.

Protodemocratie

Emeritus-hoogleraar middeleeuwse geschiedenis Wim Blockmans waagde zich aan een groots opzet. Een vergelijkend onderzoek van de beweging naar (meer) participatie in de middeleeuwen en de moderne (of nieuwe) tijd. Daarbij focust hij op verschillende West-Europese landen, waar al sinds pakweg de twaalfde eeuw de kiemen ontstaan van wat we vandaag democratie noemen.

Dat is dan geen democratie zoals we die vandaag kennen. Geen verkiezingen waar alle mannen en vrouwen van een bepaalde leeftijd aan deelnemen. Geen parlement(en) waar verkozenen des volks de uitvoerende macht (zouden moeten) controleren (in situaties zonder volmachten, dat spreekt).

Het is democratie in die zin dat vorstelijk wereldlijk en/of geestelijk gezag de deuren van de macht openzet voor mensen van lagere komaf. Ridders en geestelijken, de eerste en de tweede stand van het ancien régime niet meegerekend. Het gaat om wat in het Engels zo mooi commons heet. ‘Gewone’ burgers, maar wel burgers. Zelden plattelandsbewoners of dagloners, en al helemaal geen slaven. Maar mensen die los van grond (dat moet u letterlijk begrijpen) en doorgaans in een stedelijke context zich professioneel, financieel naar boven werken en rechten opeisen. Zowels als burger, als voor de ‘borg’, de stad.

De eerste duidelijke kiemen van die ‘protodemocratie’ (het woord valt niet in het boek) vind je zowat overal in West-Europa vanaf de elfde en twaalfde eeuw. En die gaan samen met de langzame verstedelijking van die regio’s: Noord-Italië, Catalonië, Zuid- en West-Frankrijk, Vlaanderen, Engeland. Die steden komen natuurlijk niet uit de lucht gevallen. In Noord-Italië gaan ze terug – met hun stedelijke bestuurlijke instellingen – op het fysieke nalatenschap van de Romeinen. Daarbuiten heeft veel te maken met… klimaatopwarming.

Klimaat

De klimaatopwarming van die periode zorgt voor een aanzienlijke uitbreiding van het landbouwareaal. Die op haar beurt zorgt voor meer landbouwopbrengsten en een demografische explosie zorgt. Die wordt opgevangen in kleine stedelijke gemeenschappen die in die eeuwen uit hun voegen barsten en ook letterlijk groeien. Arbeidsspecialisatie neemt toe, er zijn meer mensen op de arbeidsmarkt, er ontstaan afgelijnde klassen van arbeiders, ambachtslui, ‘poorters’. De steden worden steeds groter, sterker, rijker. En dwingen rechten en vrijheden af van de landsheer. Die stedelijke autonomie, waarin lokale schepenbanken, Generalitats (in Catalonië, waar de gepriviligeerden al vroeg macht deelden met  niet-gepriviligieerden), parlementen en aanverwanten – de termen verschillen uiteraard van land tot land – samengesteld uit niet-gepriviligieerde vrije burgers het beleid bepaalden, betekenen een grote stap in de evolutie naar politieke participatie. Naar medezeggenschap.

De beweging naar medezeggenschap verliep niet lineair. Op de lijn van de geschiedenis zitten veel kniks en caramboles. De vorsten in de diverse beschreven regio’s zullen op hun zwakkere momenten toegeven aan de stedelijke overheden. Als ze sterker staan, zullen ze die eerder afgestande macht proberen te participeren. Zeker in de nieuwe tijd is dat, en zorgen bewegingen voor (meer) stedelijke autonomie of het behoud daarvan vaak voor revoltes en burgeroorlogen.

De dertigjarige Boerenoorlog in de Duitse landen is daar maar een voorbeeld van. De strijd van de protestantiserende Lage Landen tegen een vroeg-centralistische Habsburgse politiek van Karel V en Filips II een ander. In Engeland is vrijwel elk dynastiek en politiek familiaal conflict daar zelfs toe te herleiden. Dat toonde de Gentse mediëvist Raoul Van Caenegem al uitvoerig aan. De kniks en caramboles wijzen daardoor eerder op een gestage ontwikkeling dan wel op een totale breuk. Geschiedenis – ook die van politieke participatie in een steeds meer door verlichtingsideeën aangestoken West-Europa – is geen verhaal van stijle opgang noch vooruitgang.

Thesis

In het algemeen ontwikkelt Blockmans in dit kloeke boek dat op ‘in fasen van economische en demografische expansie, die steeds gepaard gaat met toename van de urbanisatie, de druk op het bestaande politieke bestel toeneemt om de particiaptie uit te breiden, naar de nieuw opgekomen sociale klassen, en tegemoet te komen aan hun specifieke belangen.’ Andersom ‘kenmerkten perioden van economische en demografische stagnatie en recessie zich door de inperking van de politieke participatie, soms door afschaffing of non-activiteit van de representatieve instellingen en, waar zij bleven functioneren, verstarring, oligarchisering, inkapseling in het staatsapparaat, privatsering van openbare functies, patronage en corruptie.’ (p. 404)

Eerder schreef professor Blockmans al een zeer leesbaar werk over de evolutie van de steden in de Lage Landen: Metropolen aan de Noordzee. En al in het begin van zijn universitaire carrière publiceerde hij over ‘volksvertegenwoordiging’ in het middeleeuwse Vlaanderen. De minzame prof kent zijn materie als geen ander. Dit en veel ander werk ligt mee aan de grondslag van deze bijzonder rijk gedocumenteerde studie over politieke participatie in West-Europa vóór 1800.

Achtergrondkennis

Voor wie geïnteresseerd is in de langetermijngeschiedenis van participatie, het grote verhaal van ‘parlementarisme’ zeg maar, is er nu Medezeggenschap van de erudiete prof. Wim Blockmans. Alleen, het is moeilijk een eindoordeel te vellen over dit boek. De vele details, het brede comparatieve opzet en het taalgebruik nopen het weg te zetten als een academisch werk. Terwijl opzet én uitgever – Prometheus is toch bekend haar zijn literaire uitgaven – anders doen denken.

Want net wie wat geïnteresseerd is in politieke geschiedenis en/of filosofie, heeft hier een stevige kanjer om de tanden op stuk te bijten. Zonder de nodige achtergrondkennis, is er geen beginnen aan Medezeggenschap. We kennen amper de geschiedenis van de eigen instellingen in de Lage Landen, laat staan dat we die in comparatief opzet met bijvoorbeeld Catalonië of de Noord-Italiaanse stadstaten beter kunnen vatten.

Het eindoordeel is dan ook dubbel. Als naslagwerk biedt het historici en politiek-filosofen een noodzakelijke en geslaagde opfrisbeurt politiek-institutionele geschiedenis van het ancien régime. Voor de enthousiaste lezers van pakweg Hoera, de democratie is niet perfect van Joël De Ceulaer, lijkt het boek een brug te ver. Te moeilijk, te zwaar op de hand liggend, te gedetailleerd. En toch belangrijk. Jammer.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties