JavaScript is required for this website to work.

Moet liberalisme progressief zijn?

Boudewijn Bouckaert1/10/2019Leestijd 5 minuten
TitelDe liberale ideologie
SubtitelVoorbij het links-rechts-denken
AuteurDirk Verhofdstadt
UitgeverLiberas/Liberaal Archief
ISBN9789074791328
Onze beoordeling
Aantal bladzijden109
Prijs€ 16

Dirk Verhofstadt bepleit een nieuw, groot ideologisch congres voor Open Vld. Om dat pleidooi kracht bij te zetten schreef hij een nieuw boek.

De liberale ideologie: Voorbij het links-rechts-denken verscheen in september bij de uitgeverij Liberas/Liberaal Archief. We moeten er niet flauw over doen: de timing van dit boekje is niet onschuldig. In mei boekte de Open Vld een verkiezingsresultaat dat beneden de verwachtingen uitkwam. Door het goede resultaat in de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, met vier boegbeelden als burgemeester in Vlaamse steden, hoopte de Open Vld op een nieuwe prachtscore in 2019. Het draaide anders uit: Open Vld boerde achteruit. In de naweeën van de nederlaag gingen hier en daar blauwe stemmen op om het cordon sanitaire op te heffen en Open Vld meer naar rechts te doen opschuiven. Het is tegen deze achtergrond dat Dirk Verhofstadt zijn boekje publiceerde.

Partijcatechismus

De liberale ideologieheeft een groot Soeslov-gehalte. Soeslov was de ideologische producent van de Russische communistische partij. Telkens de partij een ideologische legitimatie nodig had, stond Soeslov klaar om het partijoptreden met een ideologische mantel te bedekken. De auteur laat er overigens geen twijfel over bestaan dat zijn geschrift partijdoelstellingen dient. In een laatste deel worden twaalf speerpunten gelanceerd die bijna lezen als congresresoluties. Op het einde roept hij de partij op snel een ideologisch congres te organiseren. Wellicht moet het boek daar als blauw bijbeltje fungeren.

Qua stijl is het boekje nogal drammerig geschreven. In ware catechismusmodus wordt opgesomd wat liberaal en progressief is en wat in de syllabus errorumvan de conservatieven, nationalisten, collectivisten, fundamentalisten en andere duivelse strekkingen moet geplaatst worden. Men moet het lezen op karakter. Dat het boekje maar 86 bladzijden telt, helpt dus wel.

Inleiding

Belangrijker echter dan timing en stijl is de inhoud. In een eerste hoofdstuk ontwikkelt Dirk Verhofstadt een aantal inzichten over de grondslagen van het liberalisme. Voor wie enigszins vertrouwd is met het politieke denken bevat dit hoofdstuk niets nieuws. Voor wie er niet mee vertrouwd is, is dit hoofdstuk een prima inleiding voor kennisname van de liberale principes. Grosso modo kan ik, mezelf als liberaal bekennend, ongeveer alles wat hierin staat onderschrijven. Er wordt goed uitgelegd dat het individu het aanknopingspunt is van rechten en plichten en geen groepen, rassen of klassen, dat individualisme iets anders is dan zelfzuchtig egoïsme, dat de vrije markt zich slechts kan ontwikkelen in een geheel van spelregels, dat vrijheid en volkswelvaart slechts mogelijk zijn op basis van eigendomsrechten, dat kwalitatieve opvoeding de sleutel is tot persoonlijke ontplooiing, dat het doemdenken niet klopt en optimisme gewettigd blijft, enzovoort. I cannot agree more.

Links-rechts

Het tweede hoofdstuk is wel vernieuwend, maar ook meer vatbaar voor debat en kritiek. De auteur bepleit hier een grondige herindeling van het ideologisch-politieke landschap. De links-rechtsindeling, tot nu toe desumma divisiov an de politiek, is niet meer relevant en moet vervangen worden door de indeling progressief-conservatief. Hij wijst erop dat linkse en rechtse stromingen meer gemeen hebben dan we geneigd zijn te denken. Dat zowel links als rechts denken in collectiviteiten, vastzitten aan dogma’s, zeer behoudend kunnen zijn, en een wantrouwen koesteren voor de individuele vrijheid en ontplooiing. Het liberalisme staat haaks zowel op links als rechts door zijn vertrouwen in de individuele mens, het verwerpen van het groepsdenken, het geloof in de vooruitgang.

Voor de aanval op de links-rechtsindeling valt wel wat te zeggen. Links en rechts zijn alleen maar nog goed voor schoenen, luidt een gezegde maar in de politiek zorgt het meer voor verwarring dan voor verheldering. De labels links en rechts zijn vooreerst onderhevig aan historische verschuivingen. Zoals de auteur opmerkt werden de liberalen in de negentiende eeuw als links gelabeld tegenover de conservatieven, maar met de opkomst van socialisme en communisme verhuisden ze naar de rechterzijde. Bovendien zijn er in de loop van de geschiedenis meer en meer politieke bewegingen opgedoken die er een handige mix op nahielden van zowel als links als als rechts gepercipieerde standpunten. Twee actuele voorbeelden: de Deense sociaaldemocraten mixten in hun links programma stevige rechtse standpunten over immigratie. Het Vlaams Belang mixte in zijn rechts-nationalistische programma een stevige snuif linkse standpunten over pensioenen en sociale toelagen. Toch zou ik niet zover willen gaan als de auteur beweert. Links en rechts hebben nog steeds een semantische waarde en laten het publiek toe op een directe wijze een politiek standpunt of stroming te identificeren. Dit kan echter maar wanneer links of rechts met een verdere ideologische context verbonden worden. Rechts of links in het algemeen betekenen inderdaad quasi niets meer. Links of rechts liberalisme, links of rechts socialisme, links of rechts nationalisme, enz. geven wel nog een indicatie van een positie op een as binnen een ideologische strekking en blijven in die zin betekenisvol.

Progressief-conservatief

De vraag is evenwel of de nieuwe summa divisio, conservatief-progressief, die Dirk Verhofstadt vooropstelt, zoveel meer klaarheid schept dan de links-rechts-indeling. Puur etymologisch gezien betekent conservatief dat men zaken wil behouden, en progressief dat men wil dat de zaken moeten vooruitgaan. Op zich zelf zegt dit weinig of niets. De vraag is immers: wat men wil ‘conserveren’ en behoeden voor teloorgang; in welke richting men wil vooruitgaan. Vergelijk bijvoorbeeld het angelsaksische conservatisme met het negentiende-eeuwse Europees-continentale. Het Engelse conservatisme heeft betrekking op liberale tradities zoals het common law (gewoonterecht) en de parlementaire democratie. Het Europees-continentale conservatisme sloeg op het behoud van de door God gewilde corporatistische orde. Beiden conservatief, maar toch zo geheel anders. In de jaren 60 lanceerde Leo Collard, BSP-voorzitter, de ‘progressieve’ frontvorming. Dit sloeg op een rabiaat antiliberale travaillistische coalitie. Vooruitgaan betekende voor Collard weggaan van ‘verouderde’ instellingen zoals de private eigendom en de vrije markt. Kortom, de progressief-conservatieve indeling lijkt me minstens even betekenisloos te zijn als de links-rechts-as. Het door Dirk Verhofstadt gebruikte label lijkt me meer gericht op peptalk dan op het scheppen van ideologische klaarheid.

Centralisering-decentralisering

Er zijn ook een aantal inhoudelijke stellingen waar men als liberaal ernstige vragen bij kan stellen. Zo bijvoorbeeld impliceert Verhofstadts progressieve liberalisme het creëren van de Verenigde Staten van Europa, een Europese superstaat dus. Het gaat mijn petje te boven hoe je als liberaal voorstander kunt zijn van het toegooien van als maar meer macht naar centralistische organen die mijlenver van het volk verwijderd zijn en bovendien veel dwang zullen moeten gebruiken om een heterogeen continent in eenzelfde keurslijf te dwingen. De public choice-wetenschap leert ons dat benevens inspraak (‘voice’) het stemmen met de voeten (‘exit’) een effectieve wijze is om de overheid te dwingen om te luisteren naar de noden van de bevolking. Door de diversiteit van de natiestaten in Europa weg te gommen wordt de ‘voting with the feet’-controle uitgeschakeld.

In het liberalisme zijn er, inzake centralisering-decentralisering, steeds twee strekkingen geweest: de jacobijnen en de girondijnen. Deze laatsten, zoals Brissot en Olympe de Gouges, wilden van Frankrijk een federale staat maken. De jacobijnen hebben quasi alle girondijnen onthoofd en het centralisme doorgevoerd. Frankrijk lijdt nog steeds aan dit centralistisch syndroom. Europa wordt dit best bespaard.

Verhofstadt heeft wel gelijk wanneer hij stelt dat door het scheppen van brede transnationale ruimtes, waarin vrijhandel, immigratie-emigratie, vreedzame interactie van individuen van verschillende afkomst, kan plaatsvinden, enorme vooruitgang mogelijk wordt. Daarvoor heb je echter geen superstaat nodig. Het kan ook via akkoorden tussen natiestaten waarbij een vrije marktruimte wordt ingesteld en waarbij een aantal gelijke algemene normen gelden (zoals mededingingsrecht). Europa is op dit vlak een uiterst succesvol platform geweest. Dat aspect van Europa moeten we zeker behouden.

Politiek is echter meer dan het vastleggen van normen in de relaties tussen individuen en bedrijven onderling. Politiek slaat ook op de productie van publieke goederen, zoals infrastructuur, justitie, politie, defensie, enzovoort. Een euro-centralisatie daarvan zou nefast zijn en leiden tot de dominantie door de politieke elites van de Duits-Franse as.

Kosmopolitisme-nationalisme

Er zijn nog andere standpunten in het boek die men ook vanuit liberaal standpunt in twijfel kan trekken. Is kosmopolitisme per se goed en zijn alle nationalismen per se slecht? Leidt de bekommernis omtrent identiteit steeds naar groepsdenken? Moet godsdienst volledig afgeschaft worden in het onderwijs en wat dan met het liberale principe van de onderwijsvrijheid? Het bespreken van deze betwistbare stellingen zou ons te ver leiden en past niet in een boekbespreking.

Het boekje zal wellicht zijn functie vervullen in de komende debatten binnen het partijpolitieke liberalisme, dat zoals elke trado-stroming in de Belgische politiek op zoek moet gaan naar een eigentijdse identiteit. Voor de ‘buitenstaanders’ biedt het boekje een reeks interessante aanknopingspunten voor verdere discussie omtrent zinvolle indeling van het politieke veld en omtrent de zin of onzin van de als progressief-liberaal gepropageerde stellingen.

Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!

Meer van Boudewijn Bouckaert
Commentaren en reacties