Moge de vloek van Norma neerdalen over deze kluchtregering
Titel | Norma |
---|---|
Regisseur | Christophe Coppens |
Locatie | De Munt, Brussel |
In de Brusselse Munt was de fantastische opera Norma te zien in een zeer vernieuwende mise-en-scène. Tot het overlegcomité anders besliste…
Op weg naar wat helaas de laatste voorstelling van Norma zou zijn, werd ik op de Brusselse Kerstmarkt aangeklampt door ongemaskerde, dronken lallende feestvierders. Het is aan niemand uit te leggen dat zij van de regering mogen doorgaan hun medeburgers te besmetten, terwijl de Munt en andere theaters dicht moeten. Het onbegrip van directeur Peter de Caluwé is totaal : in zijn opera was alles voorzien op covid-veilige vertoningen, met verschillende in-en uitgangen, nieuwe mondmaskers voor de toeschouwers, ventilatie en afstand tussen de toeschouwers.
Zoals Marc Van Ranst terecht verzuchtte : de Glühwein heeft het gehaald van de cultuur. Politieke compromissen zijn belangrijker dan principes. De federale premier, zijn minister van gezondheid maar ook de Vlaamse minister van cultuur hebben voor eens en altijd hun totaal gebrek aan staatsmanschap en politieke moed bewezen. Ze zijn definitief door het ijs gezakt. Moge de vloek van Norma neerdalen over deze pijnlijke Vivladi-klucht.
Een opera even oud als dit land
‘Norma’ is één van de meest succesvolle opera’s ooit. Het meesterwerk van de Siciliaan Vincenzo Bellini ging in Milaan in première het jaar dat Leopold de eerste koning der Belgen werd. Om U maar te zeggen dat enkel de opera’s van Mozart, die nog ouder zijn, het al zo lang hebben volgehouden als populair onderdeel van het repertoire.
Dat hoeft dan ook niet te verwonderen : Norma is zowat een orgie van belcanto, een drie uur lange stroom van perfecte aria’s. Onvergetelijke ouvertures of imposante symphonische tussenstukken heeft Bellini niet te bieden. De zang was voor Bellini het allerbelangrijkste; het orkest heeft een pure ondersteunende rol. Bellini zette poëzie op muziek. Hij had dan ook een onbeperkt respect voor de auteur van de libretti, Felici Romani, die de teksten van al zijn opera’s schreef.
Champions League
De zangpartijen die Bellini componeerde zijn heel veeleisend, in het bijzonder voor de hoofdrol Norma. Dat moest een ‘soprano drammatico di agelità’ zijn, wat zoveel betekent dat de rol enkel toegankelijk was voor een zangeres die zich met gemak tot in de extremen van twee octaven begeeft. Zangeressen die zich met succes aan Norma wagen, spelen meteen mee in de Champions League met legendarische diva’s als Maria Callas, Montserat Cabballé en Joan Sutherland.
Voor de ultieme Italiaanse operagrootmeester Guiseppe Verdi was een sterk dramatisch gegeven essentieel; hij ging daarvoor zelfs bij Shakespeare te leen. Het artistieke ideaal van Bellini was helemaal het tegenovergestelde : het verhaal doet bij hem weinig ter zake; het is niet meer dan een voorwendsel voor exuberante zangpartijen.
Galliërs
Norma speelt zich af in de tijd toen de Galliërs zich verzetten tegen de Romeinse overheersing. Maar dat ‘historisch’ gegeven is niet meer dan decor voor een tragische verhaal van liefde en verraad. Hoogpriesteres Norma is ontrouw aan haar volk: ze houdt er een jarenlange clandestiene romance op na met een Romeinse commandant, met wie ze in het geheim twee kinderen heeft. Maar de perfide Romein verstoot Norma voor haar jongere assistent.
Zo wordt de opera eigenlijk het verhaal van een fatale driehoeksverhouding waarbij Norma uit schuldgevoel zichzelf tot de brandstapel zal veroordelen, in het gezelschap van haar tot inkeer gekomen voormalige vrijer. Ondertussen had Norma er ook even aan gedacht om in Mediaans elan haar kinderen te vermoorden. ‘Soap!’, ‘Kitsch!’ zegt u? Natuurlijk, maar het verhaal doet weinig ter zake. Net zomin als het vage nationalistische element, dat absoluut geen rol speelt in de intrige van de opera. Het gaat alleen om de mooie liedjes, om het zeer onrespectvol te zeggen. Want de aria’s van Norma zijn van een uitzonderlijke hoog niveau. Geen wonder dat het slepende ‘Casta Diva’ een van de meest gekende aria’s is van het repertoire.
Asterix en Obelix
Er gebeurt in deze opera weinig of niets, in die mate dat een concertante versie ervan even genietbaar is. Ook al omdat de traditionele mise-en-scènes niet verder komen dan karikaturale druïdes die een opera lang in een heilig eikenwoud als zombies statisch voor zich uitstaren.
Regisseur Christophe Coppens had dan ook overschot van gelijk dat hij voor zijn versie van Norma voor een heel andere aanpak koos en de opera in onze tijd situeerde. De gesloten Gallische gemeenschap heeft zo meer van een extremistische sekte. Het woud is niet meer, en is vervangen door een grote betonnen ruimte. Van de natuur en de bomen is geen spoor in deze desolate setting, tenzij dan als brandstof voor haveloze clochards. De plaats van de heilige eiken, die een grote mythologische waarde hadden voor de Galliërs, wordt nu ingenomen door auto’s, als hedendaagse heilige statussymbolen. Ze worden opgevoerd als aftands en wrak, maar ook als een immens model dat van onder de scene naar de top wordt getakeld en meer weg heeft van een leeglopende walvis.
Letterlijk hoogtepunt is de kleine sportwagen waarin de ex van Norma naast zijn nieuwe vlam gaat zitten. De auto kantelt naar voor en wordt dan omhoog getrokken, waardoor de zangers door het open dak van de auto te zien zijn, terwijl ze rechtstaand zingen. Bepaald spectaculair. En Norma vindt haar vuurdood in een Volvo die met benzine in brand wordt gestoken. Dat zijn allemaal indrukwekkende beelden, die voor vele interpretaties vatbaar zijn maar visueel veel interessanter zijn dan een bende koorleden die zich drie uur lang afvragen waarom ze er als Asterix en Obelix bijlopen.
Kindermoord in de trein
Met twee andere scènes slaagt Coppens erin de inherente scenische monotomie van de opera te doorbreken : fantastisch is zijn vondst om de confrontatie van Norma en haar liefdesrivaal te laten afspelen in een Amerikaanse diner-baancafé, waardoor hun gesprek de natuurlijkheid krijgt van een gesprek tussen vriendinnen. Even indrukwekkend is het Medea-moment van Norma, als ze haar slapende kinderen wil ombrengen. Coppens situeert dit in een rijdende trein, die gezien kan worden als symbool voor de reis-naar-nergens van Norma die met haar eigen dood zal eindigen.
Natuurlijk is de hele cast van deze ‘Norma’ van een heel hoog niveau. Met grootste onderscheiding voor de Engelse Sally Matthews in de veeleisende hoofdrol. Zij mag wat mij betreft bijgeschreven worden in de Hall of Fame. Speciale vermelding ook voor dirigent Sesto Quatrini, die weet dat het orkest in deze opera in de eerste plaats een ondersteunende rol heeft voor de zangers. Met de momenten waar hij zijn orkest het zwijgen oplegt om de zangers a capella te laten schitteren en dan de stilte secondenlang durft te laten aanhouden, toont hij zijn perfect aanvoelen van de magische muzikale wereld van Vincenzo Bellini.
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Luckas Vander Taelen en Piet Lamberts-Van Assche over Wagner, de Ring en waarom die zo bijzonder zijn.