Napoleon tegen de geschiedenis
De saga van Napoleon is die van de reactie, van de nostalgici en romantici die dachten verder te kunnen alsof 1789 nooit had plaatsgevonden.
Op 19 november 1955 verscheen het eerste nummer van National Review, het magazine dat een fundamentele rol zou spelen in de vorming van Amerikaans conservatisme. Het geldt tot op de dag van vandaag nog steeds als de beste vertegenwoordiger van wat ervan overblijft. In de missieverklaring van het tijdschrift schreef hoofdredacteur William F. Buckley dat zijn publicatie ‘dwars op de geschiedenis staat en “Stop!” roept’. Die uitdrukking zou later gepopulariseerd worden als beknopte beschrijving van het conservatisme.
Liberale levenshouding
Ik heb altijd een zwak gehad voor Buckley. Hij stond niet altijd aan de juiste kant van de zaken – tijdens de Koude Oorlog raadde hij meermaals aan om communistische landen met nucleaire wapens aan te vallen en hij toonde niet genoeg sympathie voor het lot van de Amerikaanse zwarten. Desalniettemin was hij een echte gentleman zoals je ze nog maar zelden tegenkomt. Hij combineerde een onweerstaanbare charme met een ongespannen, liberale levenshouding. Hij zag een wereld verdwijnen maar probeerde niet, zoals onze Europese reactionairen, vulgair autoritarisme in te zetten in een bekrompen, gedoemde poging om hem te behouden.
Buckley had een gevoel voor de gang der geschiedenis dat je eerder bij een marxist verwacht aan te treffen dan bij een conservatief. Zonder te vervallen in teleologie of noodlottig denken zag hij in dat bepaalde ontwikkelingen, zowel qua cultuur als technische vaardigheden, de menselijke horizon fundamenteel wijzigden. Zoals Raymond Aron, een andere conservatief, na de Oorlog opmerkte, heeft de industrialisering bijvoorbeeld voor het eerst een situatie gecreëerd waarin plundering minder loont dan nijverheid. Dat heeft niet alleen het gevolg gehad dat de vrede gemiddeld toenam, maar ook dat een nieuwe wereld denkbaar werd, een waarin vrijhandel en internationaal recht een einde zouden maken aan alle oorlog. In zekere zin zijn de vulgaire rooftochten van weleer vandaag kitsch geworden.
Kitsch
De term ‘kitsch’ laat ook zien dat er een verband bestaat met kunst en cultuur. Wanneer Mahler in de jaren 1890 werken schreef die thema’s ontleenden aan de klassieke periode, beschuldigden critici hem ervan de doden weer tot leven te willen wekken. Hetzelfde overkwam Rachmaninoff met zijn majestueuze romantische muziek. Er bestond een gevoel dat die stijl op een of andere manier definitief tot het verleden behoorde. Hun pogingen om dat verleden nieuw leven in te blazen werden opvallend breed aanzien als belachelijk, grotesk, kunstmatig, faux. In één woord: kitsch.
Dat brengt ons bij Napoleon. Napoleone di Buonaparte werd geboren in 1769 in Ajaccio, een stoffig provinciestadje dat de enige significante plaats was op Corsica. Hij was de zoon van een nieuw lid van de petite noblesse, maar zijn familie belichaamde vooral de rusteloze ambitie en het verlangen naar sociale mobiliteit dat de burgerlijke moderniteit kenmerkte en in de Franse Revolutie zou uitmonden. De zoon van de Revolutie was een relatief onopvallend mannetje afkomstig uit een nietsbetekenende uithoek van het Franse koninkrijk. De opkomende romantiek kon zich geen beter object van verheerlijking wensen dan l’empereur.
Ressentiment?
Adam Zamoyski laat het niet na in zijn biografie Napoleon: de man achter de mythe keer op keer te benadrukken dat de Franse keizer een doodgewoon mens was van eenvoudige komaf. Hij verzet zich tegen elke afschildering van Napoleon als uitzonderlijk, hetzij in de vorm van een held, hetzij een kwaadaardige massamoordenaar. De cynicus vermoedt soms dat Zamoyski’s adellijke achtergrond – graaf Zamoyski is een telg uit een oud Pools geslacht en bezit landerijen in het zuidoosten van het land – hem in dit opzicht parten speelt. Wordt zijn aversie voor great man of history toch niet ergens ingegeven door een onbewust ressentiment jegens de verwezenlijkingen van een Corsicaanse boer?
De lezer krijgt daarom soms het gevoel dat Zamoyski, ondanks het wetenschappelijke ethos dat aan zijn geschiedschrijving ten gronde ligt, toch een zeker genoegen schept in de moeilijkheden waarop Napoleon stuitte toen de revolutionair zich moest heruitvinden als monarch bij de gratie Gods. ‘Een eerste consul’, vertelde hij Thibaudeau, ‘is anders dan een van die koningen die zich gekoesterd weten door Gods genade en hun status zien als hun erfdeel. Hij heeft roemrijke daden nodig, en dat betekent oorlog.’ Dat zou uiteindelijk zijn neergang worden: hij kon zich er niet toe brengen vrede te sluiten. De faille die de Franse Revolutie had gecreëerd in het traditionele gezag maakte dat Napoleon moest steunen op militaire roem, en dus een eeuwigdurende oorlog in stand moest houden.
Parvenu
Toen hij Metternich, de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken, in 1813 ontmoette voor vredesbesprekingen, liet de keizer er geen twijfel over bestaan. ‘Jullie vorsten’, zei hij, ‘die geboren zijn op de troon, jullie kunnen je veroorloven om jezelf twintig keer achter elkaar te laten verslaan en dan rustig terug te keren naar jullie hoofdstad; maar ik kan dat niet, want ik ben maar een omhooggevallen soldaat. Mijn gezag zal de dag waarop ik niet sterk meer ben, en daarom niet meer gevreesd hoef te worden, niet overleven.’
Ironisch genoeg stuitte Napoleon zelf dus op de ijzeren voortgang van de geschiedenis in zijn pogingen om Frankrijk te stabiliseren. De Revolutie die hij had gesteund had het vanzelfsprekende gezag uitgehold waar hij zo wanhopig behoefte aan had. Door de uitbraak van de moderniteit kon het Ancien Régime dan toch een bitterzoete wraak vieren op de parvenu die had getracht heel Europa te besturen met een majesteitelijkheid die eerder paste bij een aloud vorstenhuis dan bij een bende Corsicaanse nieuwkomers.
Onherstelbaar verleden
De statige, natuurlijke autoriteit die de traditionele vorsten genoten, werd hem ontzegd door de genadeloze tand des tijds. De weelderige ceremonies die hij trachtte te recreëren – tijdens zijn kroning, bij diplomatieke recepties, aan zijn hof in Saint-Cloud – hadden meer weg van groteske parodieën dan van ernstige uitstralingen van keizerlijk prestige.
Napoleon moest zijn secretarissen vragen archiefonderzoek te doen naar de vormen en gewoonten van de Bourbons en driftig op zoek te gaan naar stokoude lakeien die nog aan het koninklijk hof hadden gediend. Kan er een betere aanwijzing zijn van wat een droevige poging het betrof om een begraven en onherstelbaar verleden te recreëren in de paleizen en straten van Parijs?
Saga van de reactie
Uit Napoleons falen valt een les te trekken voor zij die vandaag belast zijn met het bestuur. De saga van Napoleon, blijkt uit Zamoyski’s kroniek, is die van de reactie, van de talloze nostalgici en romantici die dachten verder te kunnen alsof 1789 nooit had plaatsgevonden. Zij die Aron ‘la droite au sens traditionel’ noemde, dat wil zeggen ‘ceux qui refusent la societé moderne, le developpement économique, les institutions démocratiques’.
De belachelijkheid van dat beroemde staatsieportret van l’empereur gehuld in hermelijn en getooid met een lauwerkrans is geen kwestie van toevallige smaak, maar is het watermerk van de geschiedenis. Laat dat een waarschuwing zijn voor degenen die een oude orde te allen koste wensen te herstellen.
Othman El Hammouchi is een jonge, conservatieve opiniemaker.
Door de coronacrisis lijken alle remmen op het Belgische etatisme te zijn weggevallen. De lockdown lijkt een vrijgeleide naar totalitarisme.