JavaScript is required for this website to work.

Nelly Maes: taaie tante

Karl Drabbe17/9/2013Leestijd 3 minuten

‘Ik schrijf mijn memoires niet. Ik heb immers niets te verbergen.’ De woorden worden aan oud-premier Paul Henri Spaak toegeschreven. Of Nelly Maes iets te verbergen heeft, weten we niet. Ze liet haar memoires wel optekenen door iemand anders. Van een concurrerende partij zelfs. Of toch niet?

Alain Debbaut kandideerde voor Groen in Lokeren. Maar haalde nipt de gemeenteraad niet. Actief in de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas heeft hij al meerdere pennenvruchten op zijn actief. De voorbije paar jaar wierp hij zich op streekgenote Nelly Maes. Figuurlijk dan toch.

‘Rooie Nel’ – de eretitel komt van het Antwerpse weekblad ’t Pallieterke – was gedurende lange tijd de werktitel van het recent in Sint-Niklaas voorgestelde boek. Het werd uiteindelijk Ongebonden best. Uit een gedicht van Anna Bijns, streng in de leer en toch feministe-avant-la-lettre. Hetzelfde zou je van Nelly Maes kunnen zeggen: onafhankelijk denkend, radicaal – om niet te zeggen principieel – en, inderdaad, feministe. Een andere anekdote over haar feministische doen en laten – ze wou met haar meisjesnaam worden aangesproken in de Kamer – ontlokte Kamervoorzitter Louis Major de uitspraak ‘wijven moeten niet zo veel complimenten maken’. Historische uitspraken horen bij een historisch figuur.

Als tijdgenoot – pars pro toto zelfs – van een zich emanciperend en volwassen wordend Vlaanderen, geldt Nelly Maes – jaargang 1941 – als een icoon. Vrouw en Vlaams, zegt de ondertitel van de biografie. Op een moment dat dat niet evident was. Het rijke roomse leven van la Flandre profonde was het Waasland in de jaren 1950-’60 niet vreemd. Maes ontrukte er zich aan. Om haar, haar seksegenoten en met hen de Vlaamsgezinden in het bijzonder en de Vlamingen in het algemeen te emanciperen. Van ondemocratische machten, weze het die van Kerk, Koning of Kapitaal. Of België.

Van meet af aan beschermelinge van de legendarische oud-scout Maurits Coppieters, bewoog ze zich ook op het progressieve pad in de Vlaamse Beweging in het algemeen, de Volksunie in het bijzonder. Wat haar deed aansluiten bij Hugo Schiltz, die ei zo na bij de CVP was gebleven. De rechtervleugel van de Volksunie zegde haar niets. Die liefde was wederzijds. Een Hugo Coveliers was compagnon de route. Coveliers was toen nog jong, en zoals hij zelf graag zegt, droeg hij toen het hart links; nu hij verstandig is, denkt hij rechts.

Zo niet Nelly Maes. Emancipatie van volkeren in Europa, gelijkheid van mannen en vrouwen, recht op abortus, ontwikkelingssamenwerking, tegen absolutemachtstrekken van de Europese Commissie – ze liet zelfs EU-commissaris Edith Cresson vallen. De laatste ondervoorzitter van de Volksunie bleef links. Hoewel haar oud-burgemeester Freddy Willockx (sp.a) daar anders over denkt. Volgens hem was/is Maes ethisch, en politiek misschien wel progressief, maar sociaaleconomisch eerder ‘centrum’. Meer D66 – links-liberaal dus – dan sociaaldemocraat. Wat haar keuze voor Spirit verantwoordt, nadat de ‘Niet Splitsen’-groep onder haar leiding het onderspit moest delven voor de groep ‘Vlaams-Nationaal’ van Geert Bourgeois, bij de boedelscheiding van/in de VU. ‘Mocht Niet Splitsen niet zijn opgekomen, had Bourgeois de meerderheid gehaald van de leden’, volgens Maes. En dan bestond de VU misschien nog?

Zeker niet haar VU. Wie met haar spreekt over het einde van haar partij – in feite had ze er maar één – ziet de tranen in haar ogen. Ze koos in 2001 voor het links-liberale Spirit, was even voorzitter van VL.Pro (Vlaams-Progressieven; ‘een belachelijke naam’, zegt ze nu) en ging met Geert Lambert wél mee naar de SLP, maar niét naar Groen. Ook al zou ze daar haar oud-collega-EU-parlementariër en geestelijke zoon Bart Staes terugzien.

In Europa was ze niet alleen EU-Parlementslid. Ook als voorzitter van het Vlaamse Vredescentrum ademt ze Europa uit. Maar dan een sociaal Europa, democratisch, regionalistisch. Een Europa der Volkeren ook, naar goede VU-traditie. Ze was voorzitter van de Europese Vrije Alliantie, de koepelpartij van regionalisten en nationalisten. Vandaag is N-VA hier lid van; Eric Defoort voorzitter.

‘Sociaal en federaal’ – de oude slogan van de Volksunie – ‘is altijd mijn slogan geweest’, zegt ze. En voor dat adagium strijdt ze nog steeds. Als secretaris van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). Maar ook – en vooral – in de Gravensteengroep, de denktank van progressieve intellectuelen als Jean-Pierre Rondas, Tinneke Beeckman of Etienne Vermeersch. Ze tekende er de krijtlijnen uit van de Brusselteksten. En ook in de biografie stelt ze zich erg pro-Brussels op; ‘Brussel, mon amour’; ‘ik wil Brussel niet opgeven.’

Bij de jongste federale verkiezingen stonden in haar voortuin twee verkiezingsborden: voor Groen en voor N-VA. Entre ses deux, son coeur balance. Ze kan niet kiezen. ‘Ik ben partijpolitiek dakloos.’ Ongebonden best dus. Omdat het niet anders (meer) kan.

 

[Logo meer lezen]

Alain Debbaut, Ongebonden best. Nelly Maes. Vrouw en Vlaams. Pelckmans, € 24,50 , isbn 978 90 2896 833 2.

Het boek is ook verkrijgbaar in de webwinkel van Doorbraak: www.doorbraak.be/nl/winkel.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties